quote:
Hendrik-NG schreef op 20 mei 2010 om 09:02:Wat ik hier wil zeggen is dat de Kerk van Christus ondeelbaar was, is en blijft. OF we horen er bij OF we horen er NIET bij. En wat ik er nog
meer mee wil zeggen, is dat niet de MENS bepaalt waar de scheidslijn ligt, maar degene van wie die Kerk is. God Zelf dus.
Er is de norm en er is de realiteit. Als twee of drie samenkomen in Christus’ naam, maar zij hebben elkaar niet lief dan is er geen eenheid. En als twee of drie met elkaar breken, dan is er geen eenheid.
De kerk die jij onderscheidt is niet hetzelfde als het koninkrijk der hemelen. Het koninkrijk der hemelen is het beginsel van geloof, dat groeit en gevoed wordt en komt tot een volwassen belijden. Het koninkrijk der hemelen is het niet vatbare, het niet onderscheidbare, maar aan de werken van de geest toch te onderscheiden koninkrijk. Maar de kerk is het instituut dat door Christus is opgericht en door mensen instandgehouden tot bouwen en bewaren van de gemeente. Bij het binnen de grenzen vallen, of erbuiten, wordt een haarscherpe lijn getrokken kenbaar aan het lidmaatschap. De realiteit en de feitelijkheid van de kerk wordt in alle belijdenissen afgemeten aan leer en organisatie. Dat er meer dan één feitelijke kerk is, is een historisch gegeven. Als de paus zich zou bekeren, was er over één nacht ijs geen enkel bestaansrecht meer voor alle andere kerken.
Zover begrijp ik mezelf. Maar wat is in dit verband de kerk die jij onderscheidt??
quote:
Hendrik-NG schreef op 18 mei 2010 om 15:03:Ik heb het niet over eenWORDING... Ik heb het over de bestaande eenHEID... Want die IS er al lang... En daar hoeven we niet eens voor in een en hetzelfde
gebouw te kerken... Soms is het (menselijkerwijs gesproken, helaas, helaas...) zelfs beter om dat niet te doen... Maar NGK, GKV, GK (hersteld), etc, etc, ZIJN al een...
En wat is in het verband van gebrokenheid in kerken dan de eenheid? Laat ik je proberen te volgen:
Wij zijn een eenheid, reeds nu, met elke gelovige die erkent dat het Woord van God het hoogste gezag heeft en hem het meest volkomen de wil van God laat zien, aan welke hij zich in volledige overgave onderwerpt. En als elkeen zijn eigen concrete spoor trouw vasthoudt (al was het als de Rechabieten) zal God te bestemder tijd ook sturing en onderwijzing geven.
In die zin heb je ergens wel gelijk, als je de eenheid formuleert binnen het koninkrijk der hemelen. Want niemand is volmaakt en ons hele leven is een zoektocht om de wil van God te vervullen. Soms vechten we voor het een en struikelen over het ander. Soms steken we boven heel de gemeente uit in het ene en dwalen en vallen in het andere. Maar het is de gezindheid die bepalend is of het koninkrijk van God in iemand is aangebroken. En we kunnen ook werken van de Geest zien bij anderen en daarin God danken en die ander erkennen als in Christus geborgen tot heiliging van God en een opgaan tot de berg via een smal pad. En dan kom je inderdaad tot de nuchtere overweging dat er geen feitelijk streven van eenheid hoeft te zijn. Immers in Christus IS ieder die een is met Christus PER DEFINITIE één. Dat is geen norm, dat is geen waarneming, maar dat is een heilige feitelijkheid die bemoedigt, en hoop geeft, en volharding tot liefdewerken aan hen die in Christus zeggen te zijn.
Maar waar brengt ons deze eenheid? Want hoe verhoudt zich de eenheid in Christus, tot de onderscheidende normen tot opbouw van de gemeente en afwijzing van dwaling? Dat zijn onderscheidende normen als: 1) dwing ze om in het koninkrijk te gaan, 2) oordeel die binnen zijn, en God oordeelt die buiten zijn, en 3) oordeel niet de dienstknecht van een ander, oordeel geheel niet, want wij zijn zelf dienstknechten en de heer zal zijn dienstknechten oordelen te bestemder tijd.
Ik kan hier geen antwoorden geven. Maar het mag helder zijn dat als van alles iets waar is, dat we niet te snel oppervlakkigheden moeten verheffen tot het een en het al. Het gaat om een materie waar de liefde de samenhang brengt en waar de satan een oneindige reeks van aangrijpingspunten biedt tot het tegen elkaar uitspelen van gehoorzaamheid aan God, tegenover de liefde.
quote:
Eenheid in
verscheidenheid is op dezelfde manier als het begrip “eenheid” een woord in een spanningsveld van krachten. Er is eenheid van leer. Daar is geen verscheidenheid in. Wat is eenheid hier? Gezag voor de Schrift alleen. Alle leer die de bijbel buiten spel zet, of ontkracht, of niet van toepassing doet zijn is niet uit God. En
bij een eenheid van leer is het vervolgens de verscheidenheid die
siert.
De band met degene dan die wij herkennen in Christus te zijn, maar het niet volgens onze leer kan zijn, mag je niet
eenheid in verscheidenheid noemen. Want daarmee stel je dat normatief elkeen goed zit, tot siering van het koninkrijk, en dat je materieel een eenheid vormt. Die eenheid is er niet. Je viert immers ook geen Heilig Avondmaal samen.
Maar toch heb je wel een punt vanuit een andere invalshoek. Namelijk wij zijn één in Christus, maar gescheiden in gebrokenheid. Dat wil zeggen dat we in Christus kunnen herkennen dat we elk een gezindheid hebben tot zaligheid, maar dat door de gebrokenheid en door de verwarring en door het ontbreken van geestelijk gezag - laat staan onderwerping aan het gezag – wij niet anders kunnen doen dan elkaar groeten en oproepen te volharden in het goede. Want op het moment dat wij verder gaan dan een algemene oproep verzanden wij haast per direct in ongeestelijkheid en het verlies van zicht op het spoor dat wij dienen te volgen.
De gescheidenheid in gebrokenheid kunnen wij niet herstellen. En we mogen het ook niet als een valse norm tot doel stellen. De enige manier waarop wij herstel van eenheid kunnen bewerken is via bekering. Dat is niet van de een tot de ander, maar van allen tot God.