Inderdaad, de telstverwijzingen in de Statenvertaling geven: Jesaja 11: 1..., Jes. 60: 21 en Zach. 6: 12.
Dat snap ik nu ik de post van Koerok heb gelezen
Ik vond ook nog deze uitleg:
Men vraagt dan welke profeet dit heeft gezegd. Er staat echter
de profeten.
Al de profeten hebben van Jezus als Naarener gesproken. Een inwoner van Nazareth.
Het stadje ligt in Galilea en wordt wel genoemd: Galilea der heidenen, omdat er zoveel heidenen wonen.
Farizeeen en schriftgelkeerden haatten Galilea en vooral Nazareth was zeer veracht.
De inwoners werden Am-horatzim genoemd, d.i. onwetende mensen. Zelfs de Gallileers zagen op Nazareth neer. Vergl de opmerking in een ander evangelie
Kan uit Nazareth iets goeds komen?Daar moest Jezus wonen, in deze verachte plaats.
Over de verwerping en verachting van de Messias is in het OT veel gesproken door de profeten.
Hij heeft er dertig jaar gewoond, begon daar Zijn dienst is daar verworpen door de inwoners en ook in geheel Galilea. Uiteindelijk is Hij ook in Jeruzalem verworpen en buiten de stad gekruisigd.