quote:
learsi schreef op 02 september 2012 om 20:26:[...]
G'd gaat nu eenmaal anders om met Zijn uitverkoren volk en met zijn kinderen door Christus dan met ongelovigen of goddelozen. En zelfs hoe Hij met Zijn uitverkoren volk omgaat is niet mals. Laat staan hoe Hij handelt tegen Goddelozen en lieden die tegen hem strijden, zoals islam.
Ja, dat ben ik met je eens. Ik zeg eigenlijk ook, dat door rampen die God over de aarde laat gaan er mensen tot Hem kunnen bekeren of dichter bij Hem kan brengen. Ik zag zelfs dat de vuurwerkramp in Enschede (wat de mensen zelf veroorzaakt hebben) een Enschedeeër tot het christelijke geloof gebracht heeft. Daar stond iets over in het Twentse dagblad Tubantia. Ik geloof ook dat er moslims zijn die door dat soort zaken ijverig gaan zoeken naar wie Allah nu 'echt' is. Snap je wat ik bedoel?
Nood leert bidden.
quote:
Ik vrees Gailtema, dat wij het nu geen haar beter zouden doen en mogelijk nog veel slechter. Op zich vind ik de straf voor het gouden kalf nog wel mals. De voorbede en het op de bres springen voor het vol Israël dat Mozes heeft gedaan heeft JHWH milder gemaakt dan Hij oorspronkelijk van plan was. Iets wat Noach overigens niet heeft gedaan.
Maar zoek maar eens de passages in de bijbel op over toorn en wraak van G'd.
Volgens mij praten we langs elkaar heen. Hoe verkeerd een mens ook doet, God zou nooit wrok tegen een mens koesteren. Hij zou eerder om hen huilen en rouwen. Zo las ik dat vandaag nog in de profetiën van Jeremia. Hij voorspelde de val van Moab omdat ze zo arrogant het getroffen Israël altijd stond uit te lachen en honend na te wijzen (Jeremia 48: 27). En wat zegt God daar ook: dat Hij zou jammeren om Moab, zal Hij huilen om dat hele land. Er staat vervolgens dat Hij zal treuren om hun Koir-Cheres en om hun wijnstokken van Sibma, zal Hij luider huilen dan om Jazer (Jeremia 48: 31-32). Maar Hij beloofd dat Hij eens het lot van de Moab zal laten keren (Jeremia 48: 47).
Dus Hij mag dan wel hard van zich afslaan, maar vanuit groot verdriet om de duisternis dat er is en het val er van, om het lot dat de mensen helaas moet treffen. Alles om hen zelf zo veel mogelijke verdere leed te besparen.
God straft nooit om iets slechter te maken, maar altijd om het beter te maken.
God is geen God die mensen in de hel gooit, maar een God die de mensen uit de hel red. Wat me ook op valt is dat God 4 kantjes in de bijbel aan de profetie over Moab laat opschrijven door Jeremia, terwijl Hij over de Filistijnen maar één kantje besteed. Het is me noch al een emotie wat God over Moab uit stort. Hij gaat zelfs zo ver dat Hij het omschrijft als een vrouw. "Kom van je verheven zetel af, vrouwe Dibon, en je zult van dorst versmachten." (vers 18)
"Het is uit met Moabs machtvertoon, gebroken is zijn machtige arm - spreekt de HEER. Voer het dronken, het heeft de HEER getart." (vers 25 en 26)
Dus het tarte Hem hoe ze Israël uit lachten en hoe arrogant ze deden en Hij huild luid om de val van dit land Moab. Zijn vrouwe Dibon. Alsof Hij het over Zijn bruid Israël heeft. Hij beloofd haar ook betere tijden toe. Na regen komt zonneschijn.
Weer de overéénkomst met hoe God ook Israël benaderd.
In vers 11 zei God het zelfs zo: "Moab had
vanaf zijn jeugd geen zorgen, het was als wijn dat op de broesem rustte. Nooit werd het van het ene in het andere vat gegoten,
nooit ging het in ballingschap."
Vrouwe Dibon en haar jeugd.
Toch zeggen het aantal woorden ook niet alles. Over Damascus spreekt Hij maar 5 versen waarin hun val beschreven wordt met daarin één opmerkelijke vers (Jer. 49: 25) "Waarom toch wordt Damascus nog verdedigd, die schitterende stad
waarin Ik vreugde vond?"
Valt me trouwens op dat God over Damascus geen goede ommekeer profeteerd. Het eindigd echt met de zin: "Ik zal de muren van Damascus in vlammen doen opgaan, vuur verteert de burchten van Benhedad."
Wie hen aanvalt staat er ook niet.
Haast actueel.