Hoe geeft de Bijbel in het OT en het NT het gebruik van gefermenteerde wijn weer?
Een onderzoek van de Hebreeuwse tekst laat zien dat het
ene Nederlandse woord 'wijn' gebruikt wordt voor de vertaling van tientallen Hebreeuwse en Aramese woorden van verschillende betekenis. 'Wijn' kan daarom duiden op: de vrucht van een wijnstok zoals druiven; rozijnen of rozijnen koeken; vloeistoffen - dik, dun of gekookt; drank - alcoholhoudend of non-alcoholisch; wijnsoorten - zuur, zoet of azijn, betekenen.
Wijn is dus niet zomaar alcoholhoudend bedoeld in de Bijbel. Het Hebreeuwse woord voor 'nieuwe wijn' (JESAJA 65:
is "tirosh" terwijl voor 'sterke drank' het woord 'shekar' gebruikt wordt en 'yayin' voor 'wijn' (JESAJA 5:11).
Daarom kan geen enkele bijbelse aanhaling van het woord 'wijn' correct geïnterpreteerd worden zonder in aanmerking te nemen welk specifiek Hebreeuws woord wordt gebruikt in welke context het wordt gebruikt,
op welke mensen het betrekking heeft en de tijd waarnaar verwezen wordt. En zelfs dan is een eenduidige beslissing over de exacte betekenis en de bedoelde toepassing niet altijd mogelijk.
Verder is het belangrijk op te merken, dat er geen echte vergelijking
tussen de modernere alcoholische drank en die uit de oudheid gemaakt kan worden omdat de destillatie alcohol uit wijn enz. pas circa 1000 na Chr. begon.
Wijn werd langzamerhand als een alcoholische drank gebruikelijk, terwijl de versterking van de wijn met pure alcohol ter verhoging van het alcohol gehalte pas vanaf de 18e eeuw toegepast werd. Zoals al gezegd, het natuurlijke gistingsproces overschrijdt bijna nooit de 14%, maar moderne alcoholische drank kan echter tot 50% alcohol bevatten.
Er is in het Hebreeuws geen speciaal woord dat altijd gegiste wijn betekent noch is er een woord dat altijd op Gods toestemming duidt, zij het impliciet of expliciet.
Maar waar het als een 'zegening' genoemd wordt, wijst niets in de context op een alcoholische kwaliteit, -
eerder het tegenovergestelde. Het woord 'yayin' verschijnt slechts tweemaal in samenhang met zegening en is dan verbonden met andere producten van het veld zoals maïs en olijven. Echter wordt 'tirosh' elf keer in dit verband gebruikt (bijv. JEREMÍA 31:12) en wordt in verbinding met voedsel ongeveer 30 keer gebruikt.
Dronkenschap met al haar gevolgen werd in het Oude Testament altijd als afschuwelijk uitgelegd: "
De wijn is een spotter, de sterke drank is woelachtig" (SPREUKEN 20:1).
Goddelijk ongenoegen is veelvuldig geassocieerd met bedwelmende drank en de gevolgen daarvan en wordt scherp veroordeeld door de profeten. (zie ook JESAJA 5:11-12; 22:13; 28:1,7-8; 56:12; JOËL 1:5; AMOS 6:6)
Kanaän was een agrarisch land met als hoofdproducten maïs, olijven en druiven en Israël zelf wordt vaak gebruikt als symbool voor Gods wijngaard.
"Want
de wijngaard van den HEERE der heirscharen is het huis van Israël, en de mannen van Juda zijn een plant zijner verlustigingen..." JESAJA 5:7
Daarom is het niet verwonderlijk dat de symboliek van de wijnstok verweven is in vele van de ons zo dierbare en geestelijke passages in zowel het Oude als het Nieuwe Testament. "Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken" is daarom een betekenisvolle vergelijking voor hen wiens leven "verborgen in Christus" is. Soms beweert men daarom dat wijn (alcoholisch) gezien moet worden als één van de goede gaven Gods aan de mensheid. Hoewel het waar is dat God de wijnstok en zijn heerlijke vrucht aan de mens tot gebruik gaf,
was het de mens,
niet God die het gezonde sap van de druiven tot een alcoholische drank maakte,
de voedingswaarden er uit haalde en inplaats daarvan
werd de drank rijk aan slechte invloeden op verstand en lichaam.En wat zegt de Here der Heerscharen dan erover?
"
Want het gedichtsel van 's mensen hart is boos van zijn jeugd aan..." GENESIS 8:21.
Dus dat is wat het OT meldt over druivensap en "wijn"
Hoe zit het dan met het NT.
Er zijn een aantal passages in het Nieuwe Testament, waar de aard van de drank alcoholisch of niet-alcoholisch, niet expliciet genoemd wordt (MATTHÉÜS 9:17; MARKUS 2:22; LUKAS 5:37-38).
"Noch doet men nieuwen wijn in oude leder zakken; anders zo bersten de lederzakken, en de wijn wordt uitgestort, en de lederzakken verderven, maar men doet nieuwen wijn in nieuwe lederzakken, en beide te zamen worden behouden." MATTHÉÜS 9:17
De normale uitleg voor deze gelijkenis, dat zakken van nieuwe huid werden gebruikt om te verhinderen dat de zakken uitzetten door de druk van de gassen die bij gisting ontstaan, komt niet overeen met de feiten van deze zaak. Om gisting te veroorzaken werden de druiven - net zoals nu - in open vaten gedaan.
De uitzettingskracht die vrijkomt bij druivensap is enorm; het sap van geperste druiven bestaat voor een-vijfde deel uit glucose. Tijdens de gisting neemt het kooldioxidegas tot wel 47 keer toe, wat ingesloten een druk van ca. 34,3 atmosfeer uitoefent. Dit komt overeen met een druk van 34,5 kg/cm². Als wijn tijdens zijn eerste gisting in een zak van een koe- of varkenshuid gegoten wordt, zou deze ook nieuwe, sterke huidzakken laten barsten, hoe nieuw of sterk ook. Dit feit was in Palestina welbekend door de eeuwen heen.
"Ziet, mijn buik is als de wijn, die niet geopend is; gelijk nieuwe lederen zakken zou hij bersten." JOB 32:19
De zakken van gedroogde huiden die in de tijd van Jezus Christus werden gebruikt waren zeer geschikt om gisting te voorkomen. Door de naden goed te dichten met pek om de lucht en de zich daarin bevindende gistsporen buiten te houden werd gisting voorkomen.
Het was noodzakelijk, nieuwe, volledig schone huiden te gebruiken omdat elk achtergebleven gistdeeltje aan de binnenzijde van de oude huid al na korte tijd tot een gisting zou leiden. Genoeg om de 'nieuwe wijn' te ruïneren en de zakken te doen barsten.'Nieuwe wijn' is hier de vertaling van de Griekse woorden 'oinos neon', dat overeenkomt met het Hebreeuwse woord "tirosh" en vers druivensap betekent. Dit alles was alom bekend bij Jezus' toehoorders en dus was het duidelijk toen Hij zei: 'Schone huid voor nieuwe wijn'
Maar het ging niet om de kwaliteit van de wijn.
Maar om de noodzakelijkheid om Zijn nieuwe leer schoon te houden van de aantastende gisting van de conservatieve en zelf-rechtvaardige Farizeeën.
Een
'schone huid,' een
nieuwe instelling, was noodzakelijk voor de
'nieuwe wijn' van het evangelie.
Alcoholhoudende wijn wordt dus geassioceerd met vals, verkeerd en bezoedeld met zonde, terwijl gewoon druivensap 'van de wijnstok' geassioceerd wordt met een rein leven en het op orde houden van je relatie met Christus.
groet