20 januari
Tweede zondag door het jaar
eerste lezing: Jes. 49, 3 + 5 - 6; antwoordpsalm: Ps. 40; tweede lezing: 1 Kor. 1, 1 - 3; evangelielezing: Joh. 1, 29 - 34
* H. Fabianus
* H. Sebastianus
Eerste lezing
3 Hij sprak tot mij:
‘U bent mijn dienstknecht, Israël,
door u toon Ik mijn heerlijkheid.’
5 Maar nu sprak de HEER, die mij vormde tot zijn dienstknecht,
nog voor mijn geboorte,
om Jakob naar Hem te laten terugkeren,
want Hij wilde Israël verzameld zien.
6 Hij sprak: ‘Het is voor u te gering om mijn dienstknecht te zijn,
om Jakobs stammen op te richten en om Israëls overlevenden terug te brengen;
Ik stel u aan om een licht voor de volken te zijn:
mijn heil moet reiken tot in de uithoeken van de aarde.’
antwoordpsalm
2 Vurig zag ik uit naar de HEER;
Hij boog zich en hoorde mijn roepen.
3 Hij trok mij omhoog uit het rampzalige graf,
omhoog uit slijk en moeras;
Hij liet mij weer op rotsvaste grond staan,
gaf mijn stappen weer stevigheid.
4 Een nieuw lied gaf Hij mij in de mond,
een lofzang voor onze God.
Velen zien wat de HEER heeft gedaan,
en vertrouwen op Hem, vol ontzag.
5 Gelukkig de mens
die op de HEER vertrouwt,
zich niet inlaat met aanmatigende mensen,
niet met leugenaars of met hun bedrog.
6 Veel hebt U tot stand gebracht
voor ons, HEER mijn God:
in wonderwerken en plannen voor ons
kan niemand zich met U meten.
Al zou ik ervan willen getuigen en spreken,
het zijn er te veel om te tellen.
7 U wenst geen slachtoffers en geen geschenken;
om te luisteren hebt U mij oren gegeven,
brandoffers en zoenoffers vraagt U niet.
8 Daarom zeg ik: ‘Hier ben ik, ik sta klaar’;
over mij staat in de boekrol geschreven:
9 ‘Uw wil uitvoeren, mijn God, is alles wat ik wens,
uw Wet is voor mij vlees en bloed’;
10 van uw heil ben ik de blijde verkondiger
binnen de grote gemeenschap.
Mijn lippen houd ik niet gesloten,
dat weet U, HEER:
11 ik houd uw heil niet geheim
diep in mijn hart:
van uw trouw en redding maak ik melding;
ik verzwijg voor de grote gemeenschap niet
het verhaal van uw liefde en trouw.
12 En U, HEER,
zult uw hart niet sluiten voor mij;
uw liefde en trouw
zullen mij altijd beschermen,
13 nu kwellingen mij omsluiten,
te talrijk om ze te tellen;
nu mijn zonden mij hebben ingehaald
en het voor mijn ogen schemert;
nu ze talrijker zijn dan de haren op mijn hoofd
en mijn hart het begeeft.
14 Ik bid U, o Heer, red mij;
kom snel, HEER, en help mij toch.
15 Laat iedereen die uit is op mijn dood
voor schut en te schande staan.
Laat iedereen die mijn ondergang wil
beschaamd de aftocht blazen.
16 Schrikken moeten ze van hun eigen schande,
zij die zeggen: ‘Ha, ze hebben hem.’
17 Laat iedereen die uitziet naar U
zich verblijden en verheugen in U,
ieder die hecht aan uw heil steeds zeggen: ‘Groot is de HEER.’
18 Nu ik arm ben en zo ellendig,
zal de Heer aan mij denken.
Mijn helper en bevrijder bent U,
wacht toch niet langer, mijn God.
Tweede lezing
1 Van Paulus, door de wil van God geroepen tot apostel van Christus Jezus, en van onze broeder Sostenes 2 aan de gemeente van God te Korinte, aan hen die, geheiligd in Christus Jezus, tot een heilig leven zijn bestemd, samen met allen die allerwegen de naam aanroepen van Jezus Christus, hun Heer en de onze. 3 Genade en vrede voor u vanwege God onze Vader en de Heer Jezus Christus!
Evangelie
29 De volgende dag zag hij Jezus, terwijl die naar hem toe kwam. ‘Daar is het lam van God,’ zei hij, ‘degene die de zonde van de wereld wegneemt. 30 Hij is het van wie ik zei: “Na mij komt iemand die mijn meerdere is, want vóór mij was Hij er al.” 31 Ikzelf wist niet wie het zou zijn, maar omdat Hij aan Israël moest worden geopenbaard, daarom ben ik komen dopen in water.’ 32 En Johannes getuigde: ‘Ik heb gezien hoe de Geest als een duif uit de hemel neerdaalde en op Hem bleef rusten. 33 Ikzelf wist niet wie het zou zijn, maar Hij die mij gezonden had om te dopen in water, had mij gezegd: “Als je ziet dat de Geest op iemand neerdaalt en op Hem blijft rusten, dan weet je: Hij is degene die doopt in heilige Geest.” 34 Ik heb het gezien, en mijn getuigenis luidt: dit is de Zoon van God.’
Fabianus, Sebastianus
Fabianus werd in het jaar 236 tot bisschop van Rome gekozen. In de periode dat hij paus (jan 236 - jan 250) was kwam een einde aan de christenvervolging nadat de laatste keizer, Maximinus Thrax (235-238), vermoord was. De keizers na hem lieten de christenen met rust. Deze periode werd door Fabianus gebruikt om de organisatie in de kerk goed te regelen. Hij verdeelde Rome in zeven zielzorgdistricten, waar de zorg voor de armen onder de zeven diakens verdeeld werd. Tijdens het bewind van keizer Decius (249-251) laaide de christenvervolging weer op en paus Fabianus was een van de eerste slachtoffers die viel onder het zwaard van de vervolging. Hij stierf op 20 Januari 250 door het zwaard. Zijn lichaam werd bijgezet in de catacombe van Callistus en in 1915 werd zijn sarcofaag weer teruggevonden.
Patroon van: De pottenbakkers, tingieters
Van de heilige Sebastianus is niet veel bekend. Veel legenden zijn over deze bijzondere persoon verteld. Hij werd in de derde eeuw geboren in Milaan en was soldaat in het leger van keizer Carinus (283-285). Hij was van christelijke ouders en stelde het tot doel; zij die leden onder de christenvervolging te helpen. Na de dood van keizer Carinus werd Diocletianus (284-305) de nieuwe keizer en onder zijn bewind laaide de christenvervolging weer op. Toen de keizer ervoer dat zijn voorbeeldige soldaat Sebastianus christen was liet hij hem aan een paal binden en met pijlen doorboren, daarna werd hij gegeseld tot de dood er op volgde.
Een legende vertelt dat een jonge weduwe, Irene genaamd, het levenloze lichaam van de martelaar wilde afnemen en begraven, toen ze plotseling bemerkte dat Sebastianus nog leefde. Na te zijn genezen ging hij naar de keizer en beschuldigde hem openlijk van zijn misdaden tegen de christenen. Daarop liet de keizer hem vastnemen en door soldaten in het Circus van Rome, met stokken doodslaan. Dit zou zijn gebeurd op 20 januari 288. Hij werd door Lucina, een vroom christin, uit het Circus weggehaald en aan de Via Apia bij de apostelbasiliek begraven. In de negende eeuw werd de H.Sebastianus de titelheilige van deze basiliek.
Patroon van: stervenden, ijzerhandelaren, pottenbakkers, tingieters, tuinmannen, leerlooiers, soldaten, oorlogsinvaliden, waterbronnen.
Patroon tegen: de pest, veeziekten, melaatsheid
Helper in nood