Het leek me wel mooi om hier aan anderen te vertellen wat je net in de bijbel gelezen hebt en wat het met je doet.
Maar gelieve niet te veel discussie a.u.b.
Oké, topicstarter begint.
Matteüs 14:22-33
22 Jezus zei zijn leerlingen dat ze in de boot moesten stappen om alvast naar de overkant te varen. Hij zou intussen de mensen naar huis sturen. 23 Toen hij dat gedaan had, ging hij de berg op om er te bidden zonder dat er anderen bij waren. De avond viel en hij was daar alleen.
24 De boot had zich al honderden meters van de kust verwijderd. De golven beukten het schip, want de wind was tegen. 25 In de nanacht kwam hij naar de leerlingen toe, lopend over het meer. 26 Toen ze hem over het meer zagen lopen, raakten ze in paniek. ‘Een spook!’ riepen ze en ze schreeuwden van angst. 27 Maar Jezus riep hun onmiddellijk toe: ‘Blijf kalm! Ik ben het; wees niet bang!’ 28 ‘Heer, als u het bent,’ zei Petrus, ‘laat me dan over het water naar u toe komen.’ 29 ‘Kom!’ zei Jezus. En Petrus stapte de boot uit en liep over het water naar Jezus toe. 30 Maar toen hij merkte hoe hard het waaide, werd hij bang. Hij begon te zinken en riep: ‘Heer, red mij!’ 31 Meteen stak Jezus zijn hand uit en pakte hem vast. ‘Wat is je geloof klein!’ zei hij. ‘Waarom twijfelde je?’ 32 Toen ze in de boot waren gestapt, ging de wind liggen. 33 De leerlingen in de boot vielen voor hem op de knieën en zeiden: ‘Werkelijk, u bent de Zoon van God.’
Lucas 22:33,34
33 Petrus zei tegen hem: ‘Heer, met u ben ik bereid de gevangenis in te gaan of te sterven!’ 34 Maar hij zei: ‘Ik zeg je, Petrus: vandaag nog, vóór de haan kraait, zul je drie keer zeggen dat je me niet kent.’
Lucas 22:54-62
54 Ze namen hem gevangen en voerden hem weg. Ze brachten hem naar het huis van de hogepriester. Petrus volgde op ruime afstand. 55 Er werd midden op de binnenplaats een vuur aangelegd en men ging daar bij elkaar zitten. Petrus ging erbij zitten. 56 Bij het schijnsel van het vuur zag een dienstmeisje hem zitten, ze keek hem scherp aan en zei: ‘Die man was ook bij hem.’ 57 Maar Petrus ontkende het, hij zei: ‘Ik ken hem niet.’ 58 Even later zag iemand anders hem. ‘Jij bent ook een van hen,’ zei hij. ‘Welnee, man!’ antwoordde Petrus. 59 Ongeveer een uur later verklaarde een ander met nadruk: ‘Het is waar, deze man was ook bij hem. En hij komt toch ook uit Galilea!’ 60 Maar Petrus zei: ‘Ik weet niet waar je het over hebt.’ Hij was nog niet uitgesproken of er kraaide een haan. 61 En de Heer draaide zich om en keek Petrus aan. Toen herinnerde Petrus zich de woorden van de Heer, hoe hij tegen hem gezegd had: Vandaag nog, vóór de haan kraait, zul je drie keer beweren dat je mij niet kent. 62 En hij ging naar buiten en huilde bitter.
Vaak indentificeer ik me met Petrus, zoals die keer dat hij over het water liep naar Jezus toe, hij begint vol goede moed en loopt inderdaad over het water, totdat hem de moed in de schoenen zakt op het moment dat er een hoge golf aankomt, weg vertrouwen, weg geloof en hij drijgt de diepte in te zakken, maar Jezus laat dat niet gebeuren en trekt hem weer boven water.
Vaak vergaat mij dat precies zo, je begint ergens vol goede moed aan en je hebt het volste vertrouwen in de zaak, totdat het lastig of moeilijk wordt en het vertrouwen weg is, en blub... daar ga ik weer, en iedere keer is dan weer die hand van Jezus die mij uit de diepte wil redden, de ene keer grijp ik hem direkt en de andere keer probeer ik het op eigen kracht, totdat ik merk dat dat niet gaat en toch weer die uitgestoken hand moet vastgrijpen.
Óok indentificeer ik me met die Petrus die Jezus heel stoer verteld dat hij alles voor Hem over heeft en zelfs bereid is voor Jezus te sterven, maar als het puntje bij paaltje komt zo ongelooflijk laf is dat hij tot drie maal toe roept dat hij Jezus niet kent.
Bij Petrus kraaide er één keer een haan. Bij mij ? Hoeveel hanen hebben er wel niet gekraaid in mijn leven ? Ik weet het niet, ik heb het niet bij gehouden.
Hoe vaak heb ik mijn mond gehouden op momenten dat ik moest spreken ? Te vaak. Hoe vaak heb ik gesproken op momenten dat ik beter m'n mond kon houden ? Misschien nog wel vaker.
De dicipelen lieten Jezus allemaal in de steek toen hij gevangen genomen werd, wat moet dat rot gevoeld hebben, in de steek gelaten worden door je vrienden.
En toch laat Jezus hun niet in de steek, nooit. Net zoals Hij mij nooit in de steek zal laten. Die uitgestrekte hand is er altijd weer.