Dobbelsteen werpen lijkt mij een betere manier idd. In beide gevallen geloven we dat God de stemming/dobbeling leidt... (Christocratie)
over de vraag of ook de zusters in de gemeente hun stem mogen uitbrengen bij de verkiezing van ambtsdragers geeft de Schrift geen rechtstreeks antwoord; uit de 'indirecte Schriftgegevens' blijkt het volgende: (citaat uit akta)
a. God zelf roept in Christus tot het ambt (Hand. 20:28, 1 Kor. 12:28, Ef. 4:11);
b. bij het roepen tot het ambt schakelt Hij mensen in: de gemeente om gaven op te merken en aan te wijzen (Hand. 1:21-26, 6:3a, 5, 6a); de ambtsdragers om beginnen eindverantwoordelijkheid te dragen (Hand. 6:3b, 4, 6b, 14:23, Tit. 1:5);
c. de verkiezing is daarom te typeren als het middel waardoor God roept tot het ambt; het gebed (Hand. 13:2, 3, 14:23) en de Schriftuurlijke normen voor de ambtsdragers (1 Tim. 3, Tit. 1:5-9) zijn daarbij van wezenlijke betekenis; op deze wijze regeert Christus met zijn Geest en Woord, ook bij de verkiezing;
d. de Schrift geeft geen algemeen zwijggebod voor de vrouw in de gemeente:
1. mannen én vrouwen delen in de gaven van de profetie (Hand. 2:17, 18, 21:9);
2. 1 Kor. 11:5 staat haar het bidden en profeteren toe, mits het op een manier gebeurt die met haar positie in overeenstemming is;
3. Schriftgegevens als Hand. 18:26, Rom. 16:1vv en Fil. 4:3, 4 laten een actieve betrokkenheid en inschakeling van vrouwen zien bij de dienst aan het evangelie;
4. 1 Kor. 14:34-36 verbiedt de vrouw het beoordelen van profeten tijdens de eredienst, omdat ze daarmee gezag over hen zou oefenen;
5. 1 Tim. 2:11-15 verbiedt de vrouw het leidinggevend en gezaghebbend spreken tijdens de eredienst, waarmee ze haar eigen plaats verlaat en de man van zijn plaats dringt;