quote:
Adinomis schreef op 19 januari 2013 om 13:00:Inderdaad vult Psalm 82 in waaruit gerechtigheid bestaat. Het tegendeel wordt daar ook genoemd: "hoelang zult gij de goddelozen gunst bewijzen?" Waarschijnlijk bestond die gunst aan goddelozen om hen eer, gehoorzaamheid of iets anders te geven dat nadelig was voor de behoeftigen onder hen. Die behoeftigen moesten dus gered worden uit de hand van de goddelozen.
Gerechtigheid is dan: Psalm 82: 3 Richt de geringe en de wees, doet recht de ellendige en de behoeftige, 4 bevrijdt de geringe en de arme, redt hem uit der goddelozen hand.
De toepassing is dan: zien wij in onze samenleving armen en geringen die uitgebuit worden door - misschien wel christelijke - goddelozen?
In aanvulling daarop en in het algemeen bedoeld zou ik graag ook nog willen benoemen dat gerechtigheid verwant is aan, maar niet hetzelfde is als, liefde. De arme en de wees die worden genoemd, die worden in relatie gebracht met hun onmogelijke rechtspositie tegenover degenen die een kwade zaak tegen hen doen. En het zijn de rechters die daarin de hand hebben en daarvoor de verantwoordelijkheid dragen.
Psalm 82 begint met veroordeling van het onrechtspreken door overheden met aanzien des persoons:
quote:
Het aangezicht aannemen is hier te zeggen, degenen die een onrechtvaardige zaak hebben, in het gericht gunstig zijn, hetwelk God te doen verboden heeft; Lev. 19:15; Deut. 1:17, en Deut. 16:19; 2 Kron. 19:7; Spreuk. 18:5; Jak. 2:1 9) #Deut.1:17, en Deut. 16:19; 2 Kron. 19:7; Spreuk. 18:5; Jak. 2:1-
En de psalm vervolgt met dreiging te spreken tot de rechters, die zelf zullen vergaan en de psalm eindigt met een oproep aan God om Recht te doen.
Recht, dat is geen natuurbegrip, maar de expliciete wil en wet van God, die hoort bij het verbond met Abraham; Met een belofte die wordt geformuleerd aan het eind van de eis:
quote:
Gen 18:19 Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij den weg des HEEREN houden, om te doen gerechtigheid en gerichte; opdat de HEERE over Abraham brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft.
Gerechtigheid is dus een zaak van recht en waarheid, maar steeds met een oog op God die alles regeert en van de mens liefde eist. De liefde is de dragende basis voor de wet van Mozes. Ik herhaal: De liefde is de dragende basis voor de wet van Mozes. De herhaling is omdat dit in onze tijdgeest van "liefde tegeover de wet" een behoorlijk inlevingsvermogen vraagt.
quote:
Spreuken 29:7 De rechtvaardige neemt kennis van de rechtzaak der armen; maar de goddeloze begrijpt de wetenschap niet.
De wetenschap - Namelijk waardoor hij behoort te verstaan zowel zijn schuldigen plicht, die hem verbindt tot de hulp der armen als de rechte manier en wijze om dezelve wel en tijdig te betonen.
Hier zien we een goddelijke nuancering in het begrip gerechtheid: De gerechtigheid van God heeft een element van liefde in zich, omdat Gods Wet liefde leert. Job formuleert het heel mooi:
quote:
Job 29: 14 Ik bekleedde mij met gerechtigheid, en zij bekleedde mij; mijn oordeel was als een mantel en vorstelijke hoed. Den blinden was ik tot ogen, en den kreupelen was ik tot voeten. Ik was den nooddruftigen een vader; en het geschil, dat ik niet wist, dat onderzocht ik.
Is het niet prachtig?! Ook ons huidig nederlands recht is gebaseerd op het zeer stricte romeinse recht met een vleugje van de 'liefde' erdoorheen gebakken. Dat is gebeurd door bijvoorbeeld termen van 'redelijkheid en billijkheid' als open normen te laten fungeren. Maar vanzelfsprekend staat of valt in elke tijd de gerechtigheid met de geesten en de harten van de rechtshandhavers en rechtstoepassers.
En tot slot ook een scherpere kant van gerechtigheid: er is een voorbeeld van een prediker van gerechtigheid, en dat is Noach:
quote:
2 Petr 2:5 En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, den prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, als Hij den zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht;
Het hoeft geen betoog dat gerechtigheid zo bezien dus direct verband houdt met de kern van het geloof in Jezus Christus. Het is daarmee een centraal begrip. Dit begrip verontachtzamen geeft een geheel ander beeld op Jezus Christus en zijn lijdensweg en heilsweg, en daarmee ook een geheel ander beeld op de betekenis van "liefde".
Een mooie vooruitspiegeling van betekenis van de gerechtigheid tegenover de liefde wordt ook al gegeven door het beloofde land voor het volk Israël:
quote:
Deut 9:5
Niet om uw gerechtigheid, noch om de oprechtheid uws harten, komt gij er henen in, om hun land te erven; maar om de goddeloosheid dezer volken, verdrijft hen de HEERE, uw God, voor uw aangezicht uit de bezitting: en om het woord te bevestigen, dat de HEERE, uw God, aan uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft.
Wat staat hier: Het beloofde land is niet de belofte voor het volk Israël! Het is het oordeel in
gerechtigheid over de goddeloosheid van de volken die worden verdreven! Maar de joden zijn niet veel beter. Wel een beetje, maar dan
alléén omdat ze het nageslacht zijn van de belofte. Maar anders dan dat zijn zij even verderfelijk. Maar vanwege Gods Naam en Heerlijkheid, doet God deze werken. Ondanks de mens. Vandaar m.i. de boodschap van oude naar nieuwe bedeling in Maleachi en de belofte van Elisa en de prediking van Johannes de Doper: God zal de vaderen verzoenen met de kinderen en de kinderen terugbrengen op de bedachtzaamheid en rechtvaardigheid van de vaderen.
Het is even heel erg hak op de tak, maar ik citeer even
Learsi:
"
De boodschap was daar: Jezus Christus heeft jullie gered Israël. Niet jullie eigen inspanningen zal jullie redden maar mijn lijden zal jullie redden. Wat ook zal gebeuren bij Zijn Wederkomst." Hoezo koppel je (ik spreek dus even Learsi aan) dit aan de Wederkomst? Het staat hierboven geschreven: In het beloofde land was het al zo. De belofte van de rust gold niet het geslacht van de zonde. Maar het nageslacht van de belofte krijgt hem toch, óndanks zichzelf. Op een wonderlijke manier die het verstand te boven gaat. Niets alverzoening. Maar verlossing van de geplaagde en verdrukte en lijdende en zoekende en grijpende naar de heerlijkheid Gods.
Maar is dat dan tegen de gerechtigheid? Nee, zeker niet. De gerechtigheid van de eis wordt volbracht in Christus, maar de gerechtigheid van de belofte en liefde wordt volbracht in wie in liefde tot God komt, en in Hem blijven wil.
Er is dus nog steeds gerechtigheid in de volle oude betekenis van het woord. Onverkort. Scherp als in het begin toen Adam en Eva tot sterven veroordeeld werden. Maar deze gerechtigheid is opgedeeld in twee delen:
1) De zonde van A tot Z en van verleiding tot fait-accompli wordt niet aangerekend aan de mens, die zich terecht beroept op Christus; En
2) de rechtvaardige levensstijl die werd gevraagd in zondeloosheid, wordt vervuld geacht als het hele hart en ziel en heel het verstand erop gericht is en zich ertoe zetten wil, om rechtvaardig te willen zijn, vanuit liefde voor God.
Deel 1 is klaar en volbracht hoewel de waarschuwing van Christus uitgaat dat er zullen zijn die roepen "Heere Heere in uw naam hebben wij grote werken gedaan", en toch verworpen worden. Maar de bottom-ine is toch: Halleluja, de gelovigen zijn gearriveerd in Christus' Koninkrijk!
Deel 2 is een nog volkomen tabula rasa en een vraag en een roep en een toets van onze hartelijke liefde, op elke dag dat wij opstaan en de dageraad aanbreekt. Vrijheid!! Vrijheid?? Nou... voor wie rechtvaardig is (wil zijn) en volkomen
is in de liefde: Jawel. Maar voor eenieder die nog niet volkomen is in liefde en (de wil tot) rechtvaardigheid: Vrees God, werk wanneer het dag is, maak u klaar, strijd de strijd, want die u voorgingen verhardden zich grotendeels, of vervielen tot de afgoden en verleidingen van de begeerte!
Het scheiden van deel 1 en deel 2 is erg onverstandig. Het opdelen van de gelovigen in gescheiden groepen met aanhangers van deel 1, tegenover aanhangers van deel 2, is erg ongehoorzaam, en bewerkt de ellende van beide groepen. Volgens mij dan.
Het is wel wat complex, als je het zo bekijkt. Gelukkig is het allemaal versimpeld zichtbaar gemaakt en door Jezus als sacrament meegegeven aan de kerk. Want als je goed oplettend meedoet met de viering van het het heilig avondmaal, dan heb je het behandeld en verwerkt, zonder over het bovenstaande bewust nagedacht te hoeven hebben.