quote:
P. Strootman schreef op 31 januari 2006 om 20:26:Nunc,
Er zit niets anders op, Nunc, dan terug te keren naar de kernvragen:
Wordt de Christusnaam alléén gebruikt voor de persóón van Jezus Christus, of ook voor de Geest? Zo niet, wat staat er dan bij Paulus tegenóver de Christus wat het vlees betreft? Een logische vraag, want anders had hij géén onderscheid hoeven te maken. Want dát deed Hij wel degelijk! Had hij dan geen ónvleselijke Christus op het oog?
Piet, het zou je sieren, als je IN GING op wat anderen schrijven. Ik heb dit onderwerp al behandeld (zie:
Nunc in "De Christus-geest, die niet Jezus is"), direct nadat jij het in dit topic schreef. Daarna heb ik er echter GEEN reactie op gezien, maar nu zie ik wel dat je weer opnieuw (dus zonder naar mijn reactie te kijken of er op in te gaan) dezelfde (al door mij beantwoordde) vraag opwerpt. Mijn standpunt is, dat 'naar het vlees' slaat op een A S P E C T van Christus. Ik heb nog in het geheel geen serieuze tegenwerpingen gezien.
quote:
En wat doe je met de volgende teksten:
Matt.23.10:‘Laat u ook geen leidslieden noemen, want één is uw leidsman, de Christus’
Ongetwijfeld had Jezus hier de INNERLIJKE Christus op het oog.
"Laat u ook geen leidslieden noemen, want één is uw leidsman, de President". Is dat een zin, die de president ZELF, niet kan zeggen? Nee natuurlijk. Daarmee is jouw conclusie ongefundeerd. Jezus kan evengoed zichzelf op het oog gehad hebben. Er is niks wat tegen die conclusie pleit, als immers Christus == Messias.
quote:
Joh.12.34: De schare dan antwoordde: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus tot in eeuwigheid blijft; hoe kunt Gij dan zeggen, dat de Zoon des mensen moet verhoogd (sterven) worden. Wie is deze Zoon des mensen?
Hier zien wij opnieuw, dat het volk óók niet kon onderscheiden tussen de Christus, die tot in eeuwigheid blijft en DE ZOON DES MENSEN die moest sterven. We zien hier ook weer:Zo leraren zo volk (zie Matt. 22.41 e.v).Hier zien we toch wel héél duidelijk, Nunc, dat we móeten onderscheiden tussen ‘de Zoon des mensen’ die sterven moest en ‘de Christus’ als Gods Geest, die tot in eeuwgeheid blijft.
Je poneert hier onderscheid tussen de Christus en 'de Zoon des mensen' op basis van het gegeven dat de Christus tot in eeuwigheid blijft, en de 'Zoon des mensen' moet sterven.
Maar je laat heel selectief een aantal belangrijke gegevens over de 'Zoon des mensen' weg. MET die gegevens, wordt je standpunt er niet sterker op.
ten eerste:
Mat 12,40:
"Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten in de buik van het zeemonster was, zo zal de Zoon des mensen in het hart der aarde zijn, drie dagen en drie nachten."Mat 17,9:
"En terwijl zij van de berg afdaalden, gebood Jezus hun, zeggende: Vertelt niemand dit gezicht, voordat de Zoon des mensen uit de doden is opgewekt."Mat 24,37:
"Want zoals het was in de dagen van Noach, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. " De Zoon des Mensen zal dus wel sterven (in het hart der aarde zijn), maar slechts voor een beperkte tijd. Het sterven is dus niet DEFINITIEF, maar tijdelijk.
ten tweede:
Mat 16,27:
"Want de Zoon des mensen zal komen in de heerlijkheid zijns Vaders, met zijn engelen, en dan zal Hij een ieder vergelden naar zijn daden. "Mat 24,44:
"Daarom, weest ook gij bereid, want op een uur, dat gij het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. "De Zoon des Mensen zal terugkomen (dus na zijn sterven).
ten derde:
Mat 26,64:
" Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg u, van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien, gezeten aan de rechterhand der Macht en komende op de wolken des hemels. "
Daniel 7:
"13 Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; 14 en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is."Jezus doelt met 'Zoon des mensen' op de profetie van Daniel over iemand gelijk een mensenzoon, aan wie alle macht gegeven wordt.
Aangezien de Zoon des Mensen dus wel doodgaat, maar na 3 dagen weer opstaat, en daarna terugkomt, en aangezien de Zoon de Mensen slaat op de profetie die ook over 'eeuwige heerschappij' spreekt, is wel duidelijk dat je conclusie
"Hier zien wij opnieuw, dat het volk óók niet kon onderscheiden tussen de Christus, die tot in eeuwigheid blijft en DE ZOON DES MENSEN die moest sterven." niet ondersteund wordt door de hier aangedagen bijbelse gegevens. Immers, de 'Zoon des Mensen' blijft ook tot in eeuwigheid. Er is op basis van 'eeuwig voortbestaan' geen verschil op te merken tussen die twee. (overigens kun je de gelijkheid van die twee gewoon in Mat.16:13-16 lezen).
quote:
Strootman
Rom.5.6:’Zo zeker als Christus, toen wij nog zondaren waren, te zijner tijd voor goddelozen is gestorven’
Paulus bedoelde hier niet, dat wij toen nog slechte mensen waren, maar dat wij letterlijk God-loos waren en daardoor zondaren=doelmissers. Paulus ging in deze tekst dus terug naar het ‘in den beginne’, want het volk Israël was zéker niet God-loos. Zij bezaten het zoonschap immers al veel eerder!
Deze conclusie is niet houdbaar, want Paulus zelf laat ons weten
"Want gij hebt gehoord van mijn vroegere wandel in het Jodendom: ik heb de gemeente Gods bovenmate vervolgd en getracht haar uit te roeien" (gal.1:12). Hoe kan iemand die de 'gemeente Gods' tracht uit te roeien, een Zoon van God genoemd worden? En toch was Paulus een Israëliet. Paulus kan dus van zichzelf in de galatenbrief zeggen dat hij een vijand van God was. Zo kan hij ook in de romeinenbrief namens zichzelf (en de lezers) zeggen dat Christus, toen zij nog zondaren waren, gestorven is voor hen. Dat hoeft in het geheel niet te impliceren dat dat 'in den beginne' gebeurd moet zijn. Paulus weet donders goed wat hij in het verleden heeft gedaan (Gods gemeente vervolgen!) en ook wat z'n heidense lezers in die tijd deden: God-loos zijn. Dit vers dwingt dus geen tijdsbepaling 'in den beginne' af.
quote:
Maar er was een tijd, dat de mens nog zonder God was in de wereld. Dat was vóórdat de Here God zei:’Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en van kwaad’. Tóen is Christus als Gods Geest, al voor álle mensen gestorven. En dáárom schreef Johannes in zijn 1ste brief, hoofdstuk 1.1: Hetgeen was in den beginnen, dat hebben wij gehoord en gezien met onze ogen…..’ Tóen al, was Gods verlossende liefde aanwezig en stierf Hij voor álle mensen (2 Kor.5.15) Níet pas 2000 jaar geleden! Onzin!
Wat in 1 johannes 1 staat, spiegelt wat in johannes 1 staat. Uit vergelijking van die twee blijt duidelijk dat Johannes het over het Woord van God heeft, wat 'in den beginne' was. Maar nergens staat "Tóen is Christus als Gods Geest, al voor álle mensen gestorven". Dat kan best jouw interpretatie zijn van dit vers, maar er is niks wat afdwingt dat alleen deze interpretatie een zinnige interpretatie is van dit vers. Daar komt nog bij, dat Johannes in zijn eerste brief meermalen refereert naar 'het bloed van Jezus, Zijn Zoon', en we weten uit Johannes' evangelie dat dat bloed ongeveer 2000 jaar geleden vloeide.
De meest aannemelijke interpretatie van 1 joh.1 is dus dat Johannes beschrijft, dat de discipelen het Woord van God hebben mogen aanschouwen, toen het in het vlees rondliep in Judea. Johannes merkt ook niet voor niets in hoofdstuk 4 vers 2 op: "iedere geest, die beleijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God". Een dergelijke mededeling zou zinloos zijn, als Johannes alleen doelde op iets wat 'in den beginne' had plaatsgevonden. Verder impliceert de mededeling dat 'Jezus Christus' al bestond voordat Hij in het vlees kwam.
quote:
Rom 8.10: ‘Indien Christus in u is…..’
Wat moeten wij ons daarbij voorstellen? Een idee? Een gedachte? Of een of een wezenlijke Kracht, zoals Paulus dat ergens anders schreef’: Christus de kracht Gods en de wijsheid Gods’? De Geest, dus.
Christus (is) de kracht Gods en de Wijsheid Gods, inderdaad, immers Christus is het Woord (Wijsheid) van God. Maar het Woord is niet gelijk aan de Geest van God. De Geest van God gaat uit van de Vader en het Woord.
Maar 'indien Christus in u is...'
hoeft niet een letterlijke aanwezigheid van Christus in ons te betekenen. Ik heb je er al meermalen op gewezen dat het woordje 'in' nogal ruim door Paulus gebruikt wordt, en zeker niet altijd letterlijk.
Verder zie ik niet in, waarom Christus in mijn visie niet 'in' een mens aanwezig zou kunnen zijn. Ik geloof best dat de geest van Christus (= Heilige Geest = Geest van God) in ons aanwezig is. Maar dat sluit niet uit, dat diezelfde Christus ooit, 2000 jaar geleden, de concrete fysieke vorm van één mens aannam, en toen bekend stond onder de naam Jezus.
quote:
1 Kor.3.23:’Gij zijt van Christus en de Christus is Gods’
Kunnen we hier lezen:’ Gij zijt van Jezus en Jezus is Gods’?
Kol.3.11:’Waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden en onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en IN allen is Christus’
Kunnen we hier lezen:’Waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden en onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en IN allen is Jezus’?
ja, aangezien 'Jezus' niet meer is dan de naam waaronder de Messias (het vleesgeworden Woord) hier op aarde bekend is.
Leg jij maar uit waarom het niet zou kunnen, of waar het conflicteert met andere gedeelten van de bijbel.
quote:
Meer kan ik niet doen! Maar het gáát om de Geest! Of het is en blijft een Geest-loos christendom.
Wat een pertinente onzin. Het christendom heeft gelukkig niet jouw intern INconsistente visie op de geest geaccepteerd, maar dat betekent niet dat het christendom Geest-loos is. Alleen blijkt keer op keer in iedere discussie weer, dat jij je niet wilt laten corrigeren door wat er in de bijbel staa, en ook niet lijkt te willen begrijpen wat het christendom echt zegt over Christus en de Geest.
quote:
Een godsdienstonderzoeker schreef in de vorige eeuw:
'Het geloof in een vleselijke Christus zal niet langer dan een kwart eeuw duren. De kerken zullen hun geliefde dogma's moeten opgeven of de twintigste eeuw zal getuige zijn van de val en ondergang van het hele christendom en daarmee zelfs het geloof in een Christus als zuivere Geest...'
dolle pret.
Ik denk dat ik ook wel een aantal onderzoekers kan citeren dat het tegenovergestelde beweert. Een dergelijk citaat van een (wellicht bevooroordeelde?) 'onderzoeker' doet me niks, en het heeft ook amper realiteits-waarde.
Ik luister liever naar de enige echte autoriteit in deze zaken:
quote:
mat.24
3 Toen Hij op de Olijfberg gezeten was, kwamen zijn discipelen alleen tot Hem en zeiden: Zeg ons wanneer zal dat geschieden, en wat is het teken van uw komst en van de voleinding der wereld? 4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Ziet toe, dat niemand u verleide! 5 Want velen zullen komen onder mijn naam en zeggen: Ik ben de Christus, en zij zullen velen verleiden
(..)
21 Want er zal dan een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is van het begin der wereld tot nu toe en ook nooit meer wezen zal. 22 En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden ingekort. 23 Indien dan iemand tot u zegt: Zie, hier is de Christus, of: Hier, gelooft het niet. 24 Want er zullen valse christussen en valse profeten opstaan en zij zullen grote tekenen en wonderen doen, zodat zij, ware het mogelijk, ook de uitverkorenen zouden verleiden. 25 Zie, Ik heb het u voorzegd. 26 Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet. 27 Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn. 28 Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen.
29 Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen. 30 En dan zal het teken van de Zoon des mensen verschijnen aan de hemel en dan zullen alle stammen der aarde zich op de borst slaan en zij zullen de Zoon des mensen zien komen op de wolken des hemels, met grote macht en heerlijkheid. 31 En Hij zal zijn engelen uitzenden met luid bazuingeschal en zij zullen zijn uitverkorenen verzamelen uit de vier windstreken, van het ene uiterste der hemelen tot het andere.
Als ik naar Jezus luister komt het allemaal echt wel goed met de uitverkorenen, en hoef ik weinig waarde te hechten aan 'een godsdienstonderzoeker (..) in de vorige eeuw'