Dit was i.i.g. het antwoord van Hirsch Ballin:
"Om te beginnen merk ik op dat wij gisteren een uitgebreid algemeen overleg hebben gehad over het asiel- en migratiebeleid. In dat overleg heb ik uiteengezet dat het beleid, waar ik verantwoordelijkheid voor draag en in de voorgaande drie jaren verantwoordelijkheid voor heb mogen dragen samen met voormalig staatssecretaris Albayrak, erop gericht is om in de volste zin van het woord rechtvaardig te zijn. Dat betekent dat je het vermogen moet hebben om "ja" te zeggen tegen de mensen die bescherming behoeven en die het slachtoffer dreigen te worden van vervolging en van onmenselijke en vernederende behandeling in andere landen. Het moet echter ook mogelijk zijn om "nee" te zeggen als na onderzoek blijkt dat er geen reden is om asiel te verlenen en "ja" te zeggen als het gaat om mensen die wij in het kader van de economische en technologische ontwikkeling van Nederland graag hierheen zien komen. Daartoe heb ik het voorbeeld genoemd van de High Tech Boulevard in Eindhoven. Je moet ook "nee" kunnen zeggen als mensen voorwenden vluchteling te zijn, maar na onderzoek door de rechter, met alle toetsingen die daarvoor bestaan, uiteindelijk blijkt dat zij dat niet zijn. Dan is de regel van onze wet dat men dient terug te gaan naar het land van herkomst.
Om dat beleid uit te voeren, moet je dus in staat zijn om ja te zeggen als het past, maar ook om nee te zeggen als het niet past.
Wij hebben een heel goed uitgewerkt stelsel van opvang. Ik heb daar eergisteren nog over gesproken in de Eerste Kamer, die met een zeer grote meerderheid het wetsvoorstel voor de herziening van de asielprocedure heeft aanvaard. Ik heb toen ook uiteengezet dat er echt is voorzien in voorzieningen voor mensen die het recht hebben om hier te verblijven. Dat geldt ook voor de mensen die na onderzoek het land dienen te verlaten. Als een asielverzoek definitief is afgewezen, is nog een termijn van 28 dagen waarbinnen de asielzoeker het vertrek kan realiseren. In die periode wordt opvang geboden. Dat is geregeld in ons nieuwe beleid, dat ik voorgaande jaren met staatssecretaris Albayrak heb verdedigd. Daarom zeg ik "ons beleid". Het is het beleid van dit kabinet. Ik heb de eer dat nu te verdedigen in de Kamer. De opvang wordt gedurende die vertrektermijn dus niet beëindigd.
Wij hebben bovendien de mogelijkheid gecreëerd om in een periode van in beginsel maximaal twaalf weken, mensen te plaatsen in een vrijheidsbeperkende locatie. Natuurlijk is er voor een beperkte tijdsduur ook de mogelijkheid van vreemdelingenbewaring. Als ik dit geheel overzie, gaat de motie van mevrouw Van Velzen en anderen dus eigenlijk over een situatie die wij ons niet kunnen voorstellen, behoudens wellicht in zeer uitzonderlijke situaties, waarin de specifieke regelingen niet voorzien. Daarover heb ik met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten echter afgesproken dat er dan wordt gekeken naar een oplossing voor een crisis in het onderbrengen. Dat geldt ook voor gezinnen met kinderen, waarbij wij er natuurlijk bij uitstek op gericht zijn te voorkomen dat die op straat terecht komen.
In de motie staat: verzoekt de regering om onmiddellijk te stoppen met het op straat zetten van gezinnen met kinderen die rechtmatig in Nederland verblijven. Dat gaat echter uit van de verkeerde veronderstelling over ons beleid en over de wijze waarop wat dit aanpakken. Ik zie de handtekening van de heer Spekman ook onder de motie staan. Hij heeft alle debatten gevolgd, ook die met de toenmalige staatssecretaris van Justitie. Ik begrijp dan ook niet dat hij deze motie mee heeft ondertekend. Wij hebben alle voorzieningen getroffen en er is uitgebreid over gesproken. Over de noodsituaties heb ik pas nog met de VNG de nodige afspraken gemaakt. Gegeven het feit dat deze motie slaat op situaties waarin wij hebben voorzien en lijkt te vragen om iets dat niet aan de orde is, moet ik haar ontraden."