quote:
Hand. 15
1 En sommigen, uit Judea gekomen, leerden de broeders: Indien gij u niet besnijden laat naar het gebruik van Mozes, kunt gij niet behouden worden. 2 En toen er van de zijde van Paulus en Barnabas geen gering verzet en tegenspraak tegen hen ontstond, droegen zij Paulus en Barnabas en nog enigen van hen op zich tot de apostelen en oudsten te Jeruzalem te begeven naar aanleiding van dit geschil.
...
5Maar er stonden uit de partij der Farizeeën enigen op, die gelovig geworden waren, en zeiden, dat men hen moest besnijden en gebieden de wet van Mozes te houden.
6 En de apostelen en de oudsten vergaderden om deze aangelegenheid te overwegen. 7 En toen daarover veel verschil van mening rees, stond Petrus op en zeide tot hen: Mannen broeders, gij weet, dat God van de aanvang af mij onder u heeft verkoren, opdat door mijn mond de heidenen het woord van het evangelie zouden horen en geloven. 8 En God, die de harten kent, heeft getuigd door hun de heilige Geest te geven evenals ook aan ons, 9 zonder enig onderscheid te maken tussen ons en hen, door het geloof hun hart reinigende. 10 Nu dan,wat stelt gij God op de proef door een juk op de hals der discipelen te leggen, dat noch onze vaderen, noch wij hebben kunnen dragen? 11 Maar door de genade van de Here Jezus geloven wij behouden te worden op dezelfde wijze als zij.
...
19 Daarom ben ik van oordeel, dat men hen, die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet verder moet lastig vallen, 20 maar hun aanschrijven, dat zij zich hebben te onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed. 21 Immers Mozes heeft van oudsher in iedere stad, die hem prediken, daar hij elke sabbat in de synagogen wordt voorgelezen.
Het ging dus om het probleem dat er joden waren uit de Farizeeen die gelovig waren geworden in Christus...maar zij vonden toch dat de heidenen zich moesten laten besnijden als zij tot geloof kwamen.....
Besnijdenis hoorde echter bij het Jodendom, en
niet bij de christenen... Dat moesten velen nog leren, omdat in deze begin tijd natuurlijk veel joden tot geloof kwamen....
Die moesten nog het een en ander
afleren wat typisch Joods was.....
Petrus die zegt dan: Waar zijn jullie nu mee bezig ?? Ga je de heidenen nu verplichten om de wet te houden (dat is nl. de
consequentie van de besnijdenis)... Dat hebben jullie zelf al
nooit gekund! Het was een juk dat niemand heeft kunnnen dragen van de joden.....
Besnijdenis was een teken van het verbond
voor Israel... Maar deze heidenen hadden dit niet nodig... ZONDER de besnijdenis had God al laten zien dat Hij hen had aanvaard: Hij had hun de Heilige Geest gegeven....
Conclusie:
Geen besnijdenis of wet.... Maar alleen de zgn. Noachitische geboden.....
Je onthouden van het verstikte en van bloed en van afgodenoffers.... Dat laatste lijkt me wel duidelijk.. De eerste twee betekenen dat je geen
bloed mag eten want het leven/de ziel is in het bloed...staat er in de bijbel....
Dit moest de heiden-christenen speciaal verteld worden door Paulus en Barnabas...
Want aangezien er in alle synagogen elke sabbath nog de wet van Mozes werd gelezen, zouden de heidenen -christenen kunnnen denken dat deze wet
nu ook voor hen goldWij eten dan ook geen bloedworst...
