Omdat in de andere topics de berichten over elkaar heen buitelen, wil ik hier mijn visie plaatsen over Gal. 3:16
Verbond van Galaten 3:16
Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen; maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus.
Dit bijbelvers lijkt in tegenspraak te zijn met de beloften die God aan Abraham deed in het Oude Verbond.
Gen. 12:1-7: God zal Abram tot een groot volk maken, hij zal zijn nageslacht het beloofde land geven, zijn naam groot maken, zegen voor wie Abraham zegenen en vervloekingen voor wie hem vervloeken.
Gen. 13:14-17: het land dat voor eeuwig aan hem wordt gegeven. Bovendien zoveel nakomelingen als het stof van de aarde. En ook weer de landsbelofte.
Gen. 15:5-6 en 18: een nageslacht talrijk als de sterren. Het geloof werd tot gerechtigheid gerekend. In vers 18 nageslacht en land.
Gen. 17:4-8: vruchtbaar, volken, koningen, land als eeuwige bezitting.
Gen. 17:10-11: verbond van de besnijdenis. Dus ook niet voor één nakomeling.
Gen. 22:16-18: vers 18 is de sleutel:
En in uw Nageslacht zullen alle volken van de aarde gezegend worden, omdat u mijn stem gehoorzaamd geweest bent.
Zie je hier in de Herziene statenvertaling het woord “Nageslacht” met een hoofdletter staat.
Dit Nageslacht is de persoon van Jezus Christus. In de statenvertaling staat “zaad”, wat dan weer terugslaat op de moederbelofte in Gen. 3:15.
In Genesis 22:18 wordt gesproken over het offer van Izak. Dit wordt ook in verband gebracht met de zegen voor “alle volken”. Dit komt overeen met wat aan de bewuste tekst van Galaten 3 vooraf gaat:
Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. 8 Nu heeft de Schrift voorzien dat God ook andere volken door geloof zou aannemen en daarom aan Abraham verkondigd: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’
God beloofde Abraham een volk uit hem geboren en een land voor dat volk. Maar uit zijn nageslacht kwam het beloofde zaad tot redding van de volken.
Zoals ik al eerder schreef: De Israëlieten, die èn besneden zijn naar het vlees, èn uit het geloof van Abraham zijn, hebben deze niet slechts als natuurlijke, maar ook als geestelijke vader. Het is in deze zin dat we in Rom. 9:6, 7 lezen: "niet allen, die van Israël afstammen, zijn Israël, en zij zijn ook niet allen kinderen, omdat zij (natuurlijk) zaad van Abraham zijn".
Door het beloofde Zaad, de Nakomeling uit Gen. 22:18 kunnen heidenen. door het geloof toegevoegd worden aan het nageslacht van Abraham.