Binnen het katholieke geloof wordt er onderscheid gemaakt tussen het bijzondere, sacramentele priesterschap en het algemene priesterschap der gelovigen. Elke gelovige, man of vrouw, is geroepen om van Christus te getuigen. Een ieder mag dan ook mensen onderrichten over Hem, mits goed daartoe toegerust en mits uiteraard in overeenstemming met de katholieke Leer. Maar het is de priester die de sacramenten opdraagt en het is de priester waardoor Christus direct handelt, spreekt en zo het Woord verkondigt. En het is de bisschop die daarbij ook het volledige leergezag uitoefent, in verbondenheid met de paus.
Nu zullen gereformeerden daarover wellicht de schouders ophalen, maar ik had begrepen dat zij ook het onderscheid kennen in wat binnen de eredienst toegestaan is en wat daarbuiten toegestaan is. Binnen de eredienst spreekt Christus direct tot zijn volk middels de lezingen, de psalmen en in het bijzonder de prediking en antwoordt het volk daarop met gebed en dankzegging. Daarin heeft het onderrichten dus een heel andere, meer "sacramentele" context dan de gewone catechese buiten de eredienst. Ook daar mag elke gelovige dus over Christus vertellen en onderricht geven. Maar het meer directe spreken namens Christus, dat gebeurt enkel door de dominee in de eredienst.