quote:
itsmetoo schreef op 12 juni 2012 om 22:38:[...]
Klopt ook, Jezus zal als Koning der Joden vanuit Jeruzalem Israël regeren over de hele wereld als Koning der Koningen in het 1000 jarig vredesrijk.
---
[...]
Je reinste vervangingsleer naar mijn mening.
dat kun jij vinden natuurlijk. Maar,... werd het joodse volk vervangen toen er in OT-tijden mensen die niet jood waren, tot geloof kwamen?
Nee, ze werden 'toegevoegd' aan het volk, ze kregen de besnijdenis als teken dat ze vanaf dat moment ook bij het verbond hoorden, ook al waren ze
niet jood. (Denk aan Ruth, Ammonietische, maar wel in de geslachtslijn van David en daarna Jezus!).
quote:
(...)
Voorafgaand.
25 Want de besnijdenis heeft wel nut als u de wet houdt, maar als u een overtreder van de wet bent, is uw besneden zijn tot onbesneden zijn geworden.
Duidelijk dat de besnijdenis voor de Joden die er naar leven dus nut heeft.
De vers die je aandraagt borduurt voort op het feit dat alleen besnijden geen zin heeft, als men JHWH niet eert en zondig leeft. De fysieke handeling op zich zegt niets zonder er ook na te leven.
Net als met dopen dus, een klets water in je gezicht, of zelfs correct onderdompelen, zonder oprecht geloof en trouw zal niets opleveren. Het zijn geen toverkunstjes dus die ons Joden of Christenen redden zullen.
daar heb je gelijk in, maar lees ook verder. Paulus vervolgt in Rom.3:21
Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de wet en de profeten is getuigd: ... Er is iets
veranderd.
quote:
[...]
Dit duidt toch duidelijk dat er verschillen zijn?
-1. Die besnedenen rechtvaardigen zal uit het geloof {Joden}
-2. en onbesnedenen door het geloof {Christenen}
en wat is dan het verschil tussen 'rechtvaardigen uit' en 'rechtvaardigen door'? Ik zie Paulus nergens twee verschillende rijtjes met regels/opdrachten/uitleg geven, met dan aan het begin:
"dit zijn instructies voor de joden/heidenen*"
(*) doorhalen wat niet van toepassing is.
quote:
[...]
-De Joden zijn kinderen van GOD,
-Uit de Joden is Jezus Christus voortgekomen !
-Het Woord van GOD en de Beloften aan Israël zijn niet vervallen.
vers 6:
Hier stat dus duidelijk dat alleen degenen met een bloedlijn terug naar Abraham, Isaac en Jacob het echte nageslacht zijn.
ja, dat de joden de
biologische lijn zijn. Maar... Paulus gaat verder
quote:
(...)
Kinderen van het vlees uit alleen Abraham zijn niet van de Belofte. De Beloften aan de voorvaderen door JHWH zijn afstammelingen van Abraham, Isaac en Jacob, aan wie de Belofte door JHWH zijn gedaan. Dit gaat absoluut niet over de Beloften voor de Christenen, die krijgen Genade. Zie ook Romeinen 9 over de Belofte en wie die toekomt. Je hebt het zelf ook gebruikt.
16 Daarom is het uit het geloof, opdat het zou zijn naar genade, met als doel dat de belofte zeker zou zijn voor het hele nageslacht, niet voor dat wat uit de wet alleen is, maar ook voor dat wat uit het geloof van Abraham is, die een vader is van ons allen, (Rom.4).
De beloften waar Paulus het over heeft, zijn voor ons allemaal.
quote:
Zie Rom 9
4 Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot kinderen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften.
Ja, maar Paulus probeert hier uit te leggen hoe het aan de ene kant kan, dat hij net uitgelegd heeft (o.a. Rom.8, en vrijwel overal in de Romeinenbrief) dat je Jezus als Heer moet erkennen om gered te worden, maar dat aan de andere kant het joodse volk toch het volk van het verbond en de beloften was.
1 Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
2 Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood.
3 Want wat voor de wet onmogelijk was, krachteloos als zij was door het vlees, dat heeft God gedaan: Hij heeft Zijn eigen Zoon gezonden in een gedaante gelijk aan het zondige vlees en dat omwille van de zonde, en de zonde veroordeeld in het vlees,
4 opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest.
5 Immers, zij die naar het vlees zijn, bedenken de dingen van het vlees, maar zij die naar de Geest zijn, de dingen van de Geest.
6 Want het bedenken van het vlees is de dood, maar het bedenken van de Geest is leven en vrede.
7 Immers, het denken van het vlees is vijandschap tegen God. Het onderwerpt zich namelijk niet aan de wet van God, want het kan dat ook niet.
8 En zij die in het vlees zijn, kunnen God niet behagen. (Rom.8:1-8, waarna hij in een lofbetuiging uitbarst, tot het einde v/h hoofdstuk)
Paulus probeert in Rom.9 uit te leggen hoe het voorgaande waar kan zijn,
als het joodse volk toch het volk van het verbond en de beloften is. Hoe kan dat?
4 Zij zijn immers Israëlieten; voor hen geldt de aanneming tot kinderen en de heerlijkheid en de verbonden en de wetgeving en de eredienst en de beloften.
5 Tot hen behoren de vaderen, en uit hen is, wat het vlees betreft, de Christus voortgekomen, Die God is, boven alles, te prijzen tot in eeuwigheid. Amen! (Rom.9)
Paulus legt uit dat het subtieler ligt:
6 Ik zeg dit niet alsof het Woord van God vervallen is, want niet allen die uit Israël voortgekomen zijn, zijn Israël.Dus: 'ja', Israel is nog steeds verbonds- en beloftevolk. Maar niet elke jood 'is Israel'. Dat verklaart waarom zoveel joden in Paulus' tijd (en nu helaas ook nog) Jezus niet als Heer wilden erkennen.
Paulus gaat verder met uitleggen dat God soeverein is en dat Hij zelf wel beslist wie Hij wil redden, daar heeft Hij geen hulp voor nodig van die eigenwijze Romeinen,
thank you very much. En daar horen ook heidenen bij:
24 Hen heeft Hij ook geroepen, namelijk ons, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen. 25 Zoals Hij ook in Hosea zegt: Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk, en de Niet-geliefde: Geliefde (Rom.9)
Dan gaat Paulus verder:
1 Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid. 2 Want ik getuig van hen dat zij ijver voor God hebben, maar niet met het juiste inzicht. 3 Omdat zij immers de gerechtigheid van God niet kennen en een eigen gerechtigheid tot stand proberen te brengen, hebben zij zich niet aan de gerechtigheid van God onderworpen.
4 Want het einddoel van de wet is Christus, tot gerechtigheid voor ieder die gelooft.
5 Want Mozes schrijft over de gerechtigheid die uit de wet is: De mens die deze dingen gedaan heeft, zal daardoor leven. (Rom.10)
De Joden hebben
niet het juiste inzicht volgens Paulus, ze kennen Gods gerechtigheid niet, ze proberen het zelf en ze hebben zich niet aan Gods gerechtigheid onderworpen.
Paulus legt uit wat je moet doen om behouden te worden:
9 Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden.
10 Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid.
11 Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.
12 Er is immers geen enkel onderscheid tussen Jood en Griek. Want Een en dezelfde is Heere van allen en Hij is rijk voor allen die Hem aanroepen.
13 Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. (Rom.10)
Paulus stelt: "Jezus als Heer erkennen want anders heb je een probleem". Gekoppeld met z'n opmerking dat de joden op het verkeerde spoor zitten, de verzen ervoor, wordt z'n punt steeds duidelijker. En om het gewicht ervan te onderstrepen, citeert Paulus de profeet Joel. Daar zei Jahweh God dat wie Zijn (JHWH) naam aan zou roepen, behouden zou worden. Hier is het Jezus' naam geworden. En dat geldt voor heidenen maar
ook voor Joden! De uitspraak van JHWH opgetekend door Joel, staat nog steeds, alleen moeten de joden nu erkennen dat God ingewikkelder is dan ze dachten.
"Maar... hoe zit dat dan met de joden die niet van Jezus gehoord hebben?", zo is Paulus z'n lezers voor met die vraag:
14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen in Wie zij niet geloven? En hoe zullen zij in Hem geloven van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder iemand die predikt?
15 En hoe zullen zij prediken, als zij niet gezonden worden? Zoals geschreven staat: Hoe lieflijk zijn de voeten van hen die vrede verkondigen, van hen die het goede verkondigen!Ja, zegt Paulus, dat is inderdaad een probleem. Want hoe kunnen de joden Jezus' naam aanroepen als zij niet in Hem geloven? Maar Paulus gaat verder. Hij betoogt dat ze het echt wel gehoord hebben, maar dat ze, zoals geprofeteerd, ongehoorzaam waren:
16 Maar zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest. Jesaja zegt namelijk: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? 17 Zo is dan het geloof uit het gehoor en het gehoor door het Woord van God.
18 Maar ik zeg: Hebben zij het dan echt niet gehoord? Zeker wel: Hun geluid is over heel de aarde uitgegaan, en hun woorden tot de einden van de wereld.Niet gehoord? Onzin... het evangelie is de hele wereld rond gegaan, dus
zeker wel in Israel. Wat is dan het probleem?
19 Maar ik zeg: Heeft Israël het dan niet begrepen? Ten eerste is het Mozes die zegt: Ik zal u tot jaloersheid verwekken door wat geen volk is; door een onverstandig volk zal Ik u tot toorn verwekken.
20 En Jesaja durft het aan te zeggen: Ik ben gevonden door hen die Mij niet zochten, Ik heb Mij geopenbaard aan hen die naar Mij niet vroegen.
21 Met het oog op Israël zegt Hij echter: Heel de dag heb Ik Mijn handen uitgebreid naar een ongehoorzaam en tegensprekend volk. (Rom.10)
Israel heeft het evangelie niet gewild. Ze zijn ongehoorzaam en tegensprekend geweest.
de flow van Paulus' betoog m.b.t. Israel, heidenen, belofte, geloof, etc.:
- iedereen is zondig (eerste paar hoofdstukken)
- belofte is: Gods genade komt door geloof, niet door je eigen werken
- Belofte is niet alleen voor de jood, maar ook voor de heiden (Rom.4:16)
- conceet: geen
verdoemenis voor wie in Jezus Christus zijn (rom.8:1)
- Jezus heeft mensen vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood (Rom.8:2-5) omdat dat onder de Wet niet kon.
- Zij die uit het vlees (de joden onder de wet) zijn, kunnen God niet behagen (Rom.8:

.
- dit lijkt een tegenstelling en de lezer zou kunnen vragen: "maar hoe kan dat? Israel is toch verbondsvolk? Zij kregen de beloften toch?" (Rom.9:1-5). Betekent dat dan niks?
- Ja, dat is zo, maar niet iedereen uit Israel is echt Israel. Een flink deel is wel biologisch jood, maar valt niet onder de belofte. (Rom.9:6)
- de kinderen v/d belofte zijn de echte kinderen, zijn echt Israel (Rom.9:

. En die belofte is er voor alle gelovigen (Rom.4:16)
- is dat oneerlijk richting het joodse volk? (Rom.9:14ev) Nee, want God is de Schepper en bepaalt dus zelf wel wat Hij met zijn schepping doet.
- God heeft ook heidenen geroepen
om bij Zijn volk te horen (Rom.9:24-25)
- God bewaart een klein deel van het joodse volk (Rom.9:27).
- Paulus is bezorgd over zijn joodse broeders (rom.10:1). Ze hebben
verkeerd inzicht, ze proberen zelf rechtvaardig te worden en ze
onderwerpen zich niet aan Gods gerechtigheid (Rom.10:2-3)
- deze groep joden is 'blijven hangen' in de wet, terwijl Jezus juist het
einddoel v/d wet is (Rom.10:4)
- En voor dat einddoel hoef je niet hoog te klimmen of diep te duiken (Rom.10:6-11) want het is dichtbij: erken Jezus als opgestane Heer. Die belijdenis is tot zaligheid.
- en die belijdenis is
hetzelfde voor heiden en jood! (Rom.10:11-13), onderbouwd met een citaat uit Joel waarbij Paulus van het aanroepen van JHWH het aanroepen van Jezus maakt!
- maar... wat als joden niet van Jezus gehoord hebben? (Rom.10:14-15)?
- nee, zegt Paulus (Rom.10:16-18). Het evangelie is nota bene de hele wereld rondgegaan, dus zeker bekend in Israel. Ze hebben het gehoord maar het werd niet geloofd.
- Ze hebben het echter niet begrepen, ze wilden het niet, ze waren onverstandig, ongehoorzaam, tegensprekend, etc.! (Rom.10:18-21) God liet zich vinden door wie Hem niet zochten, en openbaarde zich aan hen die daar niet eens om gevraagd hadden (i.e. heidenen).
- maar... (vraagt de lezer): heeft God zijn volk dan verstoten (gezien het bovenstaande?) (Rom.11:1)
- nee, er is een
overblijfsel, overeenkomstig het verkiezen van God in genade (Rom.11:1-5). Net als bv. in de tijd van Elia.
- maar het is ook echt
genade (Rom.11:6) want als deze joden verkozen waren omwille van de wet, dan was het verdienste, geen genade.
- Wat israel zocht, heeft het niet gekregen, maar een uitverkozen deel heeft het wel gekregen. De rest is verhard (rom.11:7-10).
- is dit verharden zonder doel? Nee: het is vanwege de heidenen (Rom.11:11-12). Door de val van de joden, komt het evangelie bij de heidenen. En daardoor zullen de joden jaloers worden. Als hun val al zo'n groot positief effect heeft gehad, hoeveel te meer zal dan de bekering van de joden een groot effect hebben!
- dan komt het op-z'n-plaats-zetten van de heidenen. Ja, Paulus had wel gezegd dat de val van de joden een doel had (evangelie naar de heidenen, 11:11-12) maar daar mogen ze niet arrogant van worden (Rom.11:13-24)
- De joden zijn de edele olijfboom. Zij zijn van oudsher het verbondsvolk. Maar er zijn takken (i.e. mensen) weggerukt (volgens rom.9:6). Deze takken zijn
niet gespaard! (rom.11:21).
- God is streng over de gevallenen/weggerukten, maar goed voor de gelovigen, tenzij ze ook weggerukt worden (Rom.11:22)
- maar als de afgerukte takken niet bij hun ongeloof blijven kunnen ze er weer bij geënt worden. Als heidenen al van de wilde olijfboom (heidendom, niet Gods volk) geënt konden worden op de edele olijfboom (Gods volk), dan toch zeker takken die al edel waren en afgerukt zijn vanwege hun ongeloof! (Rom.11:23, ook Rom.9:24-25:
'Ik zal Niet-Mijn-volk noemen: Mijn volk')
- Dan onthult Paulus een mysterie (Rom.11:25): er is een verharding over Israel, totdat de gelovigen uit de heidenen 'compleet' zijn.
- En
op die manier zal
heel Israel zalig worden (Rom.11:26). Maar we weten dat dit allereerst niet gaat over het biologische Israel, want velen daarvan zijn nooit zalig geworden (Rom.9:6). En ook op het moment van schrijven gold dat nog steeds.
Op dit punt komen we op een lastige interpretatie kwestie. Bedoelt Paulus met 'op die manier' de manier die hij erboven geschetst heeft, namelijk dat Israel 'vol' wordt omdat er heidenen bij gevoegd worden? Dat de boom takken krijgt die er van nature niet bij hoorden? Het lijkt mij wel. Maar een andere optie is, dat Paulus bedoelt, dat er nadat het getal v/d heidenen vol is, iedereen die op dat moment jood is, zich bekeert. Het tweede zou ook goed kunnen, maar omdat Paulus verder in z'n brief ook stelt dat God zijn volk niet verlaten had,
omdat er een rest over was, denk ik dat deze tweede interpretatie niet 'afgedwongen' kan worden. Paulus heeft er geen moeite mee om over het joodse volk te spreken als 'niet verstoten' (Rom.11:1-5) zoals bv. in de tijd van Elia, terwijl er toen nog geen tienduizend geredde joden over waren! Dat overblijfsel was kennelijk voldoende!
Dus ik zou zeggen, in lijn met hoe Paulus kijkt naar Israel (als een deel gelooft, heeft God zijn beloften aan het volk niet gebroken) dat hij in 11:26 bedoelt dat (een deel van) Israel zich zal bekeren en terugkomen op de edele olijf (Gods volk). Dezelfde olijfboom waar ondertussen talloze heidenen op geënt zijn. Samen één boom, net zoals in OT tijden mensen als Ruth ook al bij het volk gingen horen, erop geënt waren.
Maar laat me duidelijk zijn: meer is beter! Het zou enorm mooi zijn als er een moment kwam waarop
alle joden zich zouden bekeren. Alleen vlgs mij kun je dat niet afleiden uit de Romeinenbrief.
quote:
[...]
Inderdaad vallen de Joden niet onder dezelfde genade als ware christenen. Daarom ook worden de Joden niet door Jezus opgehaald met de opname, voor de grote verdrukking in Israël begint. Daarom ook zullen de Joden daaronder moeten leiden. Maar uiteindelijk als Jezus wederkomt om Israël uit de grote verdrukking te bevrijden en alle oudtestamentische profetieën vervuld waarin Hij alle vijanden van Israël vernietigd
de OT profetieën worden al vervuld, namelijk aan wat nu Israel is: alle ware gelovigen (of ze nu jood of heiden zijn). Dat zie je aan hoe deze profetieën in het NT terugkomen:
31 Zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw verbond zal sluiten,
32 niet zoals het verbond dat Ik met hun vaderen gesloten heb op de dag dat Ik hun hand vastgreep om hen uit het land Egypte te leiden – Mijn verbond, dat zij verbroken hebben, hoewel Ík hen getrouwd had, spreekt de HEERE.
33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. (Jeremia 31)
2 U bent onze brief, geschreven in onze harten, gekend en gelezen door alle mensen.
3 Het is immers openbaar geworden dat u een brief van Christus bent, door onze bediening opgesteld, geschreven niet met inkt, maar door de Geest van de levende God, niet op stenen tafelen, maar op tafelen van vlees, van de harten (2 Korinte 3, aan heidenen)
In het OT staat overigens zelfs al expliciet, dat heidenen bij israel zullen gaan horen:
20 En zij zullen al uw broeders uit alle heidenvolken brengen als graanoffer aan de HEERE, op paarden en op wagens, met huifkarren, op muildieren en op snelle kamelen, naar Mijn heilige berg toe, naar Jeruzalem, zegt de HEERE, zoals de Israëlieten het graanoffer in rein vaatwerk naar het huis van de HEERE brengen.
21 Ook zal Ik enigen uit hen tot priesters en Levieten aanstellen, zegt de HEERE.Heidenen kunnen geen priester/leviet zijn, want ze komen niet uit de stam van Levi. En
toch zal God dat doen! Heidenen worden onderdeel van Gods volk.
22 En het zal gebeuren dat u het als erfelijk bezit zult doen toevallen aan u en aan de vreemdelingen die in uw midden verblijven, die in uw midden kinderen verwekt hebben. Zij zullen voor u zijn als een ingezetene onder de Israëlieten. Hun zal het met u in erfelijk bezit toevallen, te midden van de stammen van Israël. (Ezechiel 47)
Ezechiel mag profeteren dat heidenen zullen erven wat Israel erft, en ze zullen zijn als 'ingezetene' in Israel!
Geen wonder dat Paulus kon schrijven:
12 dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.
13 Maar nu, in Christus Jezus, bent u, die voorheen veraf was, door het bloed van Christus dichtbij gekomen.
14 Want Hij is onze vrede, Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken,
15 heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgedaan, namelijk de wet van de geboden, die uit bepalingen bestond, opdat Hij die twee in Zichzelf tot één nieuwe mens zou scheppen en zo vrede zou maken,
16 en opdat Hij die beiden in één lichaam met God zou verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft. (Efeze 2)
Alle gelovigen zijn één lichaam, zowel joodse als niet-joodse gelovigen. Vroeger waren de niet-joden vervreemd van het burgerschap van Gods volk.... maar.... nu niet meer. gelovigen uit de heidenen zijn nu samen met gelovigen uit de joden één volk. Geen scheiding meer!
quote:
, zullen 144.000 families of bloedlijnen gespaard blijven.
waarom "families of bloedlijnen"? Het gaat in Openbaring om 'personen', niet om hele families. Vind je 144.000 mensen wat te weinig? Als je 144.000 dan toch symbolisch neemt, waarom dan niet de meest logische interpretatie? Namelijk dat het een doublure is met de grote schare uit Opb.7:9. Let er bv. op, dat de stammen die genoemd worden in 7:4-8
niet overeenkomen met de stammen-lijstjes uit het OT. Allereerst is de stam
Dan helemaal afwezig. Wordt er niemand uit Dan behouden? Of is dit een symbolische verwijzing naar hoe de stam Dan (in Richteren) het verkeerde pad (afgoderij) koos en afgodendienaren niet gered worden (Opb.22:15, etc)? En waarom staat Juda ineens voorop? En waarom staat Levi in het rijtje? Dat stond het nooit in het OT! En waar is Efraim? Verdwenen, want zij stonden tegenover David (i.e. het rijk Juda/Benjamin). Niemand uit Efraim behouden? Een symbolische lijst lijkt me plausibeler. Van de stammen zijn Dan en Efraim verdwenen, omdat die twee stammen nogal wat op hun kerfstok hadden. En de priesters/levieten staan als stam Levi gewoon in de lijst, omdat een leviet geen uitzonderingspositie meer heeft (zoals in het OT).
quote:
(...)
Rom.11:
17 Als nu enige van die takken afgerukt zijn, en u, die een wilde olijfboom bent, in hun plaats bent geënt en mede deel hebt gekregen aan de wortel en de vettigheid van de olijfboom,
--> enige takken.
--> christenen een wilde olijfboom, waar de Joden de tamme olijfboom zijn.
Nee, dat staat er dus niet. De gelovigen worden op de tamme olijfboom geënt. De wilde olijf zijn de niet-gelovigen. Dat wat de gelovigen waren, voordat ze gelovig werden. (Denk aan het OT, waar bomen ook vaak figuurlijk gebruikt werden om volken aan te duiden).
quote:
18 beroem u dan niet tegenover de takken. En als u zich beroemt: U draagt de wortel niet, maar de wortel u.
--> Roem u niet christenen,
19 U zult dan zeggen: De takken zijn afgerukt, opdat ik zou worden geënt.
--> Precies wat je doet met vervangingsleer ! Hier wordt er voor gewaarschuwd.
Ja, dit is wat iemand doet die 'vervangingsleer' gelooft. Ik niet dus. Want ik geloof wat Paulus hier (en in de hele brief) schrijft, namelijk dat
alle gelovigen
allemaal takken van de edele olijfboom zijn. De joodse boom wordt niet vervangen door een christelijke boom (de kerk). De gelovigen uit de heidenen worden toegevoegd aan de joodse boom. De boom wordt dus niet vervangen. Er is maar één (goede) boom.
quote:
20 Dat is waar. Door ongeloof zijn zij afgerukt en u staat door het geloof. Heb geen hoge dunk van uzelf, maar vrees.
--> Behoeft geen betoog, maar hierna komt het !
21 Want als God de natuurlijke takken niet gespaard heeft, dan is het ook mogelijk dat Hij u niet spaart.
--> GOD heeft enkele natuurlijke takken (Joden) niet gespaard, maar datzelfde zal Hij ook doen met naam-christenen.
inderdaad. Geen idee waarom je hier nadruk op wilt leggen ('hierna komt het !') maar goed.
quote:
22 Zie dan de goedertierenheid en de strengheid van God: strengheid over hen die gevallen zijn, over u echter goedertierenheid, als u in de goedertierenheid blijft. Anders zult ook u afgehouwen worden.
--> Ook christenen kan en zullen hetzelfde lot ondergaan, namelijk afgehouwen worden. De Jood en Christen staan hiermee op 1 lijn voor JHWH. JHWH maakt gen onderscheid, Hij is GOD van ware Joden en OOK van Christenen.
23 En ook zij zullen, als zij niet in het ongeloof blijven, geënt worden, want God is machtig hen opnieuw te enten.
--> Zowel de oprecht gelovige Jood en Christen zullen geënt blijven.
inderdaad. Allemaal geënt op die ene edele olijfboom (i.e. het volk Israel). Dat volk waarvan Paulus al had gezegd, dat je daar niet automatisch biologisch bij hoorde, maar dat het om de belofte ging. Diezelfde belofte die voor jood en heiden (Rom.4) is. De heidenen over wie God heeft gezegd: 'ik zal niet-mijn-volk mijn volk noemen'.
quote:
24 Want als u afgehouwen bent uit de olijfboom die van nature wild was, en tegen de natuur in op de tamme olijfboom geënt bent, hoeveel te meer zullen zij die natuurlijke takken zijn, geënt worden op hun eigen olijfboom.
-->Let hier op !
De voorkeur die JHWH heeft voor de Joden, zij als tamme olijftakken, wij christenen als wilde olijftakken afgeschilderd. De Joden kunnen dus makkelijker terug wanneer ze afgesneden zijn in tegenstelling tot ons christenen. Of te wel, JHWH zal de Joden weer enten op de olijfboom waar zij thuishoren, in het verlengde van o.a. Ezechiel 37.
inderdaad, God geeft voorrang aan de joden, vanwege de oude beloften en het verbond. Maar als ze niet willen, dan willen ze niet. Dat zie je in bv. Handelingen ook: eerst gingen Paulus en Petrus naar de synagoges, maar als de joden niet wilden, dan ging het heil naar de heidenen. En als het aantal v/d heidenen 'vol' is, dan heeft dat zoveel jaloersheid gewekt, dat veel joden bekeerd zullen worden en terug zullen worden geënt op de edele olijfboom. Verloren zonen die weer terug zijn.
quote:
[...]
Dit handelt over de gelovige christen tov de ongelovige of de afgoden dienaren. Joden worden hierin als zodanig niet genoemd. En inderdaad zijn ware christen OOK Zijn volk en is Hij OOK onze GOD. Er staat immers niet zoiets als vanaf nu u alleen tot een GOD Zijn. GOD Zijn loefde behelst zowel de ware Joden als de ware Christenen door Jezus Christus.
Wij zullen Gods volk zijn, dat is wat er staat. De heidenen horen dus ook gewoon bij Gods volk. Paulus kan dit als
feit in z'n betoog gebruiken. Juist omdat we bij Gods volk (reinheid! afzondering!) horen, juist omdat God (ook) over de heidenen heeft gezegd: "jullie zijn Mijn volk".
quote:
[...]
Daarom ook zijn ware christenen de bruid van Jezus en de Joden de bruid van GOD.
aha, dus Jezus heeft twee bruiden? Jezus is immers JHWH God!
quote:
1 Petrus 2:
[...]
--> JHWH heeft het voorbestemd dat de Joden ongehoorzaam zijn omwille van het heil ook te kunnen brengen aan de heidenen
[...]
Door Jezus Christus kunnen heidenen die eerst niets waren en hadden zich nu ook tot GOD Zijn volk rekenen. Prijs de HEER !
inderdaad, alleen dat bedoelde je vast niet: Wij zijn Gods volk (geworden):
u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent. Precies zoals paulus in Romeinen betoogt.
quote:
Efeze 2:
(...)
12 dat u in die tijd zonder Christus was, vervreemd van het burgerschap van Israël en vreemdelingen wat betreft de verbonden van de belofte. U had geen hoop en was zonder God in de wereld.
--> Als heidenen was er geen deel aan het burgerschap van Israël en daardoor slechts vreemdelingen voor GOD, want we hadden geen verbond en Belofte (daar is de Belofte voor Israël weer!) Dus geen enkele hoop.
Dit is de scheiding waarover later wordt gesproken!
ja, de belofte was
eerst voor het joodse volk. Vóór Jezus was die belofte er niet voor alle heidenen. Na Jezus wel (Rom.4). De scheiding: wel-belofte-vs-geen-belofte is verbroken.
quote:
[...]
--> Door Jezus dichtbij gekomen tot GOD.
[...]
Hier steekt de vervangingsleer altijd weer de kop op.
Beiden 1 gemaakt. We waren niets, nu niets meer of minder dan de Joden voor GOD. De scheiding die er was voor GOD tussen Joden en heidenen,
De Joden zijn dus niet opgenomen in het christendom, zoals men wil doen geloven, nee we staan naast elkaar (Jood en Griek) zonder scheiding die we hadden als heiden tov de Joden.
een creatieve interpretatie, maar er staat niet dat we
"nu niets meer of minder dan de Joden" zijn. Er staat:
"Die beiden één gemaakt heeft. En door de tussenmuur, die scheiding maakte, af te breken,". Wat gebeurt er als je één gemaakt wordt? Ja, dan hoor je bij elkaar. Niet: we zijn nu gelijkwaardig, maar: we horen bij elkaar. Dat is ook wat er gebeurt als een muur weggebroken wordt: wat gescheiden was, hoort daarna bij elkaar. Oost- en West-Berlijn waren twee losse steden, maar toen de scheidingsmuur wegviel, waren ze niet alleen 'gelijkwaardig', maar waren ze ook samen weer één stad.
quote:
[...]
Nu dus aangetoond dat dit onjuist is en de val van de vervangingsleer is die nog in vele kerkgenootschappen rondwaart, spijtig genoeg.
het spijt me, maar wat je aangetoond hebt, is dat je niet naar de grote lijn van een betoog (bv. in Romeinen) lijkt te willen kijken. Want dan zou je zien, dat gelovigen uit de joden + heidenen
samen één volk zijn. Dat ze bij elkaar horen, zoals takken aan dezelfde boom. Samen, zonder scheidingsmuur. En verder heb je aangetoond, dat je geen onderscheid kunt maken tussen een 'op-de-edele-olijfboom-geënt'-leer (i.e. gewoon het bijbelse model van Romeinen 11: gelovigen zijn Israel), en de (vervloekte) vervangingsleer (waarbij kerk ipv. israel komt).