quote:
op 28 Mar 2003 20:43:11 schreef csilla:
op 26 Mar 2003 10:36:44 schreef cheese:
in de zogenaamde goedgekeurde bijbel staan ook allerlei schokkende dingen, zoals
God, die opdracht gegeven zou hebben om zuigelingen te laten vermoorden,
(en diverse mensen draaien zich in allerlei kronkels om dat goed te praten)
dus dat is geen argument om het Thomas-evangelie af te wijzen, ik denk dat het
er meer om gaat om echt te begrijpen wat er staat en met het badwater ook niet
het kind weg te gooien.
Ch; wat zou je dan van het volgende willen bewaren en wat weggooien?
zet er maar een kruisje voor als je het wilt weggooien en vertel erbij waarom er blijft vast
ook wel iets over, en dan heb je het kind gevonden...
Maar hoe kun je in de vrede begrijpen wat er staat als er niet zoiets is als context?! Het is een soort spreukenboek van Jezus, zonder enige samenhang. En helemaal als er een spreuk als deze instaat (die absoluut niet met de zgn goedgekeurde, geïnspireerde et cetera bijbel samenhangt, maar er wel van af zou kunnen zijn geleid) lijkt het me niet een bijzonder betrouwbaar en leerzaam boek.
Zoals ik het nu gelezen heb is het slechts badwater. Als jij een kind hebt gevonden,
zeg het maar, ik zal het niet weggooien.
0 Dit zijn de verborgen woorden die Jezus, de levende, sprak en die Didymus Judas Thomas heeft opgeschreven.
1 En hij zei: Wie de betekenis van deze woorden vindt, zal de dood niet smaken.
2 Jezus zei: Laat hij die zoekt niet ophouden te zoeken totdat hij vindt. En als hij vindt, zal hij verward zijn en als hij verward is, zal hij zich verwonderen. En als hij zich verwonderd heeft, zal hij overal boven staan en tot rust komen.
3 Jezus zei: Als zij, die u trachten mee te slepen, tot u zeggen: ?Zie, het Koninkrijk is boven de aarde', dan zullen de vogels u vóór zijn. Als ze tot u zeggen: ?Het is onder de aarde', dan zullen de vissen in de zee u voorgaan.
Maar het Koninkrijk is binnen in u en het is in uw zien. Wie zichzelf kennen, zullen het vinden; wie zichzelf kennen, zullen weten dat zij zonen zijn van de Levende Vader. Maar als u zichzelf niet zult kennen, dan leeft u in armoede en bent u die armoede.
4 Jezus zei: Een wijze man zal niet aarzelen een klein kind van zeven dagen te vragen naar de plaats van het leven, en hij zal leven. Want vele eersten zullen laatsten worden en laatsten worden eersten en ze zullen eenling worden.
5 Jezus zei: Ken wat je voor je ziet en wat voor je verborgen is, zal aan je worden geopenbaard. Want er is niets dat verborgen is, wat niet geopenbaard zal worden.
6 Zijn leerlingen vroegen hem en zeiden tot hem: Wilt U dat wij vasten? En hoe moeten we bidden? Moeten we aalmoezen geven? En van welk voedsel moeten we ons onthouden?
Jezus zei: Vertel geen leugens en doe niet wat je haat, want alles zal aan het daglicht treden. Niets is verborgen, dat niet openbaar zal worden en niets zal bedekt blijven zonder ontsluierd te worden.
7 Jezus zei: Gelukkig is de leeuw die door de mens wordt gegeten, en de leeuw wordt die mens. En vervloekt is de mens die door de leeuw wordt gegeten, en de leeuw zal die mens worden.
8 En hij zei: De mens is als een wijze visser, die zijn net uitwierp in de zee. Toen hij het ophaalde, zat het vol kleine vissen. Tussen deze ontdekte de wijze visser een grote, goede vis. Hij wierp alle kleine vissen terug in de zee en koos zonder moeite de grote vis. Wie oren heeft om te horen, hij luistere.
9 Jezus zei: Zie, de zaaier kwam naar buiten, vulde zijn hand en wierp. Een gedeelte viel op de weg, de vogels kwamen en verzamelden het. Een ander deel viel op de rots, schoot geen wortel in de aarde en zond geen aren op ten hemel. Een ander deel viel op doornen. Ze verstikten het zaad en de wormen aten het op. Een ander deel viel op goede aarde en die bracht goede vrucht voort. Het droeg 60 per maat en 120 per maat.
10 Jezus zei: ik heb vuur op de wereld geworpen, en zie, ik waak erover tot zij brandt.
11 Jezus zei: Deze hemel zal voorbijgaan en die daarboven zal voorbijgaan; wie dood zijn, leven niet en wie leven, zullen niet sterven. De dagen dat jullie aten wat dood is, maakten jullie het levend; wanneer jullie in het licht zouden staan, wat zouden jullie dan doen? Op de dag dat jullie één waren, werden jullie twee; wanneer jullie twee zouden zijn, wat zouden jullie dan doen?
12 De leerlingen zeiden tot Jezus: We weten dat U van ons weg zult gaan. Wie zal dan groot zijn over ons?
Jezus zei tot hen: Waar jullie gekomen zijn, zullen jullie gaan naar Jacobus de Recht vaardige, om wille van wie hemel en aarde zijn ontstaan.
13a Jezus zei tot zijn discipelen: Vergelijk me en zeg me op wie ik lijk.
Simon Petrus zei tot hem: U lijkt op een rechtvaardige engel.
Mattheus zei tot hem: U lijkt op een wijze filosoof.
Thomas zei tot hem: Meester, mijn mond is niet in staat te zeggen op wie U lijkt.
Jezus zei: Ik ben jullie meester niet. Omdat jullie gedronken hebben, zijn jullie dronken geworden van de borrelende bron die ik heb toegemeten.
13b En hij nam hem mee, hij trok zich terug, en sprak tot hem drie woorden.
Toen Thomas echter terugkwam bij zijn metgezellen, vroegen zij hem: Wat heeft Jezus tegen je gezegd?
Thomas zei tot hen: Als ik tegen jullie één van de woorden zeg die hij tegen mij gezegd heeft, zullen jullie stenen nemen en naar me gooien en vuur zal uit de stenen komen en jullie verbranden.
14 Jezus zei tot hen: Als jullie vasten, zullen jullie zonde voor jezelf voortbrengen; als jullie bidden, zullen jullie worden veroordeeld; als jullie aalmoezen geven, zullen jullie je geest schaden; als jullie naar een land gaan en door de streken lopen, en wanneer men jullie ontvangt, eet dan wat jullie wordt voorgezet en genees de zieken onder hen, want wat jullie mond ingaat, zal jullie niet verontreinigen. Maar dat, wat jullie mond uitgaat, zal jullie verontreinigen.
15 Jezus zei: Wanneer jullie hem zien die niet uit een vrouw geboren is, werp je dan op je aangezicht ter aarde en vereer hem - Híj is jullie Vader.
16 Jezus zei: Misschien denken de mensen dat ik gekomen ben om vrede op de wereld te brengen en weten ze niet dat ik gekomen ben om verdeeldheid te zaaien op aarde - vuur, zwaard en oorlog. Want er zullen er vijf in een huis zijn, drie zullen zijn tegen twee en twee tegen drie; de vader tegen de zoon en de zoon tegen de vader en zij zullen staan als eenlingen.
17 Jezus zei: Ik zal jullie geven wat het oog niet heeft gezien, wat het oor niet heeft gehoord, wat de hand niet heeft aangeraakt en wat niet is opgekomen in de gedachten van de mens.
18 De discipelen zeiden tot Jezus: Vertel ons, hoe zal ons einde zijn?
Jezus zei: Hebben jullie het begin ontdekt, dat jullie zoeken naar het einde? Want daar waar het begin is, daar zal het einde zijn. Gezegend hij die staat in het begin, hij zal het einde kennen en de dood niet smaken.
19 Jezus zei: Gezegend is hij die was vanaf het begin, voordat hij tot bestaan kwam. Als jullie mijn leerlingen worden en naar mijn woorden luisteren, dan zullen deze stenen jullie dienaren worden. Want jullie hebben vijf bomen in het paradijs die niet bewegen in zomer en winter, en hun bladeren vallen niet af. Hij die ze kent, zal de dood niet smaken.
20 De discipelen zeiden tot Jezus: Vertel ons, waarop lijkt het Koninkrijk der Hemelen?
Hij zei tot hen: Het is gelijk een mosterdzaadje, kleiner dan alle zaden. Maar wanneer het op aarde valt die men bewerkt heeft, komen er grote takken uit voort die tot schuilplaats dienen voor de vogels in de lucht.
t/m 20