Hoi Learsi, de computer bij mij vertikt het om 'citeer' te doen, zoidat ik je nu maar even zo antwoord.
Je quote een hele rij teksten, maar voor mij is het helemaal geen vraag of Israel wel als volk gered zal worden. Ook ben ik het er 100% mee eens dat wij uit de heidenen geluk hebben dat Israel als volk, Jezus verwierp.
Hierdoor is het heil tot ons gekomen en dit is waar het nu om draait: Wat gebeurt er in deze tijd, dat de heilige Geest is uitgestort omdat Jezus nu naar de hemel is gegaan ...
De Messias van de Joden is op dit moment in de hemel en heeft Zijn aardse macht nog niet aanvaard omdat Israël Hem nog niet kent. Dat volk moet zich nog bekeren. Want in Israël is het zo dat je je geloof moet afzweren als je bv als Jood Christen bent geworden en je gaat weer in Israël wonen.
In het begin van de gemeente, waren er nog wel veel Joden die tot geloof kwamen en deze Joden hebben OOK dezelfde Heer die als mens in de hemel is. Voor hen ook geen aardse Messias, hun Messias geeft hen de hemelse zegeningen. Hiervan lees in Efeze 2, dat zij samen met de heiden-gelovigen dat ene nieuwe lichaam zijn geworden, een geestelijk huis, waar geestelijke offers worden gebracht.
quote:
14 Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15 doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, 16 en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. 17 En bij zijn komst heeft Hij vrede verkondigd aan u, die veraf waart, en vrede aan hen, die dichtbij waren;
Maar ook de Joden waren niet aan het heil toegekomen al hadden zij de beloften en de woorden Gods... maar nu zijn we als die twee soortren mensen allebei zover gekomen dat we Abba Vader kunnen zeggen tegen God! Dat doen de Joden niet...
En Paulus spreekt hier de heidenen aan en zegt dat we niet meer ver zijn, maar nu medeburgers en huisgenoten geworden zijn in dat huis waar God nu Vader is. En al waren de Joden dichtbij, zo was het bij hen nooit geweest. NB: dat is dus een NIEUW GEESTELIJK huis, wat er niet eerder was...
quote:
18 want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader. 19 Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. 21 In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, 22 in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
Ook de apostel Petrus (de apostel voor de Joden) schrijft hierover in zijn brieven, in 1 Petr 2. Wij zijn nu Gods geestelijke volk met geestelijke zegeningen die geestelijke offers brengen....
En dat is wezenlijk anders dan dat er als de Joden als VOLK weer tot geloof zullen komen. Dan zullen zij zelfs weer een tempel hebben en de eredienst zal er weer zijn. Maar dan met Jezus als Koning in Jeruzalem die daar dan regeert.
Dan is het de tijd dat de wet uitgaat van Jeruzalem over de hele wereld en er eindelijk gerechtigheid en vrede zal heersen.
Maar de gemeente, de Jood en heiden die in deze tijd tot eenzelfde nieuwe mens zijn gevormd, zullen met Jezus de volken richten en regeren in dezelfde positie als Hij,
quote:
1 Kor 6,2
Of weet gij niet, dat de heiligen de wereld zullen oordelen? En indien bij u het oordeel over de wereld berust, zijt gij dan onbevoegd voor de meest onbetekenende rechtspraak?
2 Tim 2,12
indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen; indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen;
Op 20,6
Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.
Dat er nu drie groepen mensen op aarde zijn, lees je in 1 Kor 10: 32
quote:
Geef geen aanstoot, niet aan de Joden en de Grieken (heidenen), en ook niet aan de gemeente van God,