Beste Knee,
Ik was je nog antwoord verschuldigd.
Jij:
‘Toch ben ik het met DoubleUP eens. Jezus is mens geworden, maar zonder zonde! Hijzelf heeft dus nooit die lijdensweg en kruisdood verdiend! Hij heeft echter vrijwillig de wil van de Vader gedaan’.
Je‘zus is mens geworden’, zo schreef je. Paulus zegt, dat Christus Jezus, die in de gestalte Gods was, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht aangenomen, en aan de mensen gelijk is geworden’. Dat begrijp ik beter dan de uitdrukking: ‘Jezus is mens geworden’, want dan begín je met een mens. Paulus begínt echter met de Geest! De Geest (Christus Jezus, want daarmee geeft hij aan, dat met C.J. de Geest bedoeld wordt), was in de gestalte Gods en werd mens.
Jij: ‘Hijzelf heeft nooit die lijdensweg en kruisdood verdiend’.
Heb ik dat ooit beweerd?
Jij:‘Hij heeft echter vrijwillig de wil van de Vader gedaan’.
Heb ik dat ontkend?
Je citeert Joh.1.29:’ om hiermee zijn werk aan te geven
‘Des andere daags zag Johannes Jezus tot zich komen, en zei: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt’.
Natuurlijk denk je hier, terecht, aan een metafoor, net zoals in Openbaring 13/8b, waar staat, dat het lam al geslacht is sinds de grondlegging (nederwerping) der wereld. Vaak denk ik, dat jullie zeer verknocht zijn aan de letter. Bijbelwoorden hebben dikwijls meervoudige betekenissen. Vooral in het ‘meerdimensionaal evangelie van Johannes, zoals ik een gereformeerde predikant eens hoorde zeggen in zijn preek. Wie beide teksten puur letterlijk opvat, gaat onherroepelijk de mist in. Nogmaals, vooral in dit evangelie! Eigenlijk ÍS Jezus in dit evangelie de GEEST. Een abstracte Zaak wordt voorgesteld in een Persoon. Of ik het al geschreven heb naar jullie, weet ik niet meer, maar in Joh. 10.17 en 18 zei Jezus:’Hierom heeft Mij de Vader lief, omdat Ik mijn leven afleg om het weder te nemen. Niemand ontneemt het Mij, maar Ik leg het uit Mijzelf af. Ik heb macht het af te leggen en macht het weder te nemen…’. Wie deze woorden zou willen toepassen op het lichamelijk lijden en sterven, én zijn opstanding, komt bedrogen uit. Hoewel Hij zijn leven vrijwillig gaf, het werd Hem wel degelijk ontnómen. En wat zijn lichamelijke opstanding betreft, Hij wérd door zijn Vader opgewekt. Wees dus voorzichtig om al te snel conclusies te trekken uit een van andere teksten ‘geïsoleerde’uitspraken over hetzelfde onderwerp.
Je schreef nog meer:
Citaat van mijn woorden:
Als Paulus schrijft, dat één voor allen gestorven is (2 Kor.5.14/15), dan noemt hij de naam Jezus niet. Meer nog, de liefde van Christus dringt hem, om dat te zeggen. Dat hij juist die naam gebruikt, is niet zonder betekenis, Knee. Het gaat uiteindelijk hierom, dat Gods Geest in alle mensen gestorven is én weer opgestaan. Een ondoorgrondelijk wonder!
Hier zou ik graag een bijbelse onderbouwing zien. Waar staat dat de Geest IN ONS is gestorven?

WIJ zijn gestorven MET Christus, toen Hij stierf aan het kruis.
Door te geloven in het lijden en sterven van de Here Jezus, zijn we verlost van de straf van de zonde. Dat is niet gering! Dat noem ik een wonder.
Door te geloven in Christus, die zit aan de rechterhand Gods, worden wij verlost van de macht der zonde en komen wij tot een "matig, rechtvaardig en godzalig leven". Dat is ook een wonder.
Door het geloof ontvangen we de Heilige Geest. Hierdoor zijn we een met de Here Jezus Christus. Hij als ons Hoofd in de hemel, wij als zijn Lichaam op de aarde. Vanwege deze eenheid, geldt alles wat de Here Jezus Christus gedaan heeft voor ons.
Je wilt dus een onderbouwing van de bewering, dat de Geest in ons gestorven is.
Knee, over welke dood gaat het eigenlijk in de bijbel? Toch over de geestelijke dood. Wanneer trad die dood in? Toen de mens zich een maakte met de stoffelijke natuur.Het vleselijk lichaam is een bewijs van de zondeval, want het is een lichaam des doods. De Here God had gezegd:’Ten dage dat gij daarvan eet zult gij sterven’. De term ‘ten dage’ komt nog meer voor in de eerste hoofdstukken van Genesis, en het betekent altijd, dat iets onmiddellijk plaatsvindt. De mens, oorspronkelijk een geestelijk wezen, stierf dus terwijl hij fysiek leefde. Ten diepste was het de Christus, Gods Geest, die toen al stierf. Daarom schreef Paulus, dat één voor allen gestorven is. En hij voegt er onmiddellijk aan toe:’Dus zijn allen gestorven’. De Schrift ziet ons als doden, ondanks het feit, dat wij fysiek leven. ‘Laat de doden hun doden begraven’, zei Jezus tegen iemand, die eerst zijn vader wilde begraven. De Statenvertalers tekende hierbij aan, dat met de doden, die hun doden moesten begraven, diegenen worden bedoeld, die in hun zonden leefden. Dat is echter geen juiste verklaring, want dat zou beteken, dat zij, die níet in hun zonden leven, hun doden niet zouden hoeven te begraven. Nee, Marcus en Lucas bedoelden hier hetzelfde als Petrus in zijn brief 1ste brief, hoofdstuk 4.6, waar staat: ‘Want daartoe is aan doden het evangelie gebracht, opdat zij wél, naar de mens, wat het vlees aangaat, zouden geoordeeld worden, doch naar de geest zouden leven’. Ook hier vergisten de kanttekenaren zich, want die ‘verklaarden, dat hiermee die mensen bedoeld worden, die tijdens de zonvloed verdronken. Het zijn ook dezelfde doden, waarover Jezus in Joh.5.25 sprak, toen Hij zei:’Ik zeg u, de ure komt en is nu, dat de doden naar de stem van God zullen horen, en die haar horen, zullen leven’.
Kijk het maar eens na, Knee.
Vriendelijke groet,
Piet Strootman