quote:
nee dus, want je hebt 'zondaars' en 'zondaars' (zie ook de 1e brief van Johannes. Iedereen maakt fouten, begaat zonden, maar niet iedereen is erop gericht om bewust zonden te doen). Paulus geeft een heel lijstje mensen (1 Kor.5) die het koninkrijk niet zullen beƫrven, en waar de gemeente niet mee om moet gaan.
Dat is nu precies de groep mensen waarvoor de kerken als
extra stap, voordat ze de band echt verbreken, nog het afhouden van het avondmaal hebben. Hooguit kun je zeggen, dat die
extra stap onbijbels is, en dat die mensen al veel eerder per Matteus 18 eruit gegooid hadden moeten worden, en dat die
extra stap hen niet gegund had moeten worden.
quote:
[...]
Waarbij hij een OT voorbeeld aandroeg, en ik vroeg om een NT-voorbeeld dat vooralsnog uitgebleven is.
hij droeg inderdaad een OT voorbeeld aan, en waarom zou dat niet voldoen? Maar ook NT voorbeelden zijn gegeven (alleen toen nog niet door Q.). Ik heb je gewezen op Openbaring 2:
20 Maar Ik heb enkele dingen tegen u: dat u de vrouw Izebel, die van zichzelf zegt dat zij een profetes is, ongemoeid haar gang laat gaan om te onderwijzen en Mijn dienstknechten te misleiden, zodat zij hoererij bedrijven en afgodenoffers eten. (Opb.2, HSV)
En ook 1 Kor.5 is al (te)veel keren aangehaald door mij. Daar staat ook gewoon dat de gemeente niet om moet gaan (n.b. zelfs niet moet eten met!) een heel lijstje zondaars, en dan wel specifiek mensen die zeggen dat ze bij de gemeente horen, maar toch die zonden doen.
Twee NT voorbeelden, zoals besteld had.
quote:
[...]
Dat lijkt me niet.
nee, en mij en Q. ook niet, maar dat was wel wat je suggereerde dat Q. bedoelde: "(...) Ik zie het niet terug komen in het NT, dat een gemeente verantwoordelijkheid draagt voor de tekortkomingen en zonden van individuen (...)". En dat is wezenlijk anders dan wat Qohelet schreef, namelijk dat de gemeente verantwoordelijkheid had voor de 'zuiverheid' of voor het niet meer omgaan met bepaalde individuen.quote:
[...]
Je plaatst het volgende vers er niet bij, jammer genoeg: 13 Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg.
Iemand die niet deugt, moet je uit je midden weg doen. En zo aan God overlaten. Dat is volgens mij 1 proces: er niet mee eten = buitensluiten. En het avondmaal vieren neemt daar niet automatisch een afzonderlijke positie in in, wat mij betreft.
Kun je uitleggen wat dat ene vers voor verschil maakt in wat ik schreef? Want Paulus heeft het eerst over gemeenteleden die zondigen. En over hen schrijft hij duidelijk wat je moet doen: "11. Maar nu heb ik u geschreven dat u zich niet moet inlaten met iemand die, terwijl hij een broeder wordt genoemd, een ontuchtpleger is, of een hebzuchtige, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover. Met zo iemand moet u zelfs niet eten. 13 Hen, die buiten zijn, zal God oordelen. Doet, wie niet deugt, uit uw midden weg." (1 Kor.5, HSV)
Het "hen die buiten zijn" slaat op wat Paulus een zin eerder had geschreven: 9. Ik heb u geschreven in de brief dat u zich niet moet inlaten met ontuchtplegers. 10 Echter, niet in het algemeen met de ontuchtplegers van deze wereld, of met de hebzuchtigen, of rovers, of afgodendienaars, want dan zou u uit de wereld moeten gaan.". Over diegenen die "binnen" zijn, kan de gemeente oordelen, en zo nodig zich niet meer met die mensen inlaten. Over degenen die buiten zijn, kan de gemeente niet zo handelen (die moeten ze niet buitensluiten, het oordeel is aan God).quote:
Dat is volgens mij 1 proces: er niet mee eten = buitensluiten. En het avondmaal vieren neemt daar niet automatisch een afzonderlijke positie in in, wat mij betreft.
Dus inderdaad, iemand die "niet deugt" moet uit de gemeente verwijderd worden (zie ook Opb.2:20). En er is zeker wel wat voor te zeggen om die stap niet nog uit te breiden met een extra stap, namelijk eerst slechts gedeeltelijk uitsluiten (op afstand zetten) en dan pas helemaal buitensluiten. Maar aan de andere kant is het geen onlogische stap, want het avondmaal neemt wel degelijk een speciale plek in. Dat zie je ook bij de 'omgekeerde route', namelijk van mensen die van buiten 'naar binnen' gaan: van buitenstaander gaan ze naar dooplid en van dooplid gaan ze naar belijdend lid/avondmaal-aangaan. In feite is de extra stap in de tucht (het afhouden v/h avondmaal) de stap die ervoor zorgt dat het uitsluiten in omgekeerde volgorde verloopt van het binnenkomen: van belijdend lid/avondmaal-aangaan, naar een status zoals die van dooplid (afgehouden v/h avondmaal) naar een status van buitenstaander.
Maar het lijkt me inderdaad niet onbijbels om te zeggen dat die extra stap overbodig is. Met een beroep op Mat.18 zou het ook zonder kunnen. Aan de andere kant lijkt een extra stap me wel zinnig, omdat ze een extra veiligheid biedt (tegen fouten) en een extra mogelijkheid tot inkeer. Pedagogisch gezien is het wellicht slimmer om iemand eerst een kleinere straf te geven, in de hoop dat de angst voor de grotere straf inkeer brengt. Zo doen we het in ieder geval ook wel in het strafrecht, waar een eerste (kleine) taakstraf tot waarschuwing kan dienen.