Nou, in Handelingen komt duidelijk naar voren dat iedereen z'n eigen taal hoorde spreken, terwijl de discipelen in tongen spraken. Dus dan lijkt het me logisch dat daar met in tongen spreken bedoeld wordt 'in vreemde talen spreken'. Die talen kunnen voor de discipelen hebben geklonken als onsamenhangende klanken, terwijl omstanders die klanken herkenden als hun eigen taal. Zoiets heb ik ook weleens tijdens een dienst gehoord, dat iemand in onverstaanbare klanken begon te spreken, en toen diegene klaar was barstte iemand achterin de kerk in luid gesnik uit: die blanke meneer voorin die z'n hele leven nog nooit Europa was uitgeweest had in de stamtaal van een afrikaanse broeder gesproken. Dit, en mijn eigen ervaring, leert mij dat met tongentaal (gloossa) bedoelt wordt het spreken in een natuurlijke taal, die de spreker niet op een natuurlijke manier heeft geleerd. Dat dus in ieder geval. Ik weet niet in hoeverre je het hiermee eens bent.
Nou is mijn vraag: als je het woord zo gebruikt in deze context, dan is het toch niet meer dan logisch om hem in een andere context (Corinthiërs) ook zo te gebruiken. Want als je dat niet doet, is het dan niet creatief naar je hand zetten van Bijbelteksten? Dit bedoel ik in het algemeen hoor, ik beschuldig jou er niet van dat jij dat zou doen. Dus zo kijk ik er tegenaan, het kan zijn dat er ook argumenten zijn om tot een andere uitleg te komen.
Samengevat: in Corinthiërs en in Handelingen gaat het in beide gevallen om het spreken in een taal die je nooit geleerd hebt en het gaat om een eenmalig feit. De volgende keer dat je 'in tongen' spreekt hoeft het niet diezelfde taal te zijn. Het is inderdaad een lofprijzing en aanbidding van de Heer, maar dus in een vreemde taal die je zelf niet kent.