Je stelt een aantal vragen. Ik zal proberen ze één voor één te beantwoorden:
quote:
Zou je me allereerst kunnen laten zien waar in de T'NaCh staat een mens de zonden van anderen op zich kan nemen?
Hét naar mijn mening belangrijkste hoofdstuk uit T'NaCh in dit verband is Jesaja 53, met name de volgende verzen:
5 Maar hij werd doorboord
om onze overschrijdingen,
verbrijzeld om onze ongerechtigheden;
de straf die ons de vrede aanbrengt
was op hem,
door zijn striemen
is ons genezing geworden.
6 Wij allen dwaalden als schapen,
ieder naar zijn eigen weg
hebben wij ons gewend;
maar de Ene heeft op hem doen neerkomen
het onrecht van ons allen.
(...)
8 Na opsluiting en berechting
is hij meegenomen,
en zijn generatie, wie bekreunt zich daarover?
Nee, hij is afgesneden
van het land der levenden,
vanwege de overtredingen
van zijn gemeente
trof hem een plaag,
9 gaf men bij boosdoeners hem een graf,
bij een rijke, in zijn dood,-
hoewel hij geen geweld heeft gepleegd
en er geen bedrog was in zijn mond.
(...)
11 Uit de ellende van zijn ziel zal hij licht zien,
verzadigd worden
met kennis van hem;
een rechtvaardige, mijn dienaar,
brengt rechtvaardiging voor de velen,-
wier ongerechtigheden hij torst.
12 Daarom
bedeel ik hem met die velen,
machtigen verdeelt hij als roofgoed,
daarvoor
dat hij zijn ziel
heeft blootgesteld aan de dood,
bij de overtreders geteld is geweest,-
en hij veler zonde heeft gedragen
en voor de overschrijders
zich heeft laten treffen.
Jesaja 53:5-6,8-9,11-12 Naardense BijbelIk weet dat veel Joden over dit hoofdstuk zeggen dat het hier over het Joodse volk zelf gaat in plaats van over de Messias. Maar er kleven ten minste 3 problemen aan deze theorie:
Ten eerste: vers 9 wijst erop dat de lijdende dienaar zonder zonde is: geen geweld gepleegd, geen bedrog in zijn mond. Wie kan dat zeggen? Als er iets duidelijk wordt uit het Oude Testament is het dat Israël niet zonder zonde is. De hele offerdienst staat juist in het teken van verzoening van zonden.
Ten tweede: het gaat in vers 7 over een lam dat zich zonder verzet overgeeft. Het volk Israël verzet zich juist wel als het wordt aangevallen.
Tenslotte: Het gaat hier over een lijdende dienaar die:
- doorboord werd om overschrijdingen en verbrijzeld om ongerechtigheden van anderen, niet van hemzelf (vs. 5)
- getroffen werd door een plaag vanwege de overtredingen van zijn gemeente (volk) (vs. 8 )
- rechtvaardiging bracht voor velen en de ongerechtheden van anderen torste (vs. 11)
- de zonden van velen heeft gedragen en zich voor overschrijders heeft laten treffen (vs. 12)
Dit alles gaat niet op voor Israël. Het moet dus gaan over de Messias.
De T'NaCh laat dus niet zozeer dat het kan, maar dat het gebeurt. De lijdende knecht treedt plaatsvervangend op, voor zijn volk.
quote:
Maar zou je me ook kunnen laten zien waar staat dat het Paaslam wordt gebruikt voor de vergeving van zonden?
In de T'NaCh lezen we niet met zoveel woorden dat het Paaslam voor de vergeving van onze zonden wordt gebruikt. We lezen echter wel in Exodus 12:7 het volgende:
7 wezen zal het bloed voor u tot een teken
op de huizen waarin ge woont;
zie ik het bloed
dan 'passeer' ik u;
er zal bij u geen plaag ten verderve wezen
als ik mijn slag toebreng
in het land van Egypte!-
Exodus 12:7 Naardense BijbelEn dat verwijst naar het bloed van de Messias, waardoor God ons 'passeert'.
quote:
Verder moest een offerdier overigens fysiek gaaf zijn ("Gij zult aan den Heer, uw god, geen rund of schaap offeren waaraan enig gebrek of iets verkeerds is"; over "zondeloos" wordt niets gezegd).
Juist het 'gaaf' zijn duidt op zonder zonde zijn. Overigens is er nog iets bijzonders als het gaat om het Pascha. Het Pascha lam is namelijk plaatsvervangend voor de eerstgeborene. Eigenlijk zou de eerstgeborene van ieder gezin moeten sterven. Dat gebeurt niet omdat het Paaslam wordt geslacht. Dat geldt ook voor de Messias die in het NT de eerstgeborene onder vele broeders wordt genoemd.
quote:
Ezechiel 23:37-39, Leviticus 18:21, Jeremia 7:31 en Deuteronomium 18:10 geven allen blijk van afschuw van mensenoffers.
Mensenoffers worden afgewezen, zeker. Tegelijk profeteert Jesaja over de lijdende knecht, zoals ik heb laten zien. Er lijkt op zijn minst een 'uitweg' te zijn. Hoewel ik me er verder in zou moeten verdiepen, neig ik er toe op dit moment te wijzen op de motieven van die kinderoffers, waar je naar verwijst. Die staan volgens mij in schril contrast met wat ik in Jesaja 53 lees, waar de lijdende knecht zich uit vrije wil overgeeft.