24 mei zal de geschiedenis ingaan als de dag dat ik als enige zonder jas liep buiten. Ik had niet opgelet toen ik ‘s ochtends de deur uitstapte, het bleek wat aan de frisse kant te zijn… Dat was nog wel te overzien, maar toen begon het ook nog eens te regenen, autsj.
Het was een interessante dag. Ik had een van m'n Turkse cliënten beloofd om mee te gaan naar het politiebureau om een proces-verbaal op te laten maken. Er wordt regelmatig midden in de nacht bij haar aangebeld en ze vermoedt dat het criminele contacten zijn van haar ex-man. De vrouw is bang en wil zo snel mogelijk verhuizen. Daarom heeft ze urgentie aangevraagd en voor die aanvraag is een PV noodzakelijk. Ik had mijn twijfels want er was geen strafbaar feit gepleegd, maar de vriendelijke agente achter de balie ging toch overleggen met een superieur of er iets kon worden gedaan. Toen ze terugkwam had ze een positieve mededeling: “er kan een proces-verbaal van bevindingen worden opgemaakt.” Hier had ik, met mijn jarenlange ervaring bij de recherche, nog nooit van gehoord. Een proces-verbaal van bevindingen is een verklaring van de politie die kan worden opgesteld wanneer er geen strafbaar feit is gepleegd, maar de politie de zaak toch ernstig vindt. Ik was er blij mee, was ik tenminste niet voor niets naar het politiebureau gekomen, het was koud op de fiets.
Dit keer was ik zo slim geweest om de fiets van een collega te lenen en bij het politiebureau af te spreken met de cliënt. Na afloop gluurde ik eerst even om het hoekje. Maar er waren geen boze mannen te zien. Logisch, want die zitten in de gevangenis. Daarna deed ik iets wat ik eigenlijk niet mag in mijn functie en wat mensen zou kunnen laten twijfelen aan m’n verstand. De vrouw vroeg of ik nog een kopje thee kwam drinken bij haar thuis en ik zei ja. Haar schoonzus en zij zijn altijd zo aardig, ze hebben al een paar keer gevraagd of ik met Y. een keer bij ze langskom. Voor deze ene keer besloot ik dat het geen kwaad kon om de Turkse gastvrijheid te accepteren, en dus zat ik even later in een Turkse woonkamer aan een kopje Turkse thee te lurken. Aan de muur hingen familiefoto’s en een tekst uit de Koran. We spraken over het bezoek aan het politiebureau en ik vulde en passant een formulier in voor huurtoeslag. Ik was er nu toch… Toen het tijd was om weer naar m’n werk te gaan bleek het buiten te hozen. Redelijk doorweekt stapte ik m’n kamer binnen, waar ik mij zette aan de voorbereiding van een hoorzitting die middag op het stadhuis.
Hoorzittingen zullen nooit m’n hobby worden, ik vind het ook lastig om zoiets goed voor te bereiden. Dit keer ging het om een woonwagenbewoner wiens woontoeslag is ingetrokken. De hoorzitting was kort en informeel, er waren twee commissieleden en een secretaris aanwezig. De voorzitter kwam wat excentriek over. Vermoedelijk ga ik geen gelijk krijgen, maar ik geloof dat ik alles heb gezegd wat gezegd kon worden.
Om mijn drukke dag compleet te maken stond er een uurtje later een gesprek op het programma met een absoluut probleemgeval. Een cliënt die was verwezen door het maatschappelijk werk en al 4 maanden geen uitkering meer had. Die was ingetrokken omdat hij bepaalde documenten niet had ingeleverd. Bezwaar had hij niet gemaakt tegen de beslissing. Verder bleek hij geen zorgverzekering te hebben, maar wel veel schulden en een berg openstaande verkeersboetes. Ook huurtoeslag had hij niet. Bovendien stond het energiebedrijf op het punt om hem af te sluiten wegens wanbetaling. Ik belde naar het energiebedrijf, de belastingdienst en het CJIB en maakte een lijstje met ‘things to do’ Er is veel werk aan de winkel. Pas om half zes zwaaide ik de klant uit, waarschijnlijk komen er nog een flink aantal vervolgafspraken. Het is wel een uitdaging moet ik zeggen. Het belangrijkste is om de uitkering weer te activeren.
’s Avonds kwam een gezelschap vrienden en familie een filmpje kijken. M’n fantasie was een beetje opgeraakt, ik kon even een interessante film vinden in de dvd-theek. Het werd
Red Eye, een thriller van Scream-regisseur Wes Craven. Een manager (Lisa) van een luxe hotel ontmoet op het vliegveld een gladjakker met enge blauwe ogen. Ze blijken tijdens de nachtvlucht naast elkaar te zitten. Toeval? Nee, dus, want de gladjakker onthult zijn ware aard. Hij is een huurmoordenaar. Doelwit is een terrorisme-expert die met zijn gezin op het punt staat het hotel van Lisa te bezoeken met zijn gevolg van veiligheidsmannetjes. Als Lisa niet belt naar het hotel om de kamer van het doelwit te veranderen, zal haar vader worden omgebracht. Het vervolg is een redelijk spannende thriller die wat aan de korte kant is.
Vandaag is Y. ziek en zit ik me te vervelen. Wel had ik net enige afleiding. Toen ik op m’n balkon in de Da Vinci Code zat te lezen, kwam er een traumahelikopter aanvliegen. Hij landde in de buurt. Ik besloot om de ramptoerist uit te gaan hangen en ging kijken. Op de plek waar de helikopter was geland was niets te zien, maar een stuk verderop was de weg afgezet door de politie. Een ongeluk! Precies voor de basisschool waar een tijdje terug allemaal arme kindertjes onwel waren geworden, had een Mercedes een lichtmast uit de grond gereden. Dat is wel heel toevallig, nu ik net de Da Vinci Code heb gelezen, zie ik een complot… De brandweer en verplegers waren druk bezig met het autowrak en de ongelukkige bestuurder. Dik ingepakt werd hij de ambulance ingeschoven. Net als veel andere ramptoeristen hield ik het toen voor gezien. Het was een eenzijdig ongeluk en remsporen heb ik niet gezien. Merkwaardig. Misschien dat Dan Brown er een verklaring voor heeft.