HarryK schreef op 03 februari 2013 om 00:51:Nou, nog 1 keer dan.
Als ik aan jou
vraag "Mag ik 150 km per uur rijden op de Nederlandse snelwegen?", dan is dat een domme vraag, want ik weet al dat het antwoord "nee, natuurlijk niet, hoe kom je daarbij?" of zoiets is.
Maar "lieg" ik dan?
Nou, in dat geval had ik nauwkeuriger moeten schrijven, in gedachten houdend dat jij je eigen zwart-wit-manier van bijbel-lezen hebt, je eigen taaldefinities hanteert en elke strohalm aangrijpt om mensen mee te slaan.
Maar in mijn opvatting heeft een "vraag" geen waarheidsgehalte. Een vraag wil niet meer en niet minder dan een reactie. Een vraag is in zichzelf niet waar of onwaar.
Maar goed: dan had ik concreet moeten zeggen: in zijn "uitspraken" heeft de slang geen woord gelogen.
Het ging mij om de uitspraak van de slang:
"U zult zeker niet sterven. Maar God weet dat, op de dag dat u daarvan eet, uw ogen geopend zullen worden en dat u als God zult zijn, goed en kwaad kennend."Om met het tweede deel te beginnen:
God zegt zelf (vers 22 HSV):
"Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent."God bevestigt hier dus het tweede deel van de uitspraak van de slang.
En dan het eerste deel:
In Gen. 2:16-17 HSV lezen we:
"En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven."Het gaat me hier niet om het punt of hier nu wel of niet bedoeld is dat de mens als het ware ter plekke dood neer zou vallen of niet. (Want dat verschilt ook weer in de diverse vertalingen.)
Waar het mij om gaat is wat God later zei.
De mens heeft gegeten, God heeft straffen uitgesproken, en dan spreekt God vers 22.
Het eerste deel heb ik zojuist geciteerd, nu het hele vers nog een keer:
"Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven!"Als God verder dus niets had gedaan, had de mens nog eeuwig kunnen leven.
Pas door de mens bij de levensboom weg te halen, werd de dood een zekerheid.
Maar dat kwam door het wegsturen uit het paradijs, en niet door het eten van de verboden boom.
In die zin heeft de slang geen woord gesproken dat niet waar is.
Maar:
Daar ging het mij helemaal niet om.
...