Niets vakantiegevoel. Helemaal weg, alsof Tita tovenaar is langsgekomen met de verkeerde toverstaf. Ik voelde me afgelopen zaterdag zo verdrietig en miste Jetse zo ontzettend. Ik wist gewoon even niet wat te doen. Wilde wegkruipen in mijn holletje, maar ik heb nog geen holletje hier. Dus bedacht ik me dat ik maar beter dit vreselijk trieste gevoel van me af kan schrijven. Met een kerst-cd van Placido Domingo erbij zat ik luid te snikken op mijn kamertje.
Maar daar kwamen Karin en Fortune binnen om te vragen waarom ik huil. Probeer dat maar eens uit te leggen aan die meiden. Hier gaan we wat aan doen. Kaarten erbij, potje pesten en een ander – vrolijker - plaatje in de computer. Oké, dit was het even. Ange komt zich er ook nog in mengen. Waarom zou ik triest zijn, ik ben toch bij mijn familie? Tja, maar zo werkt het niet als je een speciale band hebt met je kerel, zoals ik. Misschien kun je beter vrijgezel zijn als je dit soort avonturen gaat ondernemen.
Het is niet gemakkelijk en het zou niet gemakkelijk zijn, dat weet ik, maar ik wil nu gewoon even zo ontzettend graag bij mijn kerel zijn. Normaal heb daar ook al last van – dus niet vreemd of onbekend voor mij - maar dan ben ik hier maar 6 weken. Maar nu duurt het zo onoverzichtelijk lang. Wie heeft dit bedacht? En mijn telefoon is nog steeds in Parakou, dus ik kan ook niet even gebeld worden. Even zijn stem horen.
Jetse is mijn maatje in alles. Maar leg dat nou eens uit aan een rasechte Afrikaner voor wie het huwelijk niet meer is dan het creëren van bepaalde economische zekerheden. De afgelopen weken hebben me laten zien dat er eigenlijk geen verschil is tussen de positie van een arme of rijke vrouw. Je bent gewoon gedoemd voor huismeid te spelen.
Verder geeft het huwelijk je de garantie dat je familie blijft voortbestaan en is het min of meer een oudedagsvoorziening. Maar ook hier is dat aan het veranderen. Zodra de kinderen een goede baan kunnen krijgen, meestal in de stad, vaak honderden kilometers ver weg, dan kunnen zij niet meer op de traditionele manier voor hun ouders zorgen en op de staat hoef je hier echt niet te rekenen.
Ik denk nu aan mama Agnes, een oudere vrouw uit Boukombé die inmiddels al diverse keren oma is, maar al haar kinderen wonen in de stad of in het buitenland. Haar man is overleden, dus ze woont in haar eentje in een huisje in Bkbe centrum en kan zich nog goed redden, maar geen kleinkinderen op haar schoot in de schaduw als ze oud en stijf is, geen schoondochter die voor haar zorgt, zoals hier gebruikelijk is.
Dus toch heb ik zoveel om dankbaar voor te zijn! Je zou toch als vrouw in Afrika geboren worden.
Zelfs Therese is eigenlijk niet meer dan een keukenmeid.
S’morgens om 5 uur start de dag met het koken van de bouilli – een pap van gekookt water met rijst of maïs. Aan de was beginnen, vegen en voor ze naar haar werk in Cotonou vertrekt om 7. Het geld dat ze daar verdiend is voor het huishouden en de kinderen. Het geld van de man wordt gebruikt voor het huis, dat dan ook alleen van hem is als hij zijn vrouw zou verlaten. De vrouw krijgt dan alleen haar kookgerei mee, dat is van haar.
Afijn, Therese werkt dus in Cotonou. Een uur rijden op de brommer. Karin, de oudste dochter van 13 jr. (zie foto) helpt mee alsof het een volwassen vrouw is. Dikke wallen onder haar ogen van vermoeidheid. Kookt hele maaltijden, maakt salades, doet de was – met het handje – voor ze naar school gaat. En s`avonds begint alles weer van voren af aan. En alles vers, geen blikjes of snelle maaltijden bij de super vandaan. Bonen en rijst die uren moeten koken voor het gaar is. Vandaar dat we s’avonds eigenlijk nooit voor 22 uur eten. Daarna direct naar bed.
Manlief komt alleen in het weekeinde thuis en is dan moe van zijn werk. Dus manlief rust uit en de vrouw werkt zich de hele zondag nog te pletter om papa schone kleren mee te geven de komende week en als we naar de mis gaan is mama bezig met het avondeten. Dus papa gaat met de kinderen naar de mis.
Op weg naar het cyber café, zie ik de normale dagelijkse dingen, maar eigenlijk is het natuurlijk helemaal niet zo gewoon. Althans als we uitgaan van het principe dat we op deze wereld allemaal gelijke kansen en rechten horen te hebben.
Kinderen van 5-6 jaar oud die hun ouders helpen op het land, die de was doen, die met handelswaar op hun hoofd langs lopen in de hoop dat ik wat van hen koop, zodat ze s’avonds met een centje thuiskomen.
En ik zit hier nog wel in het rijkste deel van heel Benin. In Calavi wonen de rijken die werken in Cotonou of Porto Novo. Directeuren, hoge pieten van het leger en ministers en dergelijke.
Vanavond liep ik langs de vuilnisbelt en daar was - in de ondergaande zon – een vrouw met haar twee kinderen op zoek naar hout voor hun kookvuur. Het was zo een mooi gezicht, de
moeder en de kleintjes van 3 - 5 jaar oud heel serieus aan de gang. Ook deze kinderen hadden een lapje waarin de stokjes en houtjes werden neergelegd.
Maar wat is daar nou mooi aan vroeg ik mezelf af. Het is natuurlijk eigenlijk afschuwelijk als je op de vuilnisbelt aan het zoeken bent naar brandhout en dergelijke.
Maar toch, de harmonie, de prachtige kleuren, de rust van het vallen van de avond, de ondergaande zon, maar bovenal de vriendelijkheid waarmee de vrouw me ook nog begroet en een fijne wandeling toewenst. En ik wens haar goed werk toe. Bon travail. BIZAR !
Nou, de papieren, daar hebben we het maar even niet over.
Ciao!
Marjan co
http://www.aktiebenin.nl.co