Hoi Nunc,
Ten eerste: Als je moedertaal Ivriet was, zou je de term "'elohiem" als een verwijzing naar kracht/grootheid in het algemeen beschouwen, en niet naar J-H-W-H in het bijzonder. Het Ivriet gedraagt zich hierin namelijk hetzelfde als het oude Hebreeuws.
Los van een hoeveelheid uitdrukkingen in het Ivriet met het woord "'elohiem" als zijnde een profaan woord, is ook een (valse) macht/god/grootheid als Astarte een elohiem, of een (valse) macht/god/"grootheid" als Chemos, een geestverschijning, het gouden kalf, etc., etc. -- geen van allen verwijzingen naar samengesteld enkelvoud, laat staan naar triniteit.
Ten tweede: De meest gezaghebbende woordenboeken, zoals het
"Theologisches Wörterbuch zum alten Testament", geven אלהים (elohiem), naast een verwijzing naar de God van Israel, eveneens de betekenis van verwijzingen naar een andere god dan de elohiem van Israel (bij punt IV): … "Z.B. Baalzebub, der Gott von Ekron (2 Kön 1,2f. 6.16), Astoret, die Gottheit (Götinn – auch hier אלהים!) der Sidonier, Kermos, der Gott Moabs und Milkom, der Gott der Ammoriter (I Kön 11,33)…"
En bij punt IV:5: "Einfaches אלהים steht oft mit appellativischer bedeutung: '
ein Gott', '
eine Gottheit'."
En weer wat verder: "Wenn die Gottesleugner Ps 14,1 sagen אין אלהים (ejn 'elohiem),
handelt es sich nicht um J-H-W-H, sondern um den
Gottesgedanken ganz im algemeinen” (Baumgärtel 24). Ähnlich sagen die Zweifler, Mal 3,14f. 18, daß es sich nicht lohnt, אלהים ('elohiem) zu dienen;
es handelt sich nicht um J-H-W-H, sondern um Gott im allgemeinen.
En verderop:
Dagegen ist איש אלהים ('iesh 'elohiem – "man van elohiem") eindeutig, denn איש י-ה-ו-ה ('iesh J-H-W-H – "man van J-H-W-H"
(Mijn vertaling)) kommt nie vor; ein 'Gottesmann' ist ein Mann, der mit
einem Gott bzw. Mit
dem Gottlichen in naher Verbindung steht. Ebenso ist מראות אלהים (Ez 1,1; 8,3; 40,2) eine Gottesvision
im algemeinen, דבר אלהים – [davar elohiem – "woord van 'elohiem"
(Mijn vertaling)] (Ri 3,20; 1Sam 9,27; 2 Sam 16,23 1 Kön 12,12) 'Goteswort'
im algemeinen, '
Orakelspruch', und מענה אלהים (Mi 3,7) eine Gottesantwort
ohne Beziehung zu einem bestimmten Gott.
En weer wat verderop:
Ferner kommt אלהים in Verbindungen vor, die das Gewaltige und Übermenschliche ausdrücken. So heißt עיר גדולה לאלהים [‘ier g’dolah l’elohiem] Jon 3,3 sicher 'eine unmenschlich große Stadt'. (…) Ebenso ist חכמת אלהים (chochmat ‘elohiem) 1 Kön 3,28 am ebesten 'übermenschlich große Weiskeit.' Die Deutung von רוח אלהים in Gen 1,2 als 'gewaltiger Wind' schließt an diese Beobachtung an.
(…)
Bij punt IV:7 wordt nog een vermelding gemaakt van de geestverschijning van Samuel, die eveneens een elohiem wordt genoemd: 1 Sam 28:13 nennt die Geistesbeschwörerin in Endor den heraufsteigenden Geist Samuels einen אלהים ('elohiem), d.h. ein nicht menschliches oder "übernatürliches" Wesen. Dieselbe Bedeutung liegt Jes 8:19 vor: "Sol nicht ein Volk seine(n) אלהים fragen, die Toten für die lebenden?"… (zie de optie van zowel een enkelvoudige als een meervoudige verwijzing naar [een] elohiem van een willekeurig volk).
De
"Hebrew and Aramaic Lexicon of the Old Testament" verklaart (naast "'elohiem" als verwijzing naar J-H-W-H, de God van Israel) in dezelfde lijn:
Bij punt B:3:2c "… becomes singular: god, deity."
En wat verderop, eveneens bij punt B:3:2c: "
god or godess of a people or land."
En bij punt B:3:2d: "god of a domain."
En wat verderop: "
ghost."
Bij punt B:3:2e: "superlative "a
mighty wind" (Gen 1,2)."
Etc.,…
Zelfs de Christelijke Gesenius (
Hebräisches und Aramäisches Handwörterbuch über das alte Testament) geeft, naast de verwijzing naar de God van Israel, dezelfde betekenissen voor de term 'elohiem -- "
Gott", "Göttin", (met verwijzingen naar de godin van de Sidoniërs), "
göttliches übernatürliches Wesen" (met verwijzing naar 1 Sam 28:13), en "
übertr. v. hervorragenden Personen, so v. Mose" (met verwijzingen naar Mozes en Psalm 45:7).
Ook het Nederlandse "Romen Woordenboek" van het Bijbelse Hebreeuws geeft een vergelijkbare boodschap. Naast de verwijzing naar de God van Israel, refereert het woordenboek naar andere goden en (bij punt II) o.a. naar "mensen die over buitengewone kracht of macht beschikken."
Duidelijk is dat de term "'elohiem" grammaticaal niets te maken heeft met samengesteld meervoud.
Ten derde: Uitdrukkingen als "cherdat elohiem" (zeer groot/machtig alarm) en "chitat elohiem" (zeer grote/machtige angst, paniek) zijn helaas heel normaal in Israel. Vergelijk het met "
'ier g'dolah l'elohiem" – een enorme grote stad, zoals uit Jona 3:3: "...WeNien'veh hajtah 'ier g'dolot l'elohiem..." (..."En Nineve was een zeer grote stad"...).
"'Elohiem" duidt simpel macht/grootheid aan, aangezien de wortel van het woord dat vereist.
Zo kan 'elohiem eveneens naar een geest of rechter verwijzen -- ook in het moderne Ivriet.
De 5-delige Alcalay (The Complete Hebrew-English Dictionary), één van de meest uitgebreide en toonaangevende woordeboeken ter wereld van het
moderne Ivriet (
niet het Bijbelse Hebreeuws) geeft het profane "rechter" (judge) ook als betekenis, vergelijkbaar met de kanttekening in de Mechilta de-Rabbi Jisma'el:
"'…elohiem betekent eveneens 'rechter'." Etc.
De Me'am Lo'ez vertaalt 1 Samuel 2:25: "
…'Indien één mens zondigt tegen een ander mens, zal de [profane] rechter (‘elohiem) hem veroordelen, maar als een mens tegen HaShem (J-H-W-H) zondigt, wie zal voor hem bidden?'…"
Dat is een mogelijke vertaling.
De Mechilta vertaald 'elohiem ook met "rechter" (BaChodesh 4) en met "machtige/leider" (Kaspa 1).
Eveneens vermeldenswaard is, dat Rabbi Akiba het vers "'elohiem zul je niet vervloeken,…" (exodus 22:28) becommentarieërt: "
ongeacht wie (welke elohiem) het is". Het verbod op het vervloeken van 'elohiem, wordt door Rabbi Akiba opgevat als betreffende alle grootheden/machten (elohiem) [Zowel God en de profane rechter, de profane machthebber, etc, aangezien "'elohiem" meerdere betekenissen heeft en niet alleen naar God verwijst].[/i]"
De Pesikta deRav Kahana vertelt, nadat de term "'elohiem" synoniem met de term "rechter"/"meerdere" werd gesteld in Piska 12:
"
…"Wie werd door J-H-W-H aangesproken als 'elohiem'?" En hij antwoordde: "Mozes, tegen wie Hij zei: “Hoewel Ik jou aanspreek als "'elohiem" – 'Zie, Ik heb je als elohiem (de meerdere/rechter) tegenover Farao gesteld' (Exodus 7:1), [desondanks] ben Ik nog steeds elohiem (de meerdere) tegenover jou"."
Even verderop in dezelfde Piska (12), staat: "
Maak geen groot punt van het feit dat Ik jullie als elohiem heb aangesproken toen Ik verklaarde "jullie zijn elohiem" (Psalm 82:6), want Ik ben desondanks elohiem boven jullie."
De vertalers van de Hebreeuwse Mechilta en de Metsudah Tanchuma Pesach (Rosenwald editie) bieden de onder andere volgende vertalingen van "'elohiem": God, meester, meerdere, instructeur, engel, rechter, prins.
En nu naar de Tanach: ...
Ten vierde: Ik heb het woord "'elohiem" in het volgende Tanach-citaat gelaten zoals het in de oorpronkelijke Hebreeuwse tekst staat:
quote:
2 Koningen 1:3:
Sta op, ga de boden van de koning van Samaria tegemoet en zeg tot hen: Is er dan geen elohiem in Israel, dat gij Baäl-Zebub, de elohiem van Ekron, gaat raadplegen?
Iedere afgod is een elohiem, net als een mens of een geest een elohiem kan zijn, of J-H-W-H, de God van Israel, etc. Kemos was de elohiem van Moab, Milkom was de elohiem van Ammon, Astarte was de elohiem van de Sidoniërs, Dagon was de elohiem van de Filistijnen, Baäl-Zebub was de elohiem van Ekron, Nisroch was een elohiem, en J-H-W-H ook – de elohiem van Israel, of kortweg elohiem, aangezien Hij de hoofdpersoon van de Tanach is. Een paar voorbeelden:
1 Koningen 11:4-5:In tegenstelling tot zijn vader David was hij niet volkomen toegewijd aan de Heer, zijn God (י-ה-ו-ה אלהיו – letterlijk: "J-H-W-H, de elohiem van hem").
Hij zocht zijn heil bij Astarte, de godin van de Sidoniërs (עשתרת אלהים צדנים - letterlijk: "Astarte, de elohiem van de Sidoniërs")
, en bij Milkom, die verfoeilijke afgod van de Ammonieten.Hier zie je duidelijk twee elohiem tegenover elkaar geplaatst: J-H-W-H, de elohiem van Salomon, en Astarte, de elohiem van de Sidoniërs.
Richteren 11:24:Zoudt gij niet dengene erven, dien uw god Kamos (כמוש אלהיך - letterlijk: "Kamos, de elohiem van u")
voor u uit de bezitting verdreef? Alzo zullen wij al dengene erven, dien J-H-W-H, onze God (י-ה-ו-ה אלהינו - letterlijk: "J-H-W-H, de elohiem van ons"),
voor ons aangezicht uit de bezitting verdrijft.Of:
1Koningen 11:33:Ik breng deze scheuring teweeg omdat de koning en het volk mij in de steek hebben gelaten en zich hebben neergebogen voor Astarte, de godin van de Sidoniërs (עשתרת אלהים צדנים - letterlijk: "Astarte, de elohiem van de Sidoniërs")
, en voor Kemos, de god van Moab (כמוש אלהי מואב - letterlijk: "Kemos, de elohiem van Moab")
, en voor Milkom, de god van Ammon (מלכם אלהי בני עמון – letterlijk: "Milkom, de elohiem van de kinderen van Ammon").
Ze volgden niet de wegen die ik hun wees en lieten na wat ik van hen vroeg. In tegenstelling tot Salomo’s vader David overtraden zij mijn wetten en voorschriften.Of:
2 Koningen 19:37:Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god (נסרך אלהיו – letterlijk: "Nisroch, de 'elohiem van hem")
, zich nederboog, dat Adramélech en Sarézer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-Haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.Of:
Richteren 16:23-24:Toen verzamelden zich de vorsten der Filistijnen, om hun god Dagon (דגון אלהיהם - letterlijk: "Dagon, de 'elohiem van hun")
een groot offer te offeren, en tot vrolijkheid; en zij zeiden: Onze god (אלהינו – letterlijk: "de 'elohiem van ons")
heeft onzen vijand Simson in onze hand gegeven.
Desgelijks als hem het volk zag, loofden zij hun god (אלהיהם - letterlijk: "de 'elohiem van hun")
, want zij zeiden: Onze god (אלהינו – letterlijk: "'elohiem van ons")
heeft in onze hand gegeven onzen vijand, en die ons land verwoestte, en die onzer verslagenen velen maakte!Of:
Jesaja 37:38:Het geschiedde nu, als hij in het huis van Nisroch, zijn god (אלהיו - letterlijk: "'elohiem van hem")
, zich nederboog, dat Adramélech en Sarézer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch zij ontkwamen in het land van Ararat; en Esar-Haddon, zijn zoon, werd koning in zijn plaats.
Of:
2 Koningen 1:2Ahazia viel door het traliewerk van zijn bovenvertrek te Samaria, en hij werd ziek. Toen zond hij boden uit en beval hun: Gaat naar Baäl-Zebub, de god van Ekron (אלהי עקרון - letterlijk: "de elohiem van Ekron")
, of ik van deze ziekte zal herstellen.Geen van deze elohiem betreft een samegestelde eenheid. En er zijn met gemak meer voorbeelden te geven.
Toen Saul aan een helderziende vrouw in Endor vroeg om de profeet Samuel uit de doden op te roepen, ontstond de volgende interessante dialoog:
1Samuel 28:13-15:'Wees niet bang,' antwoordde de koning (Saul) haar. 'Zeg liever wat u ziet.'
'Ik zie een geest (אלהים – elohiem)
uit de aarde opkomen.'
'Hoe ziet hij eruit?'
'Het is een oude man, gehuld in een mantel.'
Saul begreep dat het Samuël was. Hij knielde en boog zich eerbiedig neer.
'Waarom verstoort u mijn rust en laat u mij oproepen?' vroeg Samuël aan Saul.
'Ik zie in het geheel geen uitweg meer,' antwoordde Saul. 'De Filistijnen voeren oorlog tegen mij en God heeft zich van mij afgekeerd. Hij geeft geen antwoord meer, noch door een profeet, noch in een droom. Daarom heb ik u te hulp geroepen. U kunt mij vertellen wat ik moet doen.'
'Waarom komt u met uw vragen bij mij,' zei Samuël, 'als de Heer zich van u heeft afgekeerd en uw vijand is geworden?'Interessant is niet alleen dat de context de term "'elohiem" hier duidelijk als enkelvoudig bepaald ("'Hoe ziet
hij eruit?' 'Het is
een oude man, gehuld in een mantel'"), maar eveneens dat de geestverschijning van Samuel een meervoudig werkwoord meekrijgt: "'elohiem ra'ietie
'oliem min ha'arets" ("ik zie een elohiem opstijgen vanuit de aarde"). Als de context niet zo duidelijk was, had je deze zin ook heel goed kunnen vertalen als: "ik zie goden/geesten opstijgen vanuit de aarde."
(Hetzelfde gebeurt overigens met het Gouden kalf, dat "'elohej
zahav" (een gouden afgod) wordt genoemd, maar waarnaar eveneens wordt verwezen als "
elleh elohejcha" – (een meervoudig aanwijzend voornaamwoord), terwijl het in beide gevallen om slechts één elohiem gaat. Dat we onze eigen elohiem, J-H-W-H, toen vergeten waren, blijkt pijnlijk uit Psalm 106:19-23).
Mijns inziens is het bewijsmateriaal overmatig redundant: De meest gezaghebbende Joodse Bijbelvertalingen van de Hebreeuwse teksten; grammatici, interpretatoren & commentaren; de belangrijkste woordenboeken (inclusief de Christelijke Gesenius); en niet te vergeten: de Tanach zélf – ze tonen dat de term
"'elohiem" grammaticaal geen samengesteld enkelvoudig woord is – laat staan een triniteit.
Moshe