grondig christelijk schreef op 08 september 2012 om 18:51:Even wat informatie
Listige Leugens en Nuchtere Feiten
Het is verbijsterend te merken hoeveel en hoe hard er wordt geschreeuwd en gelogen als het om Israël gaat. Vooral over de Joodse dorpen in Judea en Samaria zijn er rookgordijnen van leugens en mythen gelegd.
Alleen al het zinnetje “Israël bezet Palestijnse grondgebied” bevat drie leugens.
Op wie heeft Israël Judea en Samaria in 1967 veroverd?
Op de echte bezetter, op Jordanië. In 1948, toen vijf Arabische landen de pas opgerichte Joodse staat in de zee wilden verdrinken,bezette Jordanië de zogenaamde Westbank en Egypte de Strook van Gaza. Die gebieden werden meteen “Judenfrei” gemaakt.
Palestijns grondgebied bestaat niet. Allereerst omdat Palestijnen niet bestaan. De mensen die nu Palestijnen worden genoemd zijn afstammelingen van Arabieren, die in de eerste helft van de vorige eeuw uit omringende Arabische landen naar het toenmalige Israël trokken, omdat ze hoopten daar de kost konden verdienen.
De roep om een Palestijnse staat was er niet toen Jordanië het gebied had bezet. Het gaat nu gewoon om een 23e Arabische moslim staat en wel in heel Israël.
Vandaar dat Arafat het ruime aanbod van Rabin van zo goed als heel de Westbank afsloeg en de bloedige intifada tegen Israël begon. Vandaar dat Abbas het ruime aanbod van Olmert afsloeg. En dat alle pogingen om het zgn. vredesproces weer op gang te trekken, op niets uitlopen.
Het gaat echt niet om de ‘rechten van de Palestijnen’. Het hele gedoe om de Joodse dorpen enom de Westbank is onderdeel van de Arabische en islamitische strijd tegen Israël.
Er is nog veel meer leugen en gezeur van internationale leiders. Lees maar: De ”nederzettingen” zijn een gevaar voor de (wereld) vrede, een struikelblok in het vredesproces. Een paar huizen bouwen is “in strijd met het internationale recht”. Men weet niet hoe gek men het moet verzinnen om Israël en de Joodse bewoners van “de gebieden” in een kwaad daglicht te zetten.
Als Israël besluit weer een paar huizen te bouwen, krijgen internationale leiders weer een kans om voor hun medestanders en collega-vijanden van Israël in de internationale media, hun zeurderige gezwets tegen Israël over de gewone mensen uit te strooien.
Vraag zo’n leider eens, welk internationaal recht hij/zij bedoelt?
Of vraag ze eens door over de uitdrukking “bezette gebieden”. (©
www.eindtijd.nl)
Laten we eens een paar nuchtere feiten op een rij zetten.
Nadat, in 1918, het toenmalige Palestina (waar ook het huidige Jordanië bij hoorde) op de Turken werd veroverd kreeg in 1922 Engeland het Mandaat (zeggenschap) over dat gebied.
Engeland, dat in 1918 door de Balfour Verklaring dat gebied al had beloofd als een “nationaal tehuis voor het Joodse volk ten Westen van de Jordaan”.
In 1922 werd dit door de toenmalige Volkenbond (voorganger van de huidige VN) officiëel en volkenrechtelijkbevestigd.
In 1947 nam de VN de plaats van de Volkenbond over. Wat Palestina betreft werd het land weer verdeeld.
Eerder was het gebied ten Oosten van de Jordaan aan Trans-Jordanië toegekend.
Dat was in 1922, toen Engeland emir Abdullah, de grootvader van de huidige koning van Jordanië, koning maakte van het grootste deel van het mandaatgebied. Joden mochten daar niet wonen.
Het Verdelingsplan van de VN (1947) wilde het land nog eens in tweeën splitsen.
Israël ging akkoord. Maar het plan ging niet door, omdat de Palestijnse Hoge Raad en de Arabische Liga het plan verwierpen en een vernietigingsoorlog tegen israël begonnen. De Onafhankelijkheidsoorlog brak uit. Israël won en overleefde deze Arabische overval. Maar Jordanië bezette de Westbank en Egypte de Gazastrook. Zij maakten die gebieden ook "Judenfrei” en vernietigden veel Joodse graven en heiligdommen.
In 1967 was er een gezamenlijke poging van de Palestijnse Bevrijdingbeweging, Jordanië, Egypte, Syrië, Irak en Libanon om Israël te vernietigen. Israël won weer en heroverde Gaza en Judea en Samaria. Israël was weer compleet.
In 1988 gaf Jordanië zijn, internationaal nooit erkende claims op de Westbank op. Israël bleef in die betwiste gebieden en ging door met het stichten en soms opnieuw opbouwen van Joodse dorpen op staatslanden van de zogenaamde Westbank.
Zelfs in de beroemde resolutie 242 (land voor vrede), waarin Israël opgeroepen werd om in 1967 veroverde gebieden te verlaten.
Er staat in die resolutie niet de gebieden, maar gebieden, zonder het lidwoord ‘de’. Wie dan die gebieden moest beheren werd ook niet vermeld. Alle VN documenten die verband houden met resolutie 242 noemen het woordje “Palestijns” niet eens.
Wel komen de namen Judea en Samaria erin voor.
Israël kan dus rustig bouwen op staatsland (niet op land dat van Arabische boeren is) in die gebieden. Kopen is moeilijk omdat de Palestijnse Autoriteit de doodstraf heeft bepaald voor Arabieren die land aan Joden verkopen.
De meeste Joods-Israëlische bewoners in Judea en Samaria zien het toch wel wat anders. “Niet het Britse Mandaat, of resoluties van de VN, maar de Bijbel geeft ons het recht hier te wonen” is hun Bijbelse visie. Inderdaad heeft God aan Israël “het hele land Kanaän” beloofd als een “altijddurende bezitting”.
Daarom is 1967 een profetisch jaartal. Toen heeft de God van Israël zijn landbelofte compleet gemaakt met Samaria, Judea en Benjamin.
Dat zegt de wereld natuurlijk niets. Die, en vooral de westelijke wereld, gaat serieus door met het politiek en financiëel steunen van de Palestijnse Autoriteit en via hen ook van de Hamas. Als we dan toch bij profetie blijven, dan zien we hier iets van de geestelijke achtergrond van de financiële problemen van de Westelijke wereld.
Wij steunen de vijanden van Israël door ze financiëel in staat te stellen hun strijd tegen God volk door te zetten. Dus worden wij in onze economie getroffen.
Interessant is ook dat er in Israël steeds luider gesproken wordt over annexatie van die gebieden. Doordat de wereld en vooral de Arabische wereld gefixeerd is door de slachtpartijen in Syrië en problemen in andere landen rond Israël, krijgen deze annexatieplannen weinig internationale aandacht.
In rustiger tijden zouden we allang protesten gehoord hebben en zeurend geklaag over “internationaal” recht enz. Arabische bewoners in de “gebieden” zouden, net als hun broeders in Israël, gewone burgerrechten aangeboden krijgen. Ook het grondige Levy rapport stelt dit voor.
President Peres zei, in een reactie op dat rapport, dat hij vreesde voor bedreigende demografische (volkenkundige) veranderingen, waardoor de Joodse meerderheid in israël in gevaar zou komen.
In een reactie dan Danny Dayan, hoofd van de Raad van Joodse Gemeenschappen in Judea en Samaria reageerde daarop: “Het enige gevaar voor de staat Israël als Joodse natie is als we ons geloof in ons historische recht op ons land verzaken”.
Anderen wijzen op de mogelijkheid om de aliya, Joodse immigratie, te bevorderen. Immers ook Efraïmen de stammen die daarbij horen moeten terugkomen. Die zouden dan weer kunnen gaan wonen in hun oude stamgebieden. Voor goedwillende Arabieren is er genoeg plaats. Dat zien we nu al in Israël, waar Arabische Israëli’s gewoon burgerrechten hebben.
Opvallend is dat bevolkingonderzoeken uitwijzen dat steeds meer Arabieren in Judea en Samaria Israël prefereren boven hun eigen corrupte en gewelddadige leiders. Dit geldt ook en vooral voor Arabische inwoners van Oost Jeruzalem. Hier spelen economische factoren een grote rol.
In elk geval zien we dat de HERE, de God van Israël, gewoon doorgaat met zijn herstelplan voorland en volk van Israël. Kerken proberen door de vervangingstheologie Israël uit Gods plan en Gods verbonden te werken. De kerk in de plaats van Israël. De wereld is bezig israël uit het beloofde land te werken. Ook een soort vervangingspolitiek. De “Palestijnen” in plaats van Israël.
Maar god, de HERE regeert.
Bron: janvanbarneveld.nl