ad1
Romeinen 7:6 maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar,
die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter.
Kol. 2:16-17 Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken
of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die
slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid
van Christus is.
Romeinen 8:2 Want de wet van de Geest, die het leven brengt door de eenheid met Christus Jezus,
heeft u bevrijd van de wet die zonde en dood brengt.
1 Cor. 9:21-22 En om hen te winnen die de wet van Mozes niet hebben, werd ik als iemand
die zonder deze wet leeft. Natuurlijk leefde ik niet zonder de wet van God, want
ik sta onder de wet van Christus. Voor de zwakken in het geloof ben ik zwak geworden
om de zwakken te winnen. Voor alle mensen ben ik van alles geworden om op alle
mogelijke manieren er enkelen te redden.
Galaten 5: 24-25 Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn
hartstochten en begeerten gekruisigd. Indien wij door de Geest leven, laten wij
ook door de Geest het spoor houden.
ad 2
Hebreeen 10:1 De wet van Mozes is maar een schaduw van de komende weldaden en
niet hun ware gedaante. Door het jaarlijks opdragen van steeds weer
dezelfde offers kan ze nooit de deelnemers aan deze eredienst voorgoed
tot volmaaktheid brengen.
Hebr. 9: 23-24 Als dus die aardse kopieën door offers moeten worden gereinigd,
dan vereisen de hemelse originelen nog veel betere offers. Want Christus is
niet een heiligdom binnengegaan dat door mensenhanden gemaakt is en een kopie
is van het echte. Nee, hij is de hemel zelf binnengegaan, waar hij nu voor God
is verschenen om onze zaak te behartigen.
Hebr. 6:4 Want het is onmogelijk, degenen, die eens verlicht zijn geweest, ... en daarna afgevallen zijn, weder opnieuw tot bekering te brengen, daar zij wat hen betreft de Zoon van God opnieuw kruisigen en tot een bespotting maken.
ad3
Gal. 4:24-26 Dit is iets, waarin een diepere zin ligt. Want dit zijn twee bedelingen:
de ene van de berg Sinai, die slaven baart, dit is Hagar. Het woord Hagar betekent
de berg Sinai in Arabie. Het staat op een lijn met het tegenwoordige Jeruzalem,
want dat is met zijn kinderen in slavernij. Maar het hemelse Jeruzalem is vrij;
en dat is onze moeder.
Filp. 3:20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen...
ad4
Kol 2:11 Door die verbondenheid bent u ook besneden, niet door mensenhanden,
maar door Christus, die u ontdaan heeft van uw hele zondige bestaan.
Filippensen 3:3 Want wij zijn de besnijdenis, die door de Geest Gods Hem dienen,
die in Christus Jezus roemen en niet op vlees vertrouwen.
ad5
Galaten 5: 24-25 Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn
hartstochten en begeerten gekruisigd. Indien wij door de Geest leven, laten wij
ook door de Geest het spoor houden.
1 Johannes 3:9 Een ieder, die uit God geboren is, doet geen zonde;
want het zaad Gods blijft in hem en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.
ad6
...De lengte van elk tentkleed zal achtentwintig el zijn en de breedte van elk tentkleed vier el...
een tiende efa fijn meel ten zondoffer ... Gij zult de ram slachten, van zijn bloed nemen en het strijken
aan de rechter oorlel van Aaron ... (moet ik nog doorgaan?)
1 Cor. 14:26 Wat ik u hiermee wil zeggen, broeders en zusters, is dit.
Tijdens uw bijeenkomsten heeft iedereen een bijdrage: een lied, een wijze les,
een openbaring, het spreken in klanken of de uitleg daarvan. Maar laat alles
zo gebeuren dat de gemeente ermee gediend is.
ad7
Genesis 17:8 Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling
vertoeft het ganse land Kanaan, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal
hun tot een God zijn.
Mattheus 25:21 Zijn heer zeide tot hem. Wel gedaan, gij goede en getrouwe slaaf,
over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het
feest van uw heer.
1 Petr 1:3-4 die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, 4 tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u,
ad8
Genesis 17:13 Wie in uw huis geboren is en wie door u voor geld gekocht is,
moet voorzeker besneden worden; zo zal mijn verbond in uw vlees zijn tot een eeuwig verbond.
Ezechiel 16:59-61 Dit zegt God, de Heer: ‘Ik zal je geven wat je verdient, Jeruzalem. Je hebt je niet gehouden aan je eed en je hebt het verbond verbroken. Maar ik zal me het verbond dat ik met je sloot toen je jong was, blijven herinneren. Ik zal een nieuw verbond met je sluiten dat nooit meer verbroken wordt. Je oudste en je jongste zuster krijg je terug. Ik maak hen dochters van je, al ben ik dat niet aan je verplicht. Dan zul je beschaamd terugdenken aan wat je hebt gedaan."
Hebreeen 8:13 Als Hij spreekt van een nieuw verbond, heeft Hij daarmede
het eerste voor verouderd verklaard. En wat veroudert en verjaart, is
niet ver van verdwijning.
Galaten 5:6 Want als we één zijn met Christus Jezus, dan maakt besneden-zijn of niet-besneden-zijn
geen verschil. Van belang is alleen geloof dat zich uit in daden van liefde.
2 Corinthe 3:6 die ons ook bekwaam gemaakt heeft om dienaren te
zijn van een nieuw verbond niet der letter, maar des Geestes, want de
letter doodt, maar de Geest maakt levend.
ad9
Ex 28,1 Gij dan, doe tot u naderen uw broeder Aäron, en zijn zonen met hem, uit het midden der Israëlieten, om voor Mij het priesterambt te bekleden: Aäron, Nadab en Abihu, Eleazar en Itamar, de zonen van Aäron.
1 Petr. 2: 5 Om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Jezus Christus.
Op 1,6 "en Hij heeft ons tot een koninkrijk, tot priesters voor zijn God en Vader gemaakt"