Steeds vaker komt het in Nederland tot geweld tegen homo’s. Ligt hier een verantwoordelijkheid voor kerken en christenen? Ad de Bruijne, hoogleraar aan de TU in Kampen, legt in De Reformatie van deze week uit dat hij vindt van wel.
‘Gericht opkomen voor wie zwakker staan, hoort bij de roeping van kerken en christenen. Als in mijn omgeving iemand daadwerkelijk onrecht ervaart, ben ik als naaste geroepen voor hem of haar op te komen. Als het zo is dat de bejegening van homo’s in onze samenleving zich verhardt, dan ligt daar een concrete aanleiding tot christelijke naastenliefde.’
Daar komt nog een argument bij. ‘Vooral orthodoxe kerken en christenen hebben het vandaag lastig in de omgang met homo’s. Zij houden vast aan het Bijbelse en klassiek-christelijke ‘nee’ tegen homoseksuele gemeenschap. Voor homo’s zelf, zeker voor hen die Christus niet persoonlijk kennen, komt dit haast automatisch over als een afwijzing en zelfs een vorm van uitsluiting. En met afwijzing en uitsluiting worden altijd de kiemen van geweld gezaaid.
Kerken en christenen moeten daarmee rekening houden. Zij dienen extra duidelijk te maken dat zij deze naasten in hun eigen midden en in de samenleving niet wegduwen maar juist aanvaarden, liefhebben en waar mogelijk goed doen. Alleen zo zal rond het standpunt dat zij aanhangen, toch de atmosfeer van Christus’ evangelie merkbaar blijven.’
Als de klassiek-christelijke benadering van homoseksualiteit niet gepaard gaat met aanvaarding en naastenliefde, dreigt het over te komen als een losse morele overtuiging die anderen moralistisch in het gareel dwingt, aldus De Bruijne. Kerken en christenen moeten er alles aan doen om die sfeer van genade te laten overkomen.
Toch kozen onder andere de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) ervoor om de zgn. ‘Verklaring tegen homogeweld’ niet te ondertekenen. Lieten ze daarmee geen uitgelezen kans liggen om als kerken duidelijk te maken dat ze ook in de richting van homo’s een boodschap van liefde hebben en niet één van afwijzing, uitsluiting en geweld?
Terecht wees ds. Arie de Snoo, oud-preses van de Generale synode, erop dat het COC, de belangenorganisatie van homo’s en lesbiennes, het afwijzende standpunt van de kerken zelf als vorm van discriminatie en dus beginnend geweld beschouwt. Als je samen met die club een verklaring tegen homogerelateerd geweld tekent, laat je je verleiden tot een impliciete afkeuring van je eigen Bijbelse benadering. Helaas hebben de meeste critici, ook van binnen de kerken, dit punt gewoon genegeerd.
Hoe dan ook zullen we als orthodoxe kerken nog sterker dan voorheen gelegenheden moeten aangrijpen om duidelijk te maken dat het evangelie geen mensen uitsluit, dus ook geen homo’s. Daarbij hoort ook dat we alert blijven op kansen om te waarschuwen tegen vormen van geweld waarmee homo’s in kerk en samenleving te maken krijgen.