Ik vind het nog altijd een goed idee om een apart subforum te openen voor vraagstukken die rechtstreeks over Bijbelgedeelten gaan, maar zolang dat er nog niet is,

doe ik dit maar hier.
Als het beter past in bijvoorbeeld levensbeschouwing,
feel free to move it.
Vanavond hebben wij Bijbelkring over het boek Micha.
Ik heb Micha zojuist gelezen in
Het Leven (Het Boek "vertaling" met aantekeningen) en in de Groot Nieuws Bijbel. Nou viel mij een tegenstrijdigheid op tussen de twee Bijbels, waar de NBG ook niet echt uitsluitsel over geeft.
In de GNB wordt Micha 2 tot en met 6 neergezet als een soort toneelspel waarin beurtelings Micha en zijn tegenstanders, een stelletje vase profeten aan het woord zijn.
Wie een bepaalde profetie heeft gedaan wordt aangegeven door een witregel tussen de paragrafen en er staat tussen haakjes boven wie het zegt, dus:
(Micha)Jullie zullen naar Babel gaan (...)
(Tegenstanders)Hou toch op met dat gepreek, wij stammen immers af van Jacob?
De stukken 2:1-5, 2:7b-11a, 3, 4:10, 4:14-5:3, 5:6 en 6 zijn van Micha.
De stukken 2:6-7a, 2:11b-13, 4:1-9, 4:11-13, 5:4-5, 5:7-14 zijn van de tegenstanders.
Volgens mijn Groot Nieuws Bijbel dan.
In Het Leven wordt dit onderscheid niet gemaakt.
Mijn vraag gaat nu over Micha 4. Dat is een prachtig stuk over het komende vrederijk, tot en met vers 9, maar in mijn GNB wordt dat dus een valse profetie genoemd. Dit wordt niet door Micha gezegd, maar door zijn tegenstanders, de valse leraren en profeten. Micha gaat hier vanaf vers 10 tegenin.
Moeten wij Micha 4 nu geloven en lezen als een profetie over het toekomstige vrederijk, of moeten wij het zien als leugens van valse profeten die tegen de ware profeet, Micha, ingingen?
Heeft iemand misschien een GNB met aantekeningen? Wat zeggen die ervan?
Iemand anders uit een andere Bijbel of een diep inzicht uit andere bronnen een idee?
Ben erg benieuwd...