quote:
Beepee schreef op 19 februari 2010 om 17:42:[...]
Even wat doorlezen:— Openbaring 6: 11 En aan een ieder van hen werd een lang wit gewaad gegeven; en hun werd gezegd nog een korte tijd te rusten, totdat ook van hun medeslaven en hun broeders, die op het punt stonden gedood te worden evenals zij, het getal [van de kleine kudde]vol zou zijn.
Nog een korte tijd inderdaad en ondertussen is het getal al lang vol en daardoor niet meer toepasbaar op het heden. Leest u maar eens met mij mee hoe 'een korte tijd' (oftewel een kleine tijd) op andere plaatsen in de Schrift gebruikt wordt.
quote:
'Kinderkens, nog een kleine tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik de Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik u nu ook.' (Joh 13,33)
'Nog een kleine tijd, en de wereld zal Mij niet meer zien maar gij zult Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven.' (Joh 14,19)
'Een kleine tijd, en gij zult Mij niet zien; en weer een kleine tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot de Vader.' (Joh 16,16)
Hand 14,28
En zij verkeerden aldaar geen kleine tijd met de discipelen.
2 Kor 7,8
Want hoewel ik u in de zendbrief bedroefd heb, het berouwt mij niet, hoewel het mij berouwd heeft; want ik zie, dat die zendbrief, hoewel voor een kleine tijd, u bedroefd heeft.
Filem 1,15
Want wellicht is hij daarom voor een kleine tijd van u gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig weer zoudt hebben.
Ziet u dat
een kleine tijd in al deze verzen een korte periode beschrijft? Waarom zou dat in de door u aangehaalde passage anders zijn?
Alles wijst er op dat 'een kleine tijd' ook echt een kleine tijd is. In de grondtekst zien we dat het woord 'kleine' is overgezet van
mikros wat betekent:
1) smal, klein
a) van stuk: in aanzien, of van lengte
b) plaats of ruimte
c) leeftijd: minder bij geboorte, jonger
d) qua tijd; kort, vluchtig, een korte tijd, hoe klein!
e) in kwantiteit: b.v. getal, aantal
f) van rang of invloed
-Bron-Laten we het vers nog eens lezen:
'En aan een ieder werden lange witte klederen gegeven, en hun werd gezegd, dat zij nog een
kleine tijd rusten zouden, totdat ook hun mededienstknechten en hun broeders zouden vervuld zijn, die gedood zouden worden, zoals zij.' (Op 6,11)
Een kleine tijd kan nooit tweeduizend jaar en langer betekenen, want elders lezen we dat het laatste uur (1 Joh 2,18) gekomen was. De gedachte dat een kleine tijd een korte periode beschrijft is meer in overeenstemming met 'het laatste uur' dan met tweeduizend jaar. Nog een reden om te geloven dat het getal van de kleine kudde vol is, blijkt het gegeven dat de eerstelingen van de vruchten altijd
eerst geoogst werden.
'
De eerstelingen van de eerste vruchten van uw land zult gij in het huis van de HEERE uw God brengen...' (Ex 23,19)
Later vergeleek Jezus zijn generatie met bomen die goede vruchten moesten voortbrengen (Mat 3,10) hetgeen bewerkstelligd wordt door in hem (Joh 15,5) te geloven. Hun goede vruchten waren de eerstelingen van het nieuwe verbond en daardoor moesten zij conform het oude verbond in het huis des HEEREN gebracht worden. Zodra zij vrucht droegen en rijp waren, moesten ze direct geoogst worden en niet nog eens eeuwen later.
Mar 4,29En als de vrucht zich voordoet,
terstond zendt hij de sikkel daarin, omdat de oogst daar is.