Artikel 1
Degenen die God naar zijn voornemen roept tot de gemeenschap met zijn Zoon, onze Here Jezus Christus, en door de Heilige Geest opnieuw geboren doet worden, verlost Hij wel van de tirannie en slavernij van de zonde1. Maar Hij verlost hen in dit leven niet helemaal van het vlees en het lichaam der zonde2.
Artikel 2
Hierdoor zondigen zij in hun zwakheid elke dag weer en zelfs aan de beste werken van de heiligen kleven gebreken1. (...)
Artikel 4
Gods macht waardoor Hij de ware gelovigen in de genade bevestigt en bewaart, is zo groot, dat zij niet door het vlees overwonnen kan worden1. Toch werkt God bij de leiding van hun leven niet altijd zo in de bekeerden, dat zij in sommige gevallen door hun eigen schuld niet zouden kunnen afdwalen van de weg waarop zij genadig geleid worden; zij worden dan verleid door hun zondige begeerten en volgen die. (...)
Wanneer zij dit niet doen, bestaat niet alleen de mogelijkheid dat zij door het vlees, de wereld en de satan meegesleept worden en tot zware en afschuwelijke zonden gebracht worden, maar gebeurt het ook werkelijk dat zij daarin - en God laat dit rechtvaardig toe - soms worden meegesleept. (...)
Artikel 6
Want God, die rijk is aan barmhartigheid, neemt naar het onveranderlijk voornemen van de uitverkiezing de Heilige Geest niet helemaal van de zijnen weg, zelfs niet wanneer zij zo treurig in zonde zijn gevallen1. Hij laat hen ook niet zo diep vallen, dat zij de genade van de aanneming tot kinderen en de staat van de rechtvaardiging verliezen, of dat zij de zonde tot de dood of de zonde tegen de Heilige Geest bedrijven en helemaal door God verlaten, zich in de eeuwige ondergang storten2.
Artikel 13
Bij hen die weer opgericht worden, nadat zij in zonde gevallen zijn, herleeft het vertrouwen te zullen volharden. (...) Dan zal het aangezicht van God, die met hen verzoend is, zich niet weer van hen afkeren wegens misbruik van zijn vaderlijke goedheid. (...)
(
En nog veel meer artikelen gaan er over. 't Gaat alleen stapje voor stapje, dat maakt 't lezen lastig.)