quote:
Hendrik-NG schreef op 01 maart 2011 om 12:02:Even een heel andere vraag. Waar ik benieuwd naar ben is hoe het WTG een dergelijke visie op Gods Naam rijmt met het "
wonen van Gods Naam op de aarde"... Ik krijg namelijk de indruk dat bij het WTG Gods Naam precies dezelfde "gevoels"waarde heeft als de naam van Pietje of Klaasje of hoe je buurman of -vrouw dan ook moge heten. Behalve dan dat het de naam van God is (en wij door het aanroepen van DIE naam gered worden)... Ofwel: een naam is een naam waarmee iemand wordt
aangesproken, wordt onderscheiden van iemand
anders...
Je bedoelt met gevoelwaarde dat Gods naam gelijk geplaatst wordt aan een menselijke naam? Beslist niet.
JG zien Gods naam als de enige almachtige God, die zich onderscheidt van alle andere namen.
quote:
Hoe kan Gods Naam dan temidden van ons wonen? Die naam is toch geen zelfstandige persoon?
En toch leert God herhaaldelijk aan Israël:
Deut 12:11 En het moet geschieden dat de plaats die Jehovah, UW God, zal uitkiezen om daar zijn naam te doen verblijven, daarheen zult GIJ alles brengen wat ik U gebied...
Deut 16:11 ...op de plaats die Jehovah, uw God, zal uitkiezen om er zijn naam te doen verblijven.
en die belofte kwam uit, en daarom kon Salomo zeggen:
1 Kon 5:19 En zie, ik denk erover een huis voor de naam van Jehovah, mijn God, te bouwen, juist zoals Jehovah mijn vader Da̱vid beloofd heeft, toen hij zei: ’Uw zoon, die ik in uw plaats op uw troon zal zetten, díé zal het huis voor mijn naam bouwen.’
Wel: hoe kan de Naam van God onder de mensen verblijven als God zelf verblijft in zijn "hemelse paleis"? Psalm 11 leert immers: Jehovah — in de hemel is zijn troon. Zijn eigen ogen aanschouwen, zijn eigen stralende ogen onderzoeken de mensenzonen.
Wat is er nu aan de hand met die Naam van God?
Deze tekst geeft was duidelijkheid:
Deut 12: 5 maar de plaats die Jehovah, UW God, uit al UW stammen zal uitkiezen om daar zijn naam te vestigen, om die daar te doen verblijven, die zult GIJ zoeken, en daarheen moet gij gaan.
De joden gingen zich vestigen als verbondsvolk in een heidensgebied met afgoden. De heidense koningen werden verdreven en JHWH kwam in hun plaats.
Onder leiding van Mozes werden Sihon, de koning der Amorieten, die in Hesbon woonde, en Og, de koning van Basan, die in Astaroth, in Edreï, woonde, verslagen.
Met de ark des verbonds werd Gods aanwezigheid door het sjekinalicht gesymboliseerd. God zat dus niet letterlijk in die kist.
quote:
Israël sprak die Naam niet uit (mocht dat niet), maar prees tegelijk de daden van hun God. Psalm 9: Zing voor de HEER die zetelt op de Sion, maak aan de volken zijn daden bekend.
Gods naam werd gewoon uitgesproken, maar zijn naam mocht niet misbruikt worden.
Vers 1: Ik wil u prijzen, o JHWH, met heel mijn hart; Ik wil al uw wonderwerken bekendmaken.
Jezus weerhield zijn discipelen hardop uit te spreken dat Hij de Messias was (Mat 16:20
Daarop verbood hij de leerlingen ook maar tegen iemand te zeggen dat hij de messias was).
Waarom?
Mt 12:
16 maar hij gelastte hun streng hem niet openbaar te maken, 17 opdat vervuld zou worden hetgeen door bemiddeling van de profeet Jesa̱ja was gesproken, die zei:
18 „Zie! Mijn knecht, die ik gekozen heb, mijn geliefde, die mijn ziel heeft goedgekeurd! Ik zal mijn geest op hem leggen, en hij zal de natiën duidelijk maken wat gerechtigheid is.
19 Hij zal niet twisten, noch luid roepen, noch zal iemand op de brede straten zijn stem horen.
20 Een beschadigd riet zal hij niet verbrijzelen en een smeulende vlaspit niet uitblussen, totdat hij met succes gerechtigheid uitzendt.
21 Voorwaar, op zijn naam zullen natiën hopen.”
quote:
Want het zijn Gods daden die zijn Naam bekend maken op deze aarde... Maar tegelijk is er die "dubbelzinnigheid", dat mysterie in het NT... Want (ook?) door de Naam van Jezus zullen wij leven: Joh 20:31 Maar deze zijn opgetekend opdat GIJ moogt geloven dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat GIJ door te geloven leven moogt hebben door middel van zijn naam.
Geen dubbelzinnigheid, geen mysterie. Jezus is de hiel uit Gen 3:15. Door zijn loskoopoffer werd het verloren gegane volmaakte menselijk leven vervangen.
1 Korinthiërs 15:45 Zo staat er ook geschreven: „De eerste mens, Adam, werd een levende ziel.” De laatste Adam werd een levengevende geest.
quote:
En dat laatste vers leert ook dat "geloof in de daden van God en zijn Christus" op de een of andere manier verband houdt met het "aanroepen van de Naam"... Dat aanroepen is dus wat meer dan enkel het JHWH zeggen met de juiste klinkers erbij...
Gods Naam en de tempel... Minstens één uitspraak van Jezus was zijn (nog) ongelovige toehoorders heel sterk bijgebleven. Hij kreeg hem, aan het kruis hangend, nog toegeroepen:
‘Jij was toch de man die de tempel kon afbreken en in drie dagen weer opbouwen? Als je de Zoon van God bent, red jezelf dan maar en kom van dat kruis af!’
Stauros is geen kruis, maar goed dat is niet aan de orde.
Die uitroep komt ongeveer overeen met die van Satan in de woestijn.
Mt 4:6 en zei tot hem: „Indien gij een zoon van God zijt, werp u dan naar beneden, want er staat geschreven: ’Hij zal zijn engelen aangaande u opdracht geven, en zij zullen u op hun handen dragen, opdat gij uw voet nimmer aan een steen stoot.’”
7 Jezus zei tot hem: „Wederom staat er geschreven: ’Gij moogt JHWH, uw God, niet op de proef stellen.’” (Deut 6:16).