GolftheorieGeloof is als een golf. Als een geluidsgolf. Je kunt er haarfijn op afstemmen, je kunt het het best ervaren door een beleving en je kunt het het samen beleven als je de harmonische trilling benaderd of laat meegalmen.
Maar het effect van golven is dat zij interfereren. Daar doe je niets aan. Als er dus een golf van een andere frequentie of andere klankkleur komt, dan krijg je effecten van versterking en verzwakking, maar vooral van een samengestelde nieuwe golf.
Daarom is het in het geloof van groot belang om het geloof te onderscheiden en alles wat daar niet bij hoort ervan af te scheiden. Om er de rust en de stilte voor te creëren om de geloofsgolf onbeïnvloed te ervaren. En wanneer dit effect wordt bereikt, dan wordt de golf helder en met de harmonische golven wordt het als een warme klankkleurenspectrum die dringt tot vér in de wereld van kakefonie en samengestelde golven: waar heel veel golven interfereren ontstaat een ondefinieerbare ruis. Zoals de kleur bruin.
En wie het ziet en ervaart, die spreekt van warmte, en zuiverheid, en die wordt ook bewogen. Want geloof is een trilling, en gesteldheid van het hart die een trilling veroorzaakt.
Maar zoals muziek ook zonder enige diepere norm of moraal een fysieke trilling kan veroorzaken in de mens, en de menselijke geest fysiek in vervoering kan raken zonder een diepere norm of moraal, zo is het altijd van essentieel belang om de oorspronkeleijk geloofsgolf te zoeken en op af te stemmen en er in gewillige zoekende harmonie in mee te gaan.
Want als wij in de juiste harmonie zijn, dan is ons zenden ook van dezelfde harmonie. Oók als ons zenden al gelijk interfereert met andere golven en een nieuwe samengestelde golf creëert die afwijkt van hetgeen wij zonden en of ontvingen.
En daarbij mogen we nooit uit het oog en uit het hat verliezen dat er om de zender van die golf vele, vele, vele, zenders staan opgesteld die er in alles maximaal proberen om de oorspronkelijke golf te benaderen in trilling en een harmonisch moment van interferentie te creëren.
En daar is het moment van de waarheid. Ons geluid gaat vanzelf een samenstellend geheel worden met onze omgeving. Dat kán niet anders. En op dat moment is het afhankelijk van onze bron en van onze voeding wat er gebeurt. Ofwel onze harmonische klank blijft extern gevoed door onze eigen bron voor afstemming en bewogenheid, ófwel onze harmonische klank ontmoet andere harmonische klanken om ons heen, en zij gaat afstemmen met die klanken en met het afstemmen om de omgevingsharmonie verliest zij iets van de oorspronkelijke bron. En make-no-mistake: uit de golftheorie weten wij dat de omliggende golven in harmonie de oorspronkelijke harmonische bron in zuiverheid en klankkleur kunnen gelijkworden en ook overtreffen.
Gij geheel anders ! Door de boodschap van zuiverheid en afstand tot de wereld creëren wij een gemeenschap. Die gemeenschap is ook een gemeenschap met God. Daarom is een gelovige ook vanuit zichzelf geneigd de interne harmonie te zoeken als versterker, als klankkast, als genietingsbron en ook als laving en voeding. En wie het voorgaande vat die ziet ook in dat dat noodzakelijk is in een omgeving van interfererende anderssoortige golven.
Maar daar zijn twee punten van verstoring:Ten eerste, door de eigen interne harmonie te identificeren met de geloofstrilling, ontstaat ongemerkt een nieuwe harmonsiche afstemming die wordt geijkt, niet aan de bron, maar aan de verzameling van door de bron gevoedden. Dat is dus een afgeleide harmonie. Het probleem is dat als eenmaal in harmonie de harmonie als bron is geaccepteerd, deze harmonische samenklank langzaam kan verwijderen van de oorspronkelijke bron. Het verraad zit hem, dan in het goede: ook al is het in volledige harmonie, door de nieuwe samengestelde golf wordt de verbinding verbroken met de oorspronkeleijke bron. En dat geeft niets totdat er langzaam een verwijdering optreedt. Maar die verwijdering ontdekt nioemand omdat er niet meer wordt afgestemd op de oorspronkelijke bron, maar genoegen wordt genomen met de afgeleide harmonische nieuwe bron. En dan komen we zelfs zover dat we ook officieel gaan zeggen dat de oorspronkelijke bron alleen maar ontstaan kan zijn in deze harmonie, en dus aan haar ondergeschikt is.
En dan is er het tweede punt van verstoring. Namelijk dat onze bron ons niet heeft tot taak gesteld om in de woestijn, of veel beter om in een beschermde grot te gaan, waar geen interferentie van buiten is en onze harmonie tot volle gelding en zuiverheid kan komen. Onze bron verwacht van ons iets anders: namelijk juist het heengaan en ons te verplaatsen tot in het midden van de omringende golven, en juist dáár een eigen klankkast en versterker van de bron te worden. Maar áls wij weten dat onze harmonie een eigen bron heeft en áls wij weten dat de omliggende golven ook in fase/harmonie met onze golf kunnen zijn en ermee een harmonische samenklank kunnen vormen, dán is het zaak om díe harmonie als éénheid te vermijden en te benoemen en te onderscheiden van de eigen harmonie. Dan is het juist dáár van groot belang om de oorspronkelijke bron in te schakelen. Want alléén de oorspronkelijke bron kan authentiek blijvend meegaan en niet zelf als samengestelde resultante opgaan en haar oorspronkelijke kracht verliezen.
Daarom: Dus hoewel wij de volle warmte van de harmonische samenklank het best in een kring van gelijkgestemden ervaren en daarin ook het best de gemeenschap met God zien en zoeken, is onze taak en zaak om de oorspronkelijke bron vast te houden bóven al het vertrouwde in eigen omgeving - hoewel wij daar juist wel gevoed en versterkt mogen worden - en om ten tweede vervolgens onze focus volkomen te richten op de omgeving van kakefonische ruis. Niet tot afsteming, maar tot het aanheffen van het loflied van eeuwige harmonie !
Een Licht voor de wereldMaar het geloof is geen geluidsgolf. Ons geloof gaat onze stem en ons geluid verre te boven. Het is als een LICHT. En het LICHT is het exacte bijbelse beeld van de absolute waarheid. Het verkondigt ons de golftheorie van het geloof. Plaats uw licht niet onder een korenmaat. Hebt geen deel aan hun boze werken. Vormt geen ongelijk span (harmonie in interferentie) met de wereld. Gaat heen en breng het licht onder de volken. Priesters zijt gij. Wordt gelaafd aan de bron. God is een kracht en een licht.
Maar waar is dan het licht en hoe vind ik dat? Wie zal het ons verkondigen en onverkort ervan overtuigen wat de bron is en het Licht van God tot ons doet komen? Waar o waar is toch de bron van het Licht dat op ons afstraalt en ons in gloed zet? Is dat de zon? Is dat een gesteldheid van onze geest? Is dat een ongedefinieerd begrip liefde? Is dat een ongedefinieerde harmonie vanuit een ongedefinieerde bewogenheid?
Heeft God dan vergeten ons over de bron van het licht te vertellen en ons vergeten te communiceren waar het licht vandaan komt? Waar wij het met zekerheid in harmonie zien?
Ik zie het wel. Maar hoe komt het dat de duisternis een meer geliefde harmonie en een grotere aantrekkingskracht lijkt te bieden aan deze omgeving, en in sommige opzichten voor ontvangers van harmonie aan het licht gelijk lijkt, en deze zelfs pretendeert te overtreffen?
Is dan het Woord waar geworden dat wie de wet van God niet onderhoudt, dat God dan ook zijn kinderen niet zal onderhouden?
Is het dan zo eenvoudig dat de bron van de zuiverste harmonie is gekoppeld aan een grote zichtbare rots die wordt verguisd en verworpen, maar uiteindelijk in vastheid en werking nooit zijn effect en kracht kan verliezen? Het Woord van God was niet hetzelfde voor Adam als voor Abraham. En niet voor ons hetzelfde als voor de joden in het jaar nul. Maar wat het gemeenschappelijk heeft in alle tijden en in alle landen is dat het wordt aanvaard door God's kinderen. Abraham nam Noach aan. David nam Abraham aan. Jezus nam Jona aan. En wij nemen Jezus aan. En als wij beginnen de Steen te verwerpen die God is en was voor deze wereld, dan verzamelen wij molenstenen om onze nek. Dat zijn ook stenen, maar dan stenen van gebrokenheid en binding aan de diepten van het duister.
Klinkt dat laatste niet harmonisch?
Altijd kun je uit de waarheid het fragment kiezen van je keuze of van je geraaktheid. Positief of negatief. Tot versterking of tot afbraak. Want de mooiste harmonie steekt het meest af met de grootste duisternis. En zij vormen beide onderdeel van de absolute waarheid.