Hoe komt het toch dat er op de ene plaats een kerk moet sluiten wegens gebrek aan leden en op een andere plaats een kerk geplant wordt vanwege de enorme toeloop van leden? Bij een ledenaantal van minder dan honderd, gaan we al snel te rade of de kerk nog wel een toekomst heeft. Is dat terecht? Prof. M. te Velde, docent kerkrecht aan de Theologische Universiteit in Kampen, denkt dat kerk-zijn ook op een andere manier kan, die niet gebonden is aan grote aantallen.
Te Velde geeft een algemene beschouwing over oorzaken en factoren die meespelen in de beslissing om een kerk te sluiten dan wel door te starten. In het ver volg op dit artikel komt een aantal kerken aan het woord over hun plaatselijke situatie van kerksluiting of –planting of doorstart die ze als gemeente maakten.
Kerksluiting
Is kerksluiting eigenlijk wel zo’n probleem? Prof. Te Velde: Als je het christelijk nuchter bekijkt niet. Het hoort gewoon bij het leven en het zich ontwikkelen van de kerk door de jaren heen. Ik herken wel het rouwproces, maar is dat niet tegelijk de noodzakelijke pijn die iedere ontwikkelingsgang met zich meebrengt? Bijna iedereen komt wel in een soort midlife-crisis: we lopen vast en beginnen weer opnieuw. Als je alleen naar de rouwmetafoor kijkt, zet dat je ook op het verkeerde been: Je bent als kerk immers niet identiek met een gebouw van hout en steen?
Soms moet een kerk sluiten. Meestal spelen er dan verschillende oorzaken mee, bijvoorbeeld: een wijk vergrijst, (met alle gevolgen van dien), er kan een bepaalde incrowd cultuur meespelen waardoor er ruzie komt en leden weglopen omdat ze het niet meer mooi vinden in de kerk. Is kerksluiting dan juist niet vaak een gezonde ontwikkeling, een welkome sanering? Moet je niet met vreugde de kapvergunning aanvragen en vol animo een nieuwe tuin gaan aanleggen? En moet je dat niet op tijd doen?
Historie
We hebben een dicht netwerk van kerken in alle dorpen en steden met vaak grote gebouwen op enkele honderden meters van elkaar. Deze zijn ontstaan en gebouwd vanaf 1880 – 1970, in tijden van bevolkingsgroei, hoog percentage christenen, lage bouwkosten, een stijgend welvaartspeil en met overheidssubsidie. Voor vandaag is een dergelijke kerken-overvloed niet meer normaal. Er zijn altijd groei- en krimpbewegingen. Krimp doet pijn. Maar God regeert en kerken moeten gewoon mee in de gang van de geschiedenis. Als er ergens een kerk sluit, gaat het geloven op een andere plek verder. En ergens anders vinden er weer kerksplitsingen en gemeentestichtingen plaats. Het is dus goed om nuance aan te brengen ten aanzien van kerksluiting.
Hetzelfde kerkconcept voor grote en kleine gemeenten
Een van de factoren die meespelen bij sluiting is de omvang van de gemeente. Wij zien een ledental van minder dan 100 leden vaak als probleem. Maar waarom eigenlijk? Heel veel gemeenten overal op de wereld bestaan uit minder dan 100 leden. Dat komt omdat ons kerkconcept vaak geënt is op een grote gemeente. In een grote gemeente heb je een royale predikantsplaats, een gebouw dat geen ‘draagbare tente’ meer is maar een tempel voor de hele eeuw. Een grote gemeente heeft vaak weinig verbinding met naastliggende gemeenten en is vaak niet wendbaar. In een kleine kerk is dit een moeilijk hanteerbaar model dat leidt tot diverse stremmingen. Maar is het niet goed dat dit nu boven tafel komt? Dat je een kerkconcept dat goed werkt voor een grote gemeente niet zomaar moet kopiëren naar een kleine?
Kerk-zijn op een andere manier
Het kan ook anders. In Amerika heb je de Cell-church-beweging. Een cell is een groep van zeven tot vijftien gezinnen of leefeenheden. Men ontmoet elkaar regelmatig in kleiner verband, ook voor gebed en Bijbelstudie. De Congregation is een gemeenschap van 12-200 leden, heeft een kleine raad van oudsten en vormt een gemeente voor de primaire bediening van het Woord en de sacramenten. Hier ligt ook de verantwoordelijkheid voor pastoraat en tucht. De Celebration is een gemeenschap van meerdere congregations (vier tot zes) voor grootschalige kerkdiensten en hoge kwaliteit in prediking en liturgie.
Je kunt dus op verschillende manieren kerk zijn. Elke manier heeft zijn eigen waarde en sluit aan bij de behoeften die de mensen hebben en de manieren waarop je de gemeenschap beleeft en in praktijk brengt. Het gemeente zijn hoeft niet overal over één kam geschoren te worden. Denken wij niet teveel voor het hele land in één patroon, waarbij alles geldt voor zowel een gemeente van 60 leden als voor een gemeente met 1700 leden, terwijl dit heel verschillende fenomenen zijn? Als je in de bovenstaande drieslag (cell, congregation, celebration) denkt, dan kan er een andere kijk op gemeente-zijn ontstaan, waarin je deze naast elkaar organiseert zodat ze elkaar aanvullen en versterken.
Een voorbeeld: Stel, er zijn op het Groningse platteland vier kleine en krimpende gemeenten, waarin niet goed meer in de ambten kan worden voorzien. Drie van de vier hebben een congregation-formaat, één is al niet meer dan een flinke cell-groep. Laat men zich dan deze vier eens als één geheel denken en één keer per zondag in celebration-formaat bij elkaar komen in een grotere kerk of sporthal in de regio. De andere kerkdienst kan dan op congregation-formaat plaatsvinden. De morgen kan voor de congregation worden bestemd en de middag voor de celebration of andersom. Dat is een kwestie van nader overleg.
Lees verder op:http://www.gkv.nl/kerk-sluiten-of-stichten/887/