@Hendrik ::
Het is niet mijn woordkeus die argwaan wekt, maar jouw eigen afwezigheid van enig werkelijk inzicht. Je kunt mijn woorden zo vaak onjuist interpreteren als je wilt , dat betekent niet dat ze onwaar zijn. Ook het voorbeeld van Joh 6:45 is weer een heel opmerkelijk voorbeeld van totaal onbegrip van jouw kant. Ik heb er bijna geen vertrouwen meer in je ook maar iets wijzer te maken, desondanks probeer ik het nog een laatste maal::
65 En Hij zei: Daarom heb ik u gezegd dat niemand tot mij komen kan (1)
tenzij het hem door Mijn Vader gegeven is.
1) Niemand kan tot de Christus komen---> niemand kan de Christus uitdrukken
2) tenzij het (vermogen de Christus uit te drukken) reeds door God in hem is gelegd ---> de goddelijke essentie die in de mens is gelegd geeft de mens de mogelijkheid tot de Christus te komen ( = de god-mens uit te drukken )
Natuurlijk leg jij dit vers geheel anders uit, want met mensenverstand overdacht lijkt het alsof God uitkiest wie wel en wie niet tot de Christus mag komen. Maar zo werkt het goddelijke helemaal niet. Er bestaat niet zoiets als willekeur of voorrecht als het over deze zaak gaat. Wat er wordt aangegeven in dit vers is dat een mens moet begrijpen dat de Christus al latent in hem is, juist omdat God de ideale mens als mogelijke potentie al in de mens heeft gelegd.
Aangezien God de essentie/het principe van volmaaktheid inhoudt, klopt dit natuurlijk ook. Als in de mens dit principe is gelegd, dan is een mens heel wel in staat de ideale mens (de Christus) uit te drukken. De Christus is namelijk God`s ENIGE zoon , want in de God`s Geest heeft hij voor de mens enkel het beeld voor ogen van de IDEALE mens. De mens is gemaakt naar het beeld van God, weet je nog?
Men kan het ook nog zo opvatten dat een mens niet tot de Christus kan komen, tenzij God " vindt " dat die mens zich geschikt heeft gemaakt ( voldoende inzicht heeft in de zaak en de opofferingen heeft gemaakt die nodig zijn, o.a het offer van zijn ego-zelf) zodat de goddelijke straal werkzaam kan worden door die betreffende mens. In elk geval schept de mens zelf de voorwaarden om het goddelijke in hem vrij te maken en zichzelf te verlossen. God kan enkel werkzaam in de mens worden, als de mens zich niet van God afscheidt maar bewust één is met hem. Onbewust is een mens het al, men kan zich niet werkelijk van God afscheiden als God al in hem gelegen is, maar een mens kan door zijn onbewustheid en onwetendheid wel afgesneden worden van zijn ware potentieel. Zie 99,9% van de wereldbevolking.
Maar goed, ik begin er van overtuigd te raken dat dit te hoog gegrepen is voor sommige bijbellezers. Dat heeft niets te maken met een gebrek aan verstand maar enkel met de vastgeroeste ketens waaraan men vastzit en die men ook weigert los te laten.