Jezus vraagt van je om een goed, rechtvaardig leven te leiden. De meeste gelovigen en ook niet-gelovigen zijn daar al druk mee bezig. Maar Jezus vraagt ook van je dat je jezelf helemaal vergeet, je vijanden écht in alle oprechtheid liefhebt zoals je beste vrienden, dat je over je heen laat lopen en daar vreugde in vindt en dat je getreiter, gemeenheid en oneerlijkheid in alle rust verdraagt.
En daar zit hem de crux van het verhaal. Wie daarmee namelijk zomaar uit zichzelf begint, zal hopeloos in de knel raken en zichzelf hard tegenkomen. Want dit zijn dingen waar de menselijke geest zich stevig tegen keert en zo ook alle moderne, psychologische inzichten. Je moet immers assertief zijn, voor jezelf opkomen, niet kwaad over jezelf denken, et cetera.
Dat is goed om mee te beginnen, om je geest mee tot rust te brengen, maar uiteindelijk wil Jezus niet minder dan absolute heiligheid. Je zult dan al snel merken dat Jezus het bovennatuurlijke van je vraagt, dat je bovennatuurlijk met Hem leeft. Hij wil je al die gaven geven, zodat je écht totaal anders en heiliger handelt dan je ooit dat te zullen kunnen.
Je zou dus kunnen zeggen dat hetgeen we nu leren en kennen, een mooi begin is, een mooie opstap naar heiligheid. Maar door gebed en door hier en daar tóch net even anders dan anders te handelen en je geest tóch net even iets meer te versterven dan je normaal zou doen, om zo echt rechtvaardig te willen leven, blijf je wel dicht met Christus verbonden. En Hij zal je dan in alle rust vormen naar zijn beeld en je vullen met die bovennatuurlijke gaven.