Volgens mij gaat het niet zozeer om de hoogte van de 'drempel', maar meer om wat er binnen gebeurt. Als daar in duidelijke en heldere taal het evangelie verkondigd wordt, zal dat mensen overtuigen (zie 1 kor 14,24-25 en, voor degenen die het opwekking-topic volgen, zie Godfrey).
Wat de gebruikte vormen betreft: ik zou niet al te zeer proberen aanlsluiting te zoeken bij 'de leefwereld van de niet-christen'. De niet-christen bestaat niet. Er zijn buiten de kerk veel mensen die niet zo veel moeten hebben van bv muziekstijlen die nu populair zijn, of van de televisiecultuur. Wijzelf zijn ook mensen van deze tijd, en als wij vormen hebben waar we ons bij thuisvoelen, dan is dat denk ik voldoende garantie dat ook anderen die vormen kunnen gaan waarderen. Als het dus gaan om vormveranderingen, dan zou ik me allereerst op de kerkmensen zelf richten. Dus niet onder het mom van 'drempelverlaging'.
Dat het moeite kost om thuis te raken in de kerk is niet zo vreemd. Ik zou ook hier niet al te zwaar aan tillen. Als je lid wordt van bijvoorbeeld een cricket-club zul je ook even moeten wennen aan de manier waarop zo'n organisatie in elkaar zit. En het leren van alle spelregels doe je dan zelfs met plezier, want daar gaat het je juist om.
Het allerbelangrijkste voor mensen die van 'buiten' komen lijkt mij de persoonlijke contacten. Als die goed zijn, komt de rest ook wel.
Je moet natuurlijk ook niet naar de andere kant doorslaan en geheel los van de maatschappij je eigen toko gaan organiseren.
Als kerkmensen zich op de hoogte houden van de maatschappelijke ontwikkelingen, dus kranten lezen (ook niet christelijke), televisie kijken etc, dan is er volgens mij aangrijpingspunt genoeg voor niet-christenen.