Ik zat eens te denken over de invloed van de Bijbel op de Nederlandse taal. We kennen allemaal de uitdrukking 'een wolf in schaapskleren' wat tegenwoordig zoveel betekent als iemand die er ongevaarlijk uitziet, maar wel gevaarlijk is. Deze uitdrukking is gebaseerd op het volgende vers:
'Maar wacht u van de valse profeten, die in schaapskleren tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven.' (Mat 7:15)
In de Bijbelse tijd was een wolf in schaapskleren een valse profeet die zich voordeed alsof hij door God gezonden was en tegenwoordig is het iemand die er ongevaarlijk uitziet, maar het niet is. We kunnen deze uitdrukking uit de Bijbelse tijd niet één op één zetten met de tegenwoordige betekenis, dat moge zeer duidelijk zijn.
Het schaap en de wolf zijn natuurlijke vijanden van elkaar en dat dienen we goed in ogenschouw te nemen. De wolf staat het schaap naar het leven, maar het schaap vormt geen enkele bedreiging voor de wolf. De wolf is een roofdier, net als de leeuw en moet doden om te overleven. Het ligt in zijn natuur besloten. Ook de duivel wordt vergeleken met een roofdier:
'...de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden' (1 Petr 5,8)
We weten dat Jezus zijn volgelingen schapen noemde en apostel Paulus was één van die vele eerste generatie christenen. Daarom vond ik het volgende vers zeer opvallend om te lezen:
'En ik ben uit de muil van de leeuw verlost.' (2 Tim 4,17)
Zou Paulus ooit echt met leeuwen gevochten hebben of bedoelde hij misschien wat anders? We vinden nergens in het NT wat over leeuwen, doch staat in vers 14 van hetzelfde hoofdstuk dat Alexander de kopersmid, Paulus veel kwaad had betoond. Het was dus een mens en geen echte leeuw waar hij van verlost was. Ook in dit vers zien we heel duidelijk dat 'wolven' in de Bijbelse tijd een symbolische betekenis kunnen hebben.
Hand 20,29
Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen.
Om weer terug te komen bij het onderwerp, in de Bijbelse tijd was een wolf in schaapskleren dus een valse profeet, die deed alsof hij door God gezonden was. Vergelijk dat eens met dit:
2 Kor 11,13
Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus.
Een valse apostel was dus evenals een valse profeet, ook een wolf in schaapskleren. Dit viel mij op en ik weet niet of ik de term nog langer zal gebruiken, mocht een situatie zich voordoen waar het betrekking op zou kunnen lijken te hebben. Een wolf in schaapskleren in de Bijbelse tijd en de betekenis van tegenwoordig verschillen nogal van elkaar. Zo blijkt dat het van belang is om de verzen in de juiste tijd en context te lezen, aangezien een subtiliteit een wereld van verschil kan maken.