quote:
Sta me toe een paar woorden te zeggen Ignatius, waarmee ik niet jou aanval, maar wel het onderwerp in deze draad iets scherper wil inkaderen tot waar het probleem m.i. werkelijk ligt: onzorgvuldigheid met de Schrift.
Letterlijke lezing is nooit een belediging. De bijbel was voor de gemeente van Christus een studieboek van heil en zekerheid, dat gaat over wonderen waarvan allen hadden gehoord, en waarvan Paulus en Jezus Christus en de andere apostelen beweerden dat het allemaal al letterlijk en precies was voorzegd door de profeten, en die zo nauwkeurig mogelijk waren opgetekend tot betrouwbaar getuigenis voor de gemeente. Niet letterlijk lezen is wat de wereld en de ongeletterden en de woordverdraaiers en de spirituele zwevers graag willen.
Om zo maar aan de scherpte van het zwaard van het Woord te ontsnappen. Maar in domheid en oppervlakkigheid lezen is wèl een ongeestelijke actie en een aanval aan God. Daarbij wordt véél te vaak véél te
weinig letterlijk gelezen.
Helder simpel voorbeeld:
quote:
Het Nijlpaard:
Meesterwerk van God met een machtige staart...Nieuwe Bijbelvertaling, Job 40:15Zie het nijlpaard dat ik heb geschapen, net als jou; het
eet gras als een rund. Hoe krachtig zijn zijn lendenen, hoe
machtig de spieren van zijn buik!
Hij kan zijn
staart rechten als een ceder, de pezen van zijn dijen spannen zich in bundels. Zijn botten zijn staven van brons,
zijn ribben stangen van ijzer.
Hij is een van Gods eerste
meesterwerken, tegen hem trekt alleen zijn maker het zwaard. Zijn voedsel vindt hij in de bergen, waar de dieren van het veld zich vermaken.
Hij strekt zich uit onder de lotusplanten, hij ligt verborgen tussen het riet van het moeras. De lotusplanten hullen hem in hun schaduw;
de wilgen van het dal beschutten hem.
Hij slurpt een rivier leeg zonder zich te haasten;
hij
blijft kalm wanneer de Jordaan zijn muil in golft. Wie kan oog in oog met hem staan en een ring door zijn neus halen?
1. Als we dit letterlijk lezen, dan is het om van het lachen-omver-te-rollen-belachelijk om de staart van het nijlpaard als iets geweldigs te zien, zoals een cederboom.
2. Als we dit wetenschappelijk bekijken dan is een nijlpaard zeker niet een 'meesterwerk' te noemen gelet op grotere beesten die gevonden zijn zoals de mammoet.
3. Als we dit als getuigenis van God bekijken, dan is het zeker niet te rijmen met de Dinosaurus-skeletten die zijn gevonden. God is het dus zeker niet zelf geweest, die dit zegt.
Maar wie de moeite neemt om domheid bij zichzelf weg te nemen, en letterlijker te vertalen en ook serieus te rekenen met onbekende feiten die wij niet kennen, maar de mensen die dit verhaal beleefden wel, dan komt er iets anders te staan:
quote:
Statenvertaling Job 40
10 Zie nu Behémoth, welken Ik gemaakt heb nevens u; hij eet hooi, gelijk een rund.
11 Zie toch, zijn kracht is in zijn lenden, en zijn macht in den navel zijns buiks.
12 Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten.
13 Zijn beenderen zijn als vast koper; zijn gebeenten zijn als ijzeren handbomen.
14 Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; Die hem gemaakt heeft, heeft hem zijn zwaard aangehecht.
15 Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar.
16 Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.
17 De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
18 Zie, hij doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken.
19 Zou men hem voor zijn ogen kunnen vangen? Zou men hem met strikken den neus doorboren kunnen?
Vergelijk dit nu eens met een wat groter dier (de grootste) onder Gods schepping, waarvan ook inderdaad een exemplaar is opgegraven en al zowat een eeuw bekend, en tentoongesteld in Berlijn:
De bijzonderheid is dat de statenvertalers hier vertaalden wat ze nog nooit hadden gezien en nog nooit hadden beschreven gehoord, terwijl de moderne vertaalwetenschap in Berlijn had kunnen kijken bij een bestaand skelet, en ook uit wetenschappelijke kennis had mogen blindvaren op die prachtige films van de BBC en Walt-Disney over Dinosaurussen.
Domheid is: zó vast zitten aan een geloof dat de dinosaurussen niet meer leefden toen de mens bestond;
gekoppeld aan een zó vast geloof dat Dinosaurussen niet voorkwamen in het Midden-Oosten;
gekoppeld aan een zó vast geloof dat God niet zelf kennis heeft gegeven aan die oudste mensen;
dat als vertaling voor "het grootste beest", met een "staart als een cederboom", gekozen wordt voor een beest met een onnozel flappertje als staart, dat zich toevallig in die regio bevindt...
De vraag is eigenlijk wie zo
onbeschoft is geweest om die domheid en belachelijkheid en onwetenschappelijkheid en ongeloof en onzuiverheid toe te staan?
Niets van dat alles was gebeurd als er letterlijk was gelezen en vertaald!!!Vind je dan ook niet met mij dat we niet tezeer moeten richten op domheid van letterlijk lezen, maar vooral op de
domheid om NIET letterlijk te lezen ?!!!Mijn boodschap is hier dus, om niet te mikken en te pikken op het letterlijk lezen, maar op
degenen die het letterlijk lezen gebruiken als kapstok om er mee aan de haal te gaan en er dwaalleren aan te koppelen. Dat elke ketter een letter heeft, getuigt niet dat de letter niet deugt, maar dat de letter een gewild middel is om mensen mee te kunnen dwingen en manipuleren. Want altijd gaat het in deze wereld om
macht. En macht krijg je door het gezag van God te claimen, dat wordt aangewend om de eigen positie en plaats te versterken. Het gaat dus in de kerk steeds over het
gezag. En hier specifiek over het gezag van de schrift, dat onder druk komt te staan omdat er niet direct een afdoende weerwoord is tegen iemand die zich nadrukkelijk beroept op zijn betere toegang tot de woorden van gezag. Waar geloofsvertrouwen en overgave is, daar is een toevlucht tot een kerkelijk antwoord voldoende. Maar waar de gelovigen zelf de schrift toetsen, daar is het nuttig en noodzakelijk de letterlijkheid te duiden; of i.g.v. onbegrip vast te houden aan het eigen letterlijke volgen in eigen beperktheid.
Het zou toch wel erg droevig zijn als we in blijdschap gaan vaststellen dat gelukking niemand de bijbel meer kan gebruiken als stok en als dwang, omdat "gelukkig" niemand meer letterlijk leest ...